Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[oorspronkelijk eiseres in conventie, thans geopposeerde, verweerster in voorwaardelijke reconventie sub 1] ,
2.
[oorspronkelijk eiser in conventie, thans geopposeerde, verweerder in voorwaardelijke reconventie sub 2],
en
[gedaagde in conventie, thans opposant, eiser in voorwaardelijke reconventie sub 2],
1.Het verloop van de procedure
- de oorspronkelijke dagvaarding met producties 1 t/m 6;
- het verstekvonnis van 16 oktober 2019;
- de verzetdagvaarding, tevens houdende een voorwaardelijke vordering in reconventie, met producties 1 t/m 7;
- de akte houdende overlegging van producties 8 t/m 17, tevens akte houdende vermeerdering van eis van [oorspronkelijk gedaagden] ;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, tevens houdende akte voorwaardelijke vermeerdering van eis in conventie, met producties 7 t/m 31;
- het proces-verbaal van de comparitie na antwoord van 4 september 2020.
3.Het geschil
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het verzet
4.De beoordeling
ondubbelzinnigvalt op te maken dat hij over voldoende gegevens met betrekking tot (de inhoud van) zijn veroordeling beschikt om zich daartegen tijdig en adequaat te kunnen verzetten. Voldoende is dat de gedaagde bekend is met de eiser(s), de vordering, de veroordeling jegens wie en het gerecht waardoor hij is veroordeeld.
daad, een gedraging van de veroordeelde. Voorts is vereist dat de daad is gepleegd door de veroordeelde zelf.
ondubbelzinniguit de naar buiten gerichte daad volgen.
ondubbelzinnigop te maken dat hij over voldoende gegevens met betrekking tot (de inhoud van) zijn veroordeling beschikte om zich daartegen tijdig en adequaat te kunnen verzetten. Er kan dus onvoldoende onomstotelijk worden vastgesteld dat de bedoelde bijlage is geopend.