ECLI:NL:RBLIM:2020:9062

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 november 2020
Publicatiedatum
19 november 2020
Zaaknummer
8327236 \ CV EXPL 20-711
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woonruimte

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 11 november 2020, is de stichting Woningstichting Servatius, gevestigd te Maastricht, als eisende partij opgetreden tegen een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De procedure is gestart met een dagvaarding, gevolgd door een schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord van de gedaagde en een conclusie van repliek, waarbij de gedaagde partij niet heeft gereageerd op de conclusie van dupliek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eisende partij niet of onvoldoende is betwist door de gedaagde partij, wat heeft geleid tot toewijzing van de vordering.

De kantonrechter heeft in zijn vonnis de bestaande huurovereenkomst ontbonden en de gedaagde partij veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde ontruimen. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van verschuldigde huur en buitengerechtelijke incassokosten, alsook een vergoeding gelijk aan de huurprijs voor elke maand dat het gehuurde niet is ontruimd. De kosten van de procedure aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 814,09. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. I.R.A. Timmermans-Vermeer, die de zaak heeft behandeld.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8327236 \ CV EXPL 20-711
Vonnis van de kantonrechter van 11 november 2020
in de zaak van:
de stichting WONINGSTICHTING SERVATIUS,
gevestigd te Maastricht,
eisende partij,
gemachtigde Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders Eindhoven,
tegen:
[gedaagde partij],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord van gedaagde partij
- de conclusie van repliek, tevens aanvulling grondslag.
1.2.
De conclusie van dupliek is door gedaagde, hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, niet genomen. Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Uit het antwoord van gedaagde partij is de kantonrechter gebleken dat de vordering van eisende partij niet althans onvoldoende wordt betwist. De vordering dient daarom te worden toegewezen.
2.2.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 105,09
  • griffierecht € 499,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 814,099

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
ontbindt de bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde, staande en gelegen te [plaats] aan de [adres] ,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij, om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde met alle zich daarin bevindende personen en zaken te ontruimen en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van eisende partij te stellen,
3.3.
veroordeelt gedaagde partij voorts om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de somma van € 1925,20 aan verschuldigde huur en € 349,46 aan buitengerechtelijke incassokosten,
3.4.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij te betalen een vergoeding gelijk aan de huurprijs van € 500,10 voor elke ingegane maand met ingang van 1 februari 2020 tot en met de maand waarin gedaagde partij het gehuurde heeft ontruimd,
3.5.
veroordeelt gedaagde partij voorts in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 814,09,
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.R.A. Timmermans-Vermeer en in het openbaar uitgesproken.
type: IT
coll: