Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 105,09
- griffierecht € 499,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
Op 11 november 2020 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis gewezen in de zaak tussen de Stichting Zuyd Hogeschool en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij, vertegenwoordigd door de gemachtigde Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders Eindhoven, vorderde betaling van een bedrag van € 1.281,23, vermeerderd met wettelijke rente. De procedure begon met een dagvaarding, gevolgd door een antwoord van de gedaagde partij.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de Stichting Zuyd Hogeschool niet of onvoldoende werd betwist door de gedaagde partij. Daarom heeft de rechter geoordeeld dat de vordering toegewezen dient te worden. De gedaagde partij werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op een totaal van € 784,09.
In de beslissing heeft de kantonrechter de gedaagde partij veroordeeld om het gevorderde bedrag te betalen, met wettelijke rente over een deel van het bedrag vanaf 21 juli 2020. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en is het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. I.R.A. Timmermans-Vermeer.