Op 5 november 2020 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen Woningstichting Servatius en krakers van een woning. Woningstichting Servatius, vertegenwoordigd door advocaat mr. G. Vansant, vorderde ontruiming van de woning die door de gedaagden zonder toestemming werd bewoond. De gedaagde sub 1 was aanwezig in de rechtszaal, terwijl de gedaagden onder 2 niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vordering tegen gedaagde sub 1 niet betwist was en dat Woningstichting Servatius voldoende belang had bij de vordering, aangezien gedaagde sub 1 de woning zonder toestemming bewoonde.
De vordering tegen de gedaagden onder 2 werd echter afgewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond was. De voorzieningenrechter heeft ook de gevorderde machtiging om de ontruiming zelf uit te voeren met behulp van de sterke arm van justitie afgewezen, omdat dit overbodig was volgens de wet. De rechter heeft de gedaagden veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.752,01.
In de beslissing heeft de voorzieningenrechter de gedaagden opgedragen om de woning binnen 48 uur na betekening van het vonnis te ontruimen. Indien dit niet tijdig gebeurt, mag Woningstichting Servatius de ontruiming zelf uitvoeren. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de gedaagden zijn ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente indien niet tijdig voldaan wordt.