3.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
[slachtoffer]deed aangifte en verklaarde als volgt.
Vrijdag 14 september [2018] had ik een afscheidsfeestje van een vriendin van mij. (…) Wij hebben haar thuis verrast met familie en vrienden en om 00:30 uur ben ik naar huis gegaan. Toen ik thuis was werd ik gebeld door [getuige 1] . Hij belde mij om 01:13 uur. Hij vroeg of ik mee ging naar de shisha lounge (…). Hij had wel gezegd dat er iemand bij was, maar hij vertelde niet wie. (…) Het was [verdachte] . (…) Toen waren we bij de lounge. (…) Ze spraken er Duits. (…) Daar ging ik eerst op een krukje of een poef zitten en [verdachte] zei dat ik naast [getuige 1] op de bank moest gaan zitten. Ik zei nee dat hoeft niet en toen zei die op een bozere manier dat ik op de bank moest gaan zitten en toen deed ik dat. (…)
Toen zei [verdachte] : “je bent dadelijk echt de lul”. Ik vroeg waarom? Hij antwoordde gewoon: “je bent dadelijk echt de lul”, en hij zat ondertussen op zijn telefoon. Ik zei nee, want er gaat dadelijk niks gebeuren. Toen gaf [verdachte] een antwoord van: “wedden er gaat dadelijk iets [gaat] gebeuren”. Ik zei: “Nee, ik wed niet, want er gaat niks gebeuren”. Toen vroeg [verdachte] of ik ongesteld was. Toen zei ik ja en dat ik woensdag weer begonnen was met de pil. Ik was weer in mijn eindfase. Toen zei hij: “ik neuk je wel ongesteld”. Toen zei ik: “er gaat niks gebeuren, klaar”. Na die vraag vroeg hij of ik al ontmaagd was. Ik zei ja, en hij werd heel chagrijnig. Daarna zei hij weer: “je bent dadelijk echt de lul”. Hij vroeg of ik een goede afgelegen plek wist. Ik zei toen nee en dat ik weer naar huis wilde. Hij vroeg hoe laat ik thuis wilde zijn en ik zei rond 03:30 uur. (…) Ik zat alleen met [verdachte] en hij zei tegen mij dat ik aan niemand iets moest vertellen wat er ging gebeuren. Ik zei dat er niks ging gebeuren. (…) We liepen naar de auto en [verdachte] zei weer dat ik echt de lul ben. Ik stapte achterin. Het was een driedeurs auto. (…) Ik zat achter de stoel van [verdachte] en [getuige 1] zat achter de bijrijdersstoel. (…) [verdachte] vroeg herhaaldelijk of ik bang was en of ik er klaar voor was. (…)
Hij reed verder een straat in. Eerst was die straat asfalt en werd later zand. Toen gingen we links een stukje verder en stopten bij een bos. Ik zat nog steeds achterin en keek om me heen om te kijken waar we waren. Toen had [verdachte] de auto stil gezet en kwam ook achterin zitten en ik moest doorschuiven naar het midden. [getuige 1] zat rechts van mij en [verdachte] links. Toen begonnen ze allebei mij aan te raken. [getuige 1] met zijn hand op mijn been naar mijn binnenbeen. En [verdachte] met zijn linkerhand op mijn bovenbeen en met zijn rechterhand op mijn kont. Ik deed zo'n beweging maken (doet met handen voor) zo van blijf van mij af en toen legden ze hun handen terug. Toen zei [verdachte] : “je mag kiezen. Of je loopt naar huis, of er gebeuren andere dingen”. Ik zei: “ik wil dit allebei niet, breng me gewoon naar huis”. Toen moest [getuige 1] van [verdachte] uitstappen en toen vroeg [verdachte] aan mij: “ja kies maar, of met [getuige 1] er bij, of met mij alleen of loop maar naar huis”. Ik zei ik wil dit allemaal niet en breng me maar naar huis. Toen werd [verdachte] boos van ik breng je niet naar huis en schopte tegen de stoel voor hem. Hij zei ook nog dat we onze telefoons weg moesten doen en toen had hij mijn tasje en mijn telefoon naar voren gegooid op de bijrijdersstoel.
