ECLI:NL:RBLIM:2020:9742

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 december 2020
Publicatiedatum
10 december 2020
Zaaknummer
C/03/285521/KGZA20-484 10122020
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor verkoop van de voormalige echtelijke woning in kort geding

In deze zaak, die op 10 december 2020 door de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een kort geding waarin [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verzoekt om vervangende toestemming om de voormalige echtelijke woning te verkopen. Partijen zijn in gemeenschap van goederen gehuwd geweest en zijn gescheiden op 27 november 2013. In 2014 hebben zij afspraken gemaakt over de verdeling van hun gezamenlijke bezittingen, waarbij de woning aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is toebedeeld. [Eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft een koopovereenkomst gesloten met derden, maar [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] weigert zijn medewerking te verlenen aan de verkoop. De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van een spoedeisend belang, gezien de gestelde leveringsdatum van 11 december 2020 en de financiële gevolgen van het niet naleven daarvan. De rechter verleent [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vervangende toestemming om de woning te verkopen en te leveren aan de kopers, en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De vorderingen in reconventie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rolnummer: C/03/285521 / KG ZA 20-484
Vonnis in kort geding van 10 december 2020
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. T.G.M. Scheers te Herten,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. B. Keybeck te Beek Lb.
Partijen worden hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 27 november 2020 met productie 1 tot en met 10;
  • de producties 11 tot en met 13 aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , ingekomen ter griffie bij e-mail van 3 december 2020;
  • de eis in (voorwaardelijke) reconventie tevens akte tot in het geding brengen van producties 1 tot en met 4, ingekomen ter griffie bij e-mail van 4 december 2020 om 9:29 uur;
  • de mondelinge behandeling op 7 december 2020;
  • de pleitnota van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn met elkaar in gemeenschap van goederen gehuwd geweest. De echtscheiding is bij beschikking van 27 november 2013 uitgesproken en die beschikking is op 25 maart 2014 in de registers van de burgerlijke stand ingeschreven.
2.2.
Inzake de verdeling van de gemeenschap hebben partijen in 2014 een overeenkomst gesloten. Daarin zijn afspraken gemaakt over:
  • de woning gelegen te [plaats 1] aan de [adres 1] , kadestraal bekend [kadasternummer 1] (hierna: de woning);
  • het zakenpand gelegen te [plaats 2] aan de [adres 2] , kadastraal bekend als [kadasternummer 2] (hierna: het zakenpand);
  • de recreatiebungalow gelegen te [plaats 3] aan de [adres 3] , kadastraal bekend als [kadasternummer 3] (hierna: de recreatiebungalow).
2.3.
Uit voornoemde overeenkomst volgt tevens dat de woning aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is toebedeeld en het zakenpand en de recreatiebungalow aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
2.4.
Op de woning en het zakenpand rust één hypotheek. De recreatiebungalow is hypotheekvrij.
2.5.
Inzake de woning heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een koopovereenkomst gesloten met mevrouw [naam koper 1] en de heer [naam koper 2] (hierna: de kopers). In een aanvullende overeenkomst is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] met de kopers overeengekomen dat de leveringsdatum van de woning wordt vervroegd van 21 juni 2021 naar 11 december 2020. Ter zake van niet naleving van de leveringsdatum is een boetebeding in de koopovereenkomst opgenomen.
2.6.
De makelaar van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft contact opgenomen met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om zijn medewerking te verzoeken aan de verkoop van de woning. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft tot op heden zijn medewerking niet verleend.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

in conventie
3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert, samengevat en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het volgende:
Primair
verlening van vervangende toestemming aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om namens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de woning aan kopers te verkopen voor een koopsom ad € 280.500,-- kosten koper, door het sluiten van een koopovereenkomst met de kopers;
verlening van vervangende toestemming aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voor de levering van de woning aan de kopers;
a. te bepalen dat het vonnis in de plaats treedt van dat deel van de notariële akte waarin [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verklaart de woning aan de kopers te leveren;
b. te bepalen dat het vonnis dezelfde kracht heeft als de rechtshandeling welke [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moet verrichten teneinde het eigendom van de woning aan de kopers te leveren.
Subsidiair
veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de koopovereenkomst en de daarop aanvullende overeenkomst te ondertekenen, onder verbeurte van een dwangsom;
veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot het verlenen van alle benodigde medewerking aan het notarieel transport van de woning per 11 december 2020.
Primair en subsidiair
1. de proceskosten, met rente.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert, samengevat en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het volgende:
Onvoorwaardelijk:
- veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot het verlenen van alle benodigde medewerking aan het notarieel transport van de recreatiebungalow, onder verbeurte van een dwangsom;
Voorwaardelijk(als de vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden toegewezen):
  • veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] € 20.000,- te betalen;
  • veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om alle benodigde medewerking te verlenen aan het notarieel transport van het zakenpand, onder verbeurte van een dwangsom;
Voorwaardelijk en onvoorwaardelijk:
- de proceskosten, met rente.
3.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] legt – samengevat - aan zijn vorderingen ten grondslag dat er uitvoering moet worden gegeven aan de overeenkomst die partijen met elkaar hebben gesloten waaruit blijkt waaruit de huwelijksgoederengemeenschap bestond en hoe zij deze met elkaar hebben verdeeld.
3.6.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert verweer.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

