In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 11 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een koper en een verkoper van een tweedehands auto. De koper, aangeduid als [eiser], heeft op 31 augustus 2019 een Renault Vel Satis gekocht van [gedaagde], een vennootschap onder firma. Na de aankoop heeft de koper verschillende gebreken aan de auto gemeld, waaronder problemen met de airconditioning en de automatische versnellingsbak. Ondanks dat de verkoper de auto heeft gerepareerd, heeft de koper op 19 maart 2020 de koopovereenkomst ontbonden, omdat hij van mening was dat de auto niet voldeed aan de overeenkomst.
De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er sprake is van een consumentenkoop en dat de koper de auto als particulier heeft aangeschaft. De rechter heeft vervolgens artikel 7:17 BW toegepast, dat bepaalt dat de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet voldoen. De rechter oordeelde dat de koper niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde gebreken aan de automatische versnellingsbak. Het keuringsrapport van de garage vermeldde weliswaar enkele storingen, maar het was onduidelijk of deze storingen betrekking hadden op de auto van de koper.
Daarom heeft de rechter geoordeeld dat de vorderingen van de koper tot herstel van de gebreken en ontbinding van de koopovereenkomst moesten worden afgewezen. Ook de vordering tot vergoeding van de kosten voor het uitlijnen van de auto werd afgewezen, omdat de koper niet had aangetoond dat dit noodzakelijk was. De koper werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van de verkoper, die op € 480,00 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.