[verdachte] zei dat ik nog twee minuten had om te kiezen. (…) Die twee minuten ben ik stil geweest en [verdachte] zei toen dat die om waren. Hij zei dat ik al lang kon beslissen en deed toen zijn broek en onderbroek omlaag. Hij trok mij naar zich toe en ik kon me nog net tegenhouden met mijn handen tegen zijn buik. Toen pakte hij mij vast met zijn arm om mijn rechterschouder en trok mij naar zich toen. Ik viel toen met mijn handen op zijn buik en zei dat ik dit niet wilde. (…) Toen duwde hij mij hoofd naar zijn geslachtsdeel en toen moest ik hem pijpen. (…) Ik hield me tegen en zei dat ik dit niet wilde. Hij zei toen in het dialect dat ik hem moest pijpen en heeft toen ook echt aan mijn haren getrokken. Ik moest hem toen pijpen. Ik deed met mijn mond open en zijn lul zit dan in mijn mond en hij duwde mijn hoofd op en neer zodat hij het tempo kon bepalen. Ik had mijn rechterhand aan de onderkant van zijn penis en ik bewoog toen ook mee. Dus als mijn hoofd op en neer gaat, gaat mijn hand ook mee omhoog. Hij had mijn hand om zijn penis gelegd. Toen dit gebeurde heb ik mijn hand van zijn penis gehaald, maar hij hield steeds mijn hoofd en haren vast. Ik probeerde ermee te stoppen, maar het lukte mij niet. Tijdens het pijpen zei hij: “kom op met zitten”. Toen haalde hij zijn hand van mijn hoofd.
Ik ben recht gaan zitten en keek voor me. Hij zei toen dat ik mijn kleren uit moest doen. Ik zei nee en toen deed hij mijn rokje uit. Hij maakte mijn rits open. Hij duwde me een beetje met zijn schouder naar voren en deed mijn rits open. Mijn trui zat in mijn rokje. Hij duwde me met zijn rechterhand in een positie zodat hij mijn rokje uit kon krijgen en het lukte hem niet. Hij zei help me op een indringerige toon en toen heb ik samen met hem mijn rokje uitgedaan. (…) Ik was bang. Vooral toen hij zei dat ik hem mee moest helpen. Ik was bang dat hij me pijn zou gaan doen en mij zou gaan slaan. (…)
Ik zei: “wacht ik heb kramp” en ik had ook nog een tampon in. Hij zei: “ja dan trek ik hem er gewoon uit”. Ik zei: “nee dat wil ik niet” en toen zei hij: “ja dan doe je die zelf eruit”. Ik had hem eruit gedaan en vroeg waar ik zie moest laten. Hij zei: “ja dan gooi je die maar uit het raam”. (…) Ik heb de tampon uit dat geopende raampje gegooid. (…)
Ik moest toen op hem gaan zitten en toen stak hij zijn lul in mijn vagina. Hij maakte zelf bewegingen en ik kwam soms met zijn hoofd tegen het dak aan. Toen zei hij: “werk eens mee”. Toen zei ik volgens mij, ik heb daar geen zin in. Toen ging hij mij bewegen en tilde mij op. (…) Dit optillen ging als volgt. Ik zat nog naast hem en hij pakte me vast. Hij pakte me met zijn rechterarm bij mijn schouder en drukte me naar hem toe en met zijn linkerarm bij mijn rechterbovenbeen en toen draaide ik zo boven op hem waarbij ik met mijn gezicht naar zijn gezicht gedraaid kom. Ik zit dan op mijn knieën. Mijn knieën raken dan de zitting aan en zijn bovenbenen zijn ertussen. Ik zit dan net voor zijn lul. Dan probeert hij mij omhoog te krijgen zodat hij zijn lul in mij kan steken. Ik weet niet meer precies hoe hij dit deed. Zijn lul zat toen in mijn vagina en ik heb niet bewogen. Ik zat nog in dezelfde houding. Hij bewoog toen met zijn lichaam op en neer en zo maakte hij die seksbeweging. Hij pakte met zijn handen mijn kont vast en deed zo mijn lichaam op en neer. Hij pakte mijn kont met zijn platte handen vast. Hij ging dus met zijn vlakke handen onder mijn kont en duwde zo mijn lichaam op en neer. Dit ging toen even zo door. (…)
Toen was hij klaar met dat standje en vroeg of hij doggy mocht doen bij mij. Ik zei nee. Toen zei hij: “maar dan moet je me wel nog twee minuten pijpen”. (…) Ik ging van hem af en ging weer zitten. Hij pakte toen met zijn handen mijn hoofd vast en duwde mijn hoofd weer richting zijn lul. Mijn linkerhand had ik naast hem liggen en mijn rechterhand lag op zijn bovenbeen. Ik hield mijn mond dicht en toen zei hij dat ik mijn mond open moest doen. Hij duwde mij toen naar beneden en ik deed mijn mond open en zo kwam zijn lul weer in mijn mond. Hij bleef mijn hoofd hard op en neer duwen waardoor ik geen lucht kreeg omdat die lul heel diep in mijn keel kwam en ik moest kokhalzen. (…) Ik zei dat die twee minuten om waren en hij zei nee dat is niet zo. Toen moest ik voor mijn gevoel nog een minuut, hem pijpen. Toen was hij klaar en mocht [getuige 1] de auto inkomen. (…)
[verdachte] zei ook nog dat ik niet chagrijnig moest doen en zei dat hij niet wilde dat hij na dit een verkrachter werd genoemd. Hij zei ook dat als ik het aan iemand vertel dat er dan wat zou gebeuren en er komen gevolgen. (…)
De volgende dag vroeg mijn vriendin hoe het was. Ik heb toen antwoord gegeven, praat er maar niet over. Zij vroeg toen door. Dus toen heb ik gezegd dat ik gedwongen seks heb gehad. Ik ben toen naar haar toe geweest in Eindhoven (…). 's Avonds ben ik bij mijn oma gaan eten en ik heb het tegen mijn oma verteld.(…)
Toen ik in Eindhoven was [de rechtbank begrijpt: 15 september 2018] heeft [verdachte] mij via Instagram laten weten in het dialect dat het hem speet. [getuige 1] heeft nog snapchat berichten in het dialect naar mij gestuurd waarin ik vroeg waarom hij mij niet heeft geholpen.
Verdachteverklaarde ter terechtzitting als volgt.
In de nacht van 14 op 15 september 2018 zijn [getuige 1] , [slachtoffer] en ik naar een shisha lounge in de buurt van Venlo gegaan. Op de terugweg zijn wij binnendoor gereden. Op een gegeven moment zijn wij gestopt zodat [getuige 1] en ik konden plassen. Ik ben achterin de auto gaan zitten, naast [slachtoffer] , en toen heeft zij mij gepijpt en hebben wij seks gehad.
Verdachteverklaarde bij de politie het volgende.
Ik stelde voor aan [getuige 1] om naar Eindhoven of naar de Lounge te gaan. Dat is een Shishabar in Breyell. (…) Breyell ligt in Duitsland. Vanuit de woning van [slachtoffer] zijn wij richting Breyell gegaan. Op de terugweg zijn wij gestopt op een landweg na de afslag Venlo-Zuid.
Verbalisant Vervoortheeft onderzoek gedaan naar de mobiele telefoon van aangeefster.
Op de mobiele telefoon werden screenshots van gesprekken via snapchat tussen aangeefster en [getuige 1] aangetroffen.
[getuige 1] : praat via hier.
Aangeefster: is goed. Wat vond je van gisteren? Ben eens eerlijk.
[getuige 1] : ja ik wist hoe dan ook, toen hij dat zei, dat het ging gebeuren.
Aangeefster: waarom heb je mij niet geholpen?
[getuige 1] : omdat ik weet dat dat geen zin heeft.
Aangeefster: wat heeft geen zin?
[getuige 1] : om er iets van te zeggen. Dan laat hij jou en mij lopen.
Aangeefster: merkte je op de terugweg niet dat er iets met mij was?
Aangeefster: ik wist echt niet wat mij overkwam.
[getuige 1] : wat heb je gedaan toen je thuis kwam? Eerlijk.
Aangeefster: gehuild en ik was bang.
Aangeefster: ik was zo bang. Wat had je dan verwacht wat ik zou doen na zo’n situatie.
[getuige 1] : ja, geen idee.
Aangeefster: ja, ik zit er echt mee. Ben gewoon fucking bang.
[getuige 1] : hoezo? Waarvoor?
Aangeefster: ja gewoon. Denk eens goed na.
[getuige 1] : als je gewoon je mond houdt dan gebeurt er niets. Anders zou ik niet weten, als je gaat praten.
Aangeefster: hoe bedoel je, wat gebeurt er dan?
[getuige 1] : geen idee, weet niet wat zijn reactie is. Stel je voor je ouders doen aangifte. Wat denk je. Dan wordt hij kanker lijp.
Aangeefster: vind je het normaal wat er gebeurd is?
[getuige 1] : seks hoort bij het leven, maar wil je aangifte doen?
Aangeefster: seks? Ik weet niet wat ik moet doen, maar ik zeg je eerlijk. Ik ben er gewoon ziek van.
[getuige 1] : ja luister. Ik zou gewoon niets zeggen. Mijn advies.
Aangeefster: wat gebeurt er dan denk je?
[getuige 1] : geen idee, maar zou het gewoon niet doen.
Aangeefster: je gaat niet voor niets waarschuwen, toch?
[getuige 1] : ja omdat ik niet weet wat hij gaat doen. (…) Hij is onvoorspelbaar, dus ik heb geen idee.
Aangeefster: wat zou je doen als je in mijn situatie stond?
[getuige 1] : niets. Stil zijn en verder leven.
Aangeefster: wat dacht jij dan wat er gisteren is gebeurd?
Aangeefster: vind je dat normaal dan?
[getuige 1] : ik zou er niets mee doen.
Op de mobiele telefoon werd een gesprek aangetroffen tussen verdachte en [slachtoffer] via Instagram.
Aangeefster: wat vond je van gisteren?
