ECLI:NL:RBLIM:2020:9459
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor uitbreiding kinderopvang onder bestemmingsplan Maatschappelijk
Op 2 december 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een omgevingsvergunning die is verleend aan stichting Meerderweert voor de uitbreiding van het IKC Laar in Weert. Verzoeker, die naast het IKC woont, heeft bezwaar gemaakt tegen het bestreden besluit en verzocht om een voorlopige voorziening op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat aan de formele vereisten is voldaan en dat er sprake is van onverwijlde spoed, aangezien de realisatie van het bouwplan op korte termijn dient te beginnen.
De voorzieningenrechter heeft de rechtmatigheid van het bestreden besluit voorlopig beoordeeld. De discussie in de zaak draait om de vraag of de commerciële kinderopvangactiviteiten van Stichting Hoera Kindercentra in strijd zijn met de bestemming "Maatschappelijk" zoals vastgelegd in het bestemmingsplan. Verzoeker stelt dat de activiteiten niet passen binnen de bestemming omdat deze alleen non-profit activiteiten zouden toestaan. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat de kinderopvangactiviteiten, die ook een publieke dienstverlening zijn, niet in strijd zijn met de bestemming. De voorzieningenrechter concludeert dat de beoogde uitbreiding van het IKC niet in strijd is met het bestemmingsplan en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 2 december 2020 en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.