ECLI:NL:RBLIM:2020:8696

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 november 2020
Publicatiedatum
9 november 2020
Zaaknummer
8611920 \ CV EXPL 20-3099
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een tweedehands auto en de bewijsvoering van gebreken

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 11 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een koper en een verkoper van een tweedehands auto. De koper, aangeduid als [eiser], heeft op 31 augustus 2019 een Renault Vel Satis gekocht van [gedaagde], een vennootschap onder firma. Na de aankoop heeft de koper verschillende gebreken aan de auto gemeld, waaronder problemen met de airconditioning en de automatische versnellingsbak. Ondanks dat de verkoper de auto heeft gerepareerd, heeft de koper op 19 maart 2020 de koopovereenkomst ontbonden, omdat hij van mening was dat de auto niet voldeed aan de overeenkomst.

De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er sprake is van een consumentenkoop en dat de koper de auto als particulier heeft aangeschaft. De rechter heeft vervolgens artikel 7:17 BW toegepast, dat bepaalt dat de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet voldoen. De rechter oordeelde dat de koper niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde gebreken aan de automatische versnellingsbak. Het keuringsrapport van de garage vermeldde weliswaar enkele storingen, maar het was onduidelijk of deze storingen betrekking hadden op de auto van de koper.

Daarom heeft de rechter geoordeeld dat de vorderingen van de koper tot herstel van de gebreken en ontbinding van de koopovereenkomst moesten worden afgewezen. Ook de vordering tot vergoeding van de kosten voor het uitlijnen van de auto werd afgewezen, omdat de koper niet had aangetoond dat dit noodzakelijk was. De koper werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van de verkoper, die op € 480,00 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 8611920 \ CV EXPL 20-3099
Vonnis van de kantonrechter van 11 november 2020
in de zaak van:
[eiser],
wonend [adres 1] ,
[woonplaats 1] ,
eisende partij,
gemachtigde: [naam gemachtigde 1] (DAS Rechtsbijstand),
tegen:

1.de vennootschap onder firma [gedaagde sub 1] ,gevestigd en kantoorhoudend te [vestigingsplaats] ,

2.
[gedaagde sub 2] ,vennoot van gedaagde sub 1,
wonend [adres 2] ,
[woonplaats 2] ,
3.
[gedaagde sub 3] ,vennoot van gedaagde sub 1,
wonend [adres 3] ,
[woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: [naam gemachtigde 2] (SRM Rechtsbijstand).
Partijen worden verder aangeduid als “ [eiser] ” en “ [gedaagde] ”.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • de conclusie van repliek, met producties;
  • de conclusie van dupliek, met producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 31 augustus 2019 heeft [eiser] van [gedaagde] een auto gekocht van het merk Renault, type Vel Satis, met bouwjaar 2002 en kilometerstand 216.241, met kenteken [kenteken] tegen een koopprijs van € 3.750,00. Bij het sluiten van de overeenkomst is een BOVAG-garantie van zes maanden overeengekomen.
2.2.
Op 20 september 2019 is de auto aan [eiser] afgeleverd. Op 23 september 2019 heeft [eiser] contact opgenomen met [gedaagde] , omdat de airconditioning niet naar behoren functioneerde. Omdat de garage van [gedaagde] zich op enige afstand van [eiser] bevindt, adviseerde [gedaagde] de auto te laten controleren bij Vakgarage Cup (hierna: Cup), wat is gebeurd. [eiser] heeft vervolgens op 10 oktober 2019 de auto ter reparatie naar [gedaagde] gebracht. [gedaagde] heeft de airconditioning gerepareerd en een andere radio in de auto gemonteerd. De auto was op 23 oktober 2019 gereed. Gedurende de reparatie tijd heeft [eiser] gebruik gemaakt van een vervangende auto die kosteloos door [gedaagde] aan hem ter beschikking is gesteld.
2.3.
[eiser] heeft de auto op 31 oktober 2019 door een garage in Heijen laten uitlijnen, waarvoor [eiser] € 100,00 heeft betaald.
2.4.
[eiser] heeft op 28 november 2019 door Cup een aankoopkeuring laten verrichten. Het rapport vermeldt, voor zover van belang:

l. koplamp sproeier komt niet helemaal goed terug
(…)
deurontgrendeling werkt niet van buiten
achter op de motor is koelvloeistof zichtbaar.
Op een van de bladen staat dat de radio een slechte ontvangst heeft. Onder punt 131 (EOBD uitlezen) staat “
2 storingen”.
2.5.
In ieder geval bij e-mails van 16 en 17 december 2019 heeft [eiser] deze gebreken aan [gedaagde] gemeld en om reparatie gevraagd. Ook heeft [eiser] in de mails gemeld dat de auto om de haverklap uitviel tijdens het rijden en om reparatie verzocht.
2.6.
[gedaagde] heeft de auto op 20 december 2019 bij [eiser] ter reparatie opgehaald en [eiser] kosteloos vervangend vervoer ter beschikking gesteld.
In verband met het stilvallen van de auto moest er een nieuwe sensor worden gemonteerd. Deze sensor had een lange levertijd. Uiteindelijk was de auto op 13 februari 2020 gerepareerd en heeft [gedaagde] de auto op 20 februari 2020 bij [eiser] afgeleverd.
2.7.
Bij brief van 19 maart 2020 heeft [eiser] de koopovereenkomst ontbonden, omdat er volgens hem een gebrek zou zijn aan de automatische versnellingsbak. [eiser] sommeerde [gedaagde] het aankoopbedrag van de auto binnen 14 dagen te voldoen, echter [gedaagde] is daartoe niet overgegaan.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat - primair veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 3.850,00 (bestaande uit de koopprijs van de auto ad € 3.750,00 en de kosten van het uitlijnen ad € 100,00) alsmede een bedrag van € 500,00 aan buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast vordert [eiser] [gedaagde] te veroordelen medewerking te verlenen aan het overschrijven van de auto op naam Van [gedaagde] . Subsidiair vordert [eiser] herstel van de gebreken door [gedaagde] binnen veertien dagen na het wijzen van het vonnis, een en ander met nevenvorderingen als vermeld in de dagvaarding.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen - samengevat - het volgende ten grondslag. De auto beantwoordt niet aan de overeenkomst. Nu er problemen zijn aan de versnellingsbak is de auto immers niet normaal te gebruiken. De auto is bovendien al twee maal eerder gerepareerd. Van [eiser] kan niet worden verwacht dat hij de auto een derde keer laat repareren. Voor hem is de maat vol, nu hij de auto van de zes maanden na aankoop slechts drie maanden heeft kunnen gebruiken. [eiser] is dan ook van mening dat hij het recht heeft de koopovereenkomst te ontbinden.
De kosten van het uitlijnen is [gedaagde] volgens [eiser] verschuldigd, omdat dit volgens Cup nodig was.
3.3.
[gedaagde] voert - samengevat - het volgende verweer. Er is geen sprake van een gebrek. [eiser] heeft althans niet onderbouwd dat er sprake is van een gebrek en de auto niet naar [gedaagde] gebracht voor onderzoek. Voor zover van een gebrek al sprake is, levert dit, gelet op de leeftijd van de auto en het gereden aantal kilometers, geen non-conformiteit op. Daarnaast gaat het ook nog eens om een nieuw gebrek, waarvoor [gedaagde] niet de kans heeft gehad het te herstellen; van verzuim aan haar kant is dan ook geen sprake is. Wel is sprake van schuldeisersverzuim aan de zijde van [eiser] , nu [gedaagde] tweemaal heeft aangeboden de auto te onderzoeken, waar [eiser] niet op is ingegaan.
Voor het geval dat de koopovereenkomst wordt ontbonden wegens non-conformiteit, eist [gedaagde] in (voorwaardelijke) reconventie - samengevat - teruglevering van de auto in de oorspronkelijke staat en een door [eiser] te betalen vergoeding voor het aantal gereden kilometers.
[gedaagde] betwist tot slot dat het nodig was de auto uit te lijnen. Zij heeft aan [eiser] uitgelegd waarom het volgens haar niet nodig was. Het enkele feit dat [eiser] de auto door Profile Heijen heeft laten uitlijnen betekent nog niet dat dit ook noodzakelijk was.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Bij de beoordeling stelt de kantonrechter voorop dat sprake is van een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 lid 1 BW. [eiser] heeft de auto immers als particulier gekocht van [gedaagde] die daarbij handelde in de uitoefening van haar bedrijf.
4.2.
Op grond van artikel 7:17 lid 1 BW moet de afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoorden. Volgens artikel 7:17 lid 2 BW beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien. Wordt, zoals in dit geval aan de orde is, een (tweedehands) auto gekocht, dan moet men daarmee veilig aan het verkeer kunnen deelnemen.
4.3.
[gedaagde] betwist dat sprake is van een gebrek aan de automatische versnellingsbak Het is dan aan [eiser] om dit te bewijzen. [eiser] heeft echter op geen enkele wijze onderbouwd dat sprake is van het door hem gestelde gebrek aan de automatische versnellingsbak. Het blijkt in ieder geval niet uit het keuringsrapport van Cup. Dat spreekt weliswaar van twee storingen, maar niet duidelijk is waarop die betrekking hebben en wat de ernst daarvan is. Van de schermafdrukken van de foutmeldingen die [eiser] bij repliek in het geding heeft gebracht, wordt de kantonrechter ook niet veel wijzer, waarbij bovendien nog geldt dat nergens uit blijkt dat deze betrekking hebben op de onderhavige auto. Een en ander leidt ertoe dat niet is komen vast te staan dat sprake is van een gebrek aan de automatische versnellingsbak. Daarmee kan een oordeel over de vraag of dit non-conformiteit oplevert achterwege blijven. Het gevolg van dit alles is dat [eiser] geen recht heeft op herstel van de auto dan wel ontbinding van de koopovereenkomst. Beide vorderingen zullen dan ook worden afgewezen. Aan de eis in voorwaardelijke reconventie komt de kantonrechter dan niet toe, zodat deze onbesproken kan blijven.
4.4.
De gevorderde kosten van het uitlijnen van de auto worden eveneens afgewezen, nu [eiser] niet heeft onderbouwd dat uitlijnen noodzakelijk was.
4.5.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op een bedrag van € 480,00 aan gemachtigdensalaris (2 maal tarief € 240,00).

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] gevallen en tot op heden begroot op € 480,00,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: EB
coll: EB