Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 juli 2020 met acht producties
- de pleitnotities van de advocaat van [gedaagde]
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 25 augustus 2020
- de brief van mr. Schoofs van 28 september 2020 met bijlage (vier pagina’s)
- de brief van mr. Schoofs van 23 oktober 2020 met bijlage (zes pagina’s)
- de voortzetting van de mondelinge behandeling op 19 november 2020.
2.De feiten
3.Het geschil
ik mis je” (productie bij brief van 28 september 2020), uit de brief van de buurvrouw van [eiseres] en de door haar aan [eiseres] gezonden WhatsApp-berichten met foto’s, waarop [gedaagde] is te zien in de straat van [eiseres] ter plaatse van de woning van [eiseres] (productie bij brief van 23 oktober 2020) en de door [gedaagde] voor de huisdeur van [eiseres] neergezette plastic tas met kandelaar en een briefje met de tekst: “
dit is no van jou”.
4.De beoordeling
Schatje ik wil tug ajb …”. Dat [gedaagde] daarna nog enige dagen heeft gepoogd om de relatie te herstellen, is niet zonder meer onrechtmatig. Op enig moment worden hardnekkige eenzijdige herstelpogingen wel onrechtmatig. De voorzieningenrechter houdt wat dit betreft, met inachtneming van het feit dat [gedaagde] wist dat [eiseres] hem beschuldigde van mishandeling, een periode van een week aan. Na die week behoort [gedaagde] zich te realiseren, gelet op de afwijzende houding van [eiseres] , dat hij de breuk niet meer herstelt zou krijgen, en moet hij stoppen met zijn eenzijdige pogingen om te breuk te herstellen.