In deze zaak vordert de eiseres, een bejaarde vrouw, terugbetaling van een bedrag van € 5.931,56 dat zij stelt onrechtmatig door de gedaagde, die haar financieel heeft bijgestaan, te zijn onttrokken. De eiseres heeft de gedaagde gemachtigd om maandelijks leefgeld voor haar te pinnen, maar stelt dat er onterecht pinopnames zijn gedaan die zij niet kan herleiden. De gedaagde betwist de beschuldigingen en stelt dat zij niet onrechtmatig heeft gehandeld. De kantonrechter oordeelt dat niet is komen vast te staan dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld en wijst de vorderingen van de eiseres af. Tevens vordert de gedaagde in reconventie schadevergoeding voor de beschuldigingen van de eiseres, maar ook deze vordering wordt afgewezen. De proceskosten worden toegewezen aan de gedaagde, die als in het gelijk gestelde partij wordt aangemerkt.