Verdachte: ik ga het nergens meer over hebben.
Aangeefster: hoe bedoel je?
Verdachte: heb wel spijt, sorry.
Getuige [getuige 2]heeft het volgende verklaard.
Ik werd zaterdagochtend [de rechtbank begrijpt: 15 september 2018] wakker en merkte aan de whatsapp gesprekken van [slachtoffer] dat er iets aan de hand was. (…) Op enig moment gaat het gesprek over gisteravond en zegt [slachtoffer] dat ze gedwongen seks heeft gehad. (…) We spraken af op het station in Eindhoven. (…) Toen [slachtoffer] mij zag begon ze heel hard te huilen. Ik zag dat ze heel moe was en ik zag dat ze naar de grond keek omdat ze zo hard aan het huilen was.
Getuige [getuige 3]heeft het volgende verklaard.
Het was van vrijdag- op zaterdagnacht gebeurd en op zaterdagmiddag [de rechtbank begrijpt: 15 september 2018] is ze naar mij toegekomen. Ze is eerst naar Eindhoven gegaan naar een vriendin. [slachtoffer] kwam eten maar zei niet meteen iets. Ik merkte wel iets aan haar. Ik moest iets gaan halen op de slaapkamer en toen begon ze te huilen. We zijn toen op bed gaan zitten maar ze durfde het eerst niet te vertellen, ik bleef een beetje doordrammen maar uiteindelijk heeft ze gezegd dat er iets ergs was gebeurd. Toen kwam ze met haar verhaal.
Bewijsoverwegingen
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte en [slachtoffer] op 15 september 2018 in Breyell (te Duitsland) naar een shisha lounge zijn geweest en dat zij daarna, op de terugweg naar huis, in of nabij de gemeente Venlo, seksuele handelingen hebben verricht. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of [slachtoffer] deze handelingen onder dwang heeft moeten ondergaan.
Inleiding
Volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) kan het bewijs dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige naar voren gebrachte feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in een ander bewijsmiddel. De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden. Dit vergt een beoordeling in het concrete geval. Aan de bewijsminimumregel wordt voldaan als de verklaring van - in dit geval aangeefster – op specifieke punten steun vindt in ander bewijsmateriaal, zodat die verklaring als het ware is ingebed in een concrete delictscontext die bevestiging vindt uit andere bron.
Dwang
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van aangeefster [slachtoffer] wordt gesteund door de hiervoor vermelde bewijsmiddelen. De rechtbank overweegt dat uit het gesprek via snapchat tussen aangeefster en [getuige 1] tussen de regels door te lezen is dat [getuige 1] wist dat de seks tussen verdachte en [slachtoffer] niet vrijwillig was. Zo begint [getuige 1] zelf over het doen van aangifte en op de vraag van [slachtoffer] waarom [getuige 1] haar niet geholpen heeft, antwoordt hij dat verdachte hen dan allebei naar huis had laten lopen. Deze berichten passen in het verhaal van aangeefster, maar niet in dat van verdachte. De aangifte wordt ook ondersteund door de ‘sorry’ van verdachte aan aangeefster. Dat verdachte zich heeft verontschuldigd, omdat hij in strijd met zijn principes een one night stand had gehad met aangeefster, zoals hij zelf stelt, is niet aannemelijk geworden. Anders dan ter zitting namens verdachte is betoogd, volgt uit zijn eigen verklaring bij de politie dat hij niet alleen seks in een relatie heeft, maar ook met iemand die hij bijvoorbeeld tijdens een vakantie tegenkomt. Bovendien volgt zowel uit de verklaringen van [getuige 1] als verdachte dat zij het niet abnormaal vonden seks op de achterbank te hebben terwijl een van de twee buiten stond te wachten. Verdachte beaamt bovendien dat hij in die tijd een ‘player’ was en in het verhoor bij de politie verklaart hij dat [getuige 1] hem wel vaker had gezien terwijl hij seks had met een meisje. Zo principieel en kieskeurig wat seks en relaties betreft is de verdachte dus niet. Kortom, de verklaring van de verdachte voor het bericht waarin hij ‘sorry’ zegt, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Daarnaast wordt de aangifte ondersteund door de verklaringen van getuigen [getuige 2] en [getuige 3] . Zij zagen, apart van elkaar, dat aangeefster op 15 september 2018 begon met huilen toen zij haar zagen.
Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat er wettig en overtuigend bewijs is voor de verkrachting, ondanks de ontkenning van verdachte. De verklaring van aangeefster wordt voldoende ondersteund door de hiervoor vermelde bewijsmiddelen en staat daarmee niet op zichzelf, maar is als het ware ingebed in een concrete context die bevestiging vindt in andere bronnen.
De rechtbank komt, gelet op het bovenstaande, tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.