Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 105,09
- griffierecht € 124,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 25 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V. en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde betaling van een bedrag van € 448,40, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een zorgverzekeringsovereenkomst. De totale achterstand die door de eisende partij werd gesteld, bedroeg € 363,05, met een berekende wettelijke rente van € 19,45 tot 4 september 2020 en een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten van € 65,90.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldeed aan de vereisten van de wet en dat de gedaagde partij, vermoedelijk een consument, niet meer had gereageerd na het verlenen van uitstel. De kantonrechter oordeelde dat de vordering ten aanzien van de hoofdsom als niet weersproken vaststond en toewijsbaar was. Wat betreft de buitengerechtelijke incassokosten kon de kantonrechter echter niet vaststellen vanaf welke datum de gedaagde partij in verzuim was, waardoor deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking kwamen.
De kantonrechter heeft de wettelijke rente toegewezen vanaf de dag van dagvaarding, aangezien verzuim was ingetreden door de dagvaarding. De gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van € 363,05, vermeerderd met wettelijke rente, en in de kosten van de procedure, die op € 301,09 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.