in conventie

Spoedeisend belang en geschiktheid voor kort geding
4.1.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de gevorderde voorzieningen alleen kunnen worden toegewezen als sprake is van een spoedeisend belang en de zaak geschikt is voor kort geding.
4.2.
Gelet op de gestelde leveringsdatum van 11 december 2020 en de negatieve financiële gevolgen bij het niet naleven van die datum, oordeelt de voorzieningenrechter dat uit de aard van het gevorderde voortvloeit dat sprake is van een spoedeisend belang.
4.3.
Met betrekking tot de vraag of de zaak geschikt is voor kort geding acht de voorzieningenrechter van belang dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd dat de zaak niet in kort geding kan worden beslist. Tot nu toe is de huwelijksgoederengemeenschap niet verdeeld. Naast de financiële afwikkeling van eerder gemaakte afspraken is de woning verkocht voor een hoger bedrag dan waar partijen vanuit zijn gegaan bij het maken van de eerdere afspraken. Tussen partijen is onduidelijk en in geschil op welke wijze het hogere bedrag van invloed is op de eerder gemaakte afspraken.
4.4.
Met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is de voorzieningenrechter van oordeel dat sprake is van een zaak die in kort geding kan worden beslist. In de onderhavige zaak is immers niet de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap aan de orde, maar de verkoop van de woning. In hoeverre [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een vordering op [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft of andersom behoeft in deze procedure, althans in conventie, niet beslist te worden.
Primaire vordering
4.5.
Primair vordert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onder sub 1 en 2 vervangende toestemming voor – samengevat – het aangaan van de koopovereenkomst en de notariële akte van levering. Tevens vordert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onder primair sub 3a en 3b te bepalen dat het vonnis in de plaats treedt van – samengevat – de vereiste medewerking van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan levering van de woning aan de kopers. De voorzieningenrechter begrijpt uit de stukken en het ter zitting besprokene dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] artikel 3:300 lid 1 en 2 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) hieraan ten grondslag legt.
4.6.
De voorzieningenrechter moet vervolgens de vordering om vervangende toestemming te verkrijgen nader duiden.
4.7.
Artikel 3:300 lid 1 BW bepaalt dat indien iemand jegens een ander gehouden is een rechtshandeling te verrichten, de rechter op vordering van de gerechtigde kan bepalen dat zijn uitspraak dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van degene die tot de rechtshandeling gehouden is of dat een door hem aan te wijzen vertegenwoordiger de handeling zal verrichten, tenzij de aard van de rechtshandeling zich hiertegen verzet. De voorzieningenrechter begrijpt de primaire vordering onder sub 1 en 2 dan ook aldus dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als zogenoemde dwangvertegenwoordiger wordt aangewezen om de rechtshandeling namens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te verrichten en de levering te verrichten.
4.8.
De vraag die vervolgens beantwoord moet worden is of in dit geval reële executie op grond van artikel 3:300 BW gewenst is. De in deze bepaling neergelegde bevoegdheid van de rechter betreft een discretionaire bevoegdheid. Uit de parlementaire geschiedenis (TM, Parl. Gesch. BW Boek 3, p. 899) volgt dat de rechter deze bevoegdheid met voorzichtigheid moet hanteren. Deze voorzichtigheid brengt allereerst met zich dat de gehoudenheid om een rechtshandeling te verrichten vast moet komen te staan, maar ook dat de inhoud van de rechtshandeling met voldoende mate van nauwkeurigheid moet worden vastgesteld. De voorzieningenrechter is van oordeel dat aan deze vereisten is voldaan en acht daartoe het volgende van belang.
4.8.1.
Partijen zijn in 2014 gescheiden. Vaststaat dat partijen afspraken hebben gemaakt over een feitelijke verdeling van de tot de gemeenschap behorende (onroerende) goederen. Daarbij is de woning aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] toebedeeld, in die zin dat aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] het economisch eigendom is toegekend maar het juridisch eigendom niet. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft zich reeds verbonden tot verkoop en levering van de woning, hetgeen zij in de verhouding tot [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ook mocht gelet op de gemaakte afspraken. Ter uitvoering van de koopovereenkomst behoeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de medewerking van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Uit het samenstel van een en ander volgt de gehoudenheid en tevens volgt uit de koopovereenkomst ook met voldoende nauwkeurigheid de inhoud van de rechtshandeling.
