In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 9 december 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en gedaagde over een overeenkomst van aanneming van werk. Eiser, vertegenwoordigd door ARAG SE, had gedaagde, een aannemer, ingeschakeld voor het aanbrengen van een plafond in zijn woning. Na oplevering van het werk kwamen enkele plafondplaten los, wat leidde tot schade. Eiser vorderde schadevergoeding van gedaagde, die aansprakelijkheid betwistte, onder andere omdat de eigendom van de woning inmiddels was overgedragen aan opvolgende eigenaren.
De kantonrechter oordeelde dat gedaagde tekort was geschoten in zijn verplichtingen als aannemer. De rechter stelde vast dat de plafondplaten niet spontaan los konden laten en dat gedaagde niet had voldaan aan de waarschuwingsplicht. De kantonrechter wees de vordering van eiser toe, waarbij gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een schadebedrag van € 4.695,77, inclusief btw, en buitengerechtelijke kosten van € 594,58. Daarnaast werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eiser.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van aannemers bij het uitvoeren van werkzaamheden en de gevolgen van tekortkomingen in de uitvoering, zelfs als de eigendom van het onroerend goed is overgedragen. De rechter bevestigde dat de schadevergoeding aan eiser toekwam, ondanks de overdracht van de woning, omdat de schade al was ontstaan voordat de eigendom was overgedragen.