ECLI:NL:RBLIM:2020:8511

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 oktober 2020
Publicatiedatum
3 november 2020
Zaaknummer
C/03/280241 HA RK 20-155
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot wraking van rechter in bewindzaak

In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg op 27 oktober 2020 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die zich niet prettig voelde bij de rechter, mr. J. Schreurs-van de Langemheen, die belast was met de behandeling van zijn zaak. De verzoeker stelde dat de rechter partijdig was en dat hij de voorkeur gaf aan een mannelijke rechter. Tijdens een kennismakingsgesprek op 26 juni 2020 had de rechter volgens de verzoeker de schijn gewekt niet onpartijdig te zijn, en hij voelde zich te veel geïnterrumpeerd.

De rechter heeft in haar schriftelijke reactie aangegeven dat het gesprek bedoeld was als kennismaking en niet als behandeling van een geschil. De wrakingskamer oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren aangevoerd die de schijn van vooringenomenheid konden onderbouwen. De wrakingskamer concludeerde dat het onderhoud niet alleen als een kennismaking kon worden beschouwd, maar ook als een voortzetting van het toezicht dat de rechter uitoefent in het kader van het bewind. De opmerkingen van de verzoeker over de wijze van optreden van de rechter werden niet als voldoende concreet beschouwd om vooringenomenheid aan te tonen.

Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en afgewezen, met de mededeling dat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel openstaat.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Wrakingskamer
Zaaknummer: C/03/280241 / HA RK 20-155
Beslissing van de meervoudige kamer belast met de behandeling van wrakingsverzoeken
op het verzoek van
[verzoeker]
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
dat strekt tot wraking van mr. J. Schreurs-van de Langemheen, rechter in de rechtbank Limburg (hierna: de rechter).

1.De procedure

Op 28 juni 2020 is ter griffie een brief van verzoeker ontvangen, waarin een niet bij naam genoemde rechter wordt gewraakt. Op dit verzoek is door de wrakingskamer bij uitspraak van 6 juli 2020 beslist. Vervolgens is op 14 juli 2020 ter griffie een brief van verzoeker ontvangen betreffende een verzoek tot wraking van de rechter, belast met de behandeling van de zaak met kenmerk 8368058 BM VERZ 20-1020. Voornoemd zaaksnummer ziet op de uitoefening van toezicht op het dossier van verzoeker, waarin op 26 juni 2020 een intake heeft plaatsgevonden welke was bedoeld als kennismakingsgesprek tussen de rechter en verzoeker.
De rechter heeft de wrakingskamer op 11 augustus 2020