4.9.
De vervolgvraag is dan: kan van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verlangd worden dat hij (gedwongen) meewerkt aan de verkoop van de woning? De voorzieningenrechter oordeelt dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. Daartoe acht de voorzieningenrechter het volgende van belang.
4.9.1.
Nadat partijen in 2014 zijn gescheiden en afspraken hebben gemaakt over een feitelijke verdeling van de tot de gemeenschap behorende (onroerende) goederen, heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geruime tijd bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangedrongen op afwikkeling van deze afspraken en mede de verkoop van de woning. De stappen die door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn genomen zijn tot nu toe niet succesvol gebleken. Oorzaak daarvan is de verwevenheid van de hypotheek op het vlak van de aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] toekomende voormalig echtelijke woning en het aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toekomende zakenpand. Ter zitting is gebleken dat de hierdoor ontstane impasse alleen doorbroken kan worden door de (uitblijvende) verkoop van het zakenpand óf de inmiddels gerealiseerde verkoop van de woning. Ter zitting bleek ook dat concrete vooruitzichten voor de verkoop van het zakenpand er niet zijn. Hoewel [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat zijn belangen worden geschaad met een verkoop van de woning, blijkt dit geenszins. Vaststaat immers dat de woning tegen een hoger bedrag wordt verkocht dan waar partijen bij het maken van de afspraken rekening mee hielden. Dat dit zal leiden tot nadere discussie over de financiële afwikkeling van de afspraken brengt niet met zich dat daarin een reden is gelegen die maakt dat het belang van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] boven dat van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] moet prevaleren om na 6 jaar de woning te kunnen verkopen tegen een relatief goede prijs.
4.10.
Vervolgens komt de voorzieningenrechter toe aan de verdere beoordeling van de primaire vordering.
4.11.
Het voorgaande betekent dat het gevorderde onder primair sub 1 en primair sub 2 zal worden toegewezen.
4.12.
Met betrekking tot het gevorderde onder primair sub 3a en 3b overweegt de voorzieningenrechter dat beide vorderingen het doel hebben om het eigendom van de woning te leveren aan de kopers. De voorzieningenrechter oordeelt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen belang meer heeft bij deze vorderingen aangezien het gevorderde onder primair sub 2 zal worden toegewezen.
Subsidiaire vordering
4.13.
Aan een beoordeling van de subsidiaire vordering komt de voorzieningenrechter niet toe omdat het gevorderde onder primair sub 1 en primair sub 2 zal worden toegewezen.
in reconventie
4.14.
De voorzieningenrechter overweegt dat ook voor de in reconventie gevorderde voorzieningen geldt dat deze alleen kunnen worden toegewezen als sprake is van een spoedeisend belang.
4.15.
Ter zitting is door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesteld dat sprake is van een spoedeisend belang omdat iemand niet tegen zijn wil in een onverdeelde gemeenschap behoort te blijven. De voorzieningenrechter oordeelt dat daarmee een spoedeisend belang onvoldoende is gesteld aangezien de gevorderde voorzieningen geen (totale) verdeling van de gemeenschap betreffen, maar de effectuering van de verdelingsafspraken die partijen bij overeenkomst hebben gemaakt. Tevens heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf in conventie gewezen op de in de rechtspraak bestaande uitzonderingen op het beginsel dat iemand niet in een onverdeelde gemeenschap hoeft te blijven. Dit betekent dat de gevorderde voorzieningen in reconventie zullen worden afgewezen.
in conventie en in reconventie
Proceskosten
4.16.
Ten aanzien van de proceskosten overweegt de voorzieningenrechter dat deze, gelet op de relatie die partijen hebben gehad, tussen partijen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
verleent [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vervangende toestemming om namens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de woning aan de kopers te verkopen voor een koopsom ad € 280.500,-- kosten koper, door het sluiten van een koopovereenkomst met de kopers,
5.2.
verleent [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vervangende toestemming voor het leveren van de woning aan de kopers,
5.3.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen af,
in conventie en in reconventie
5.6.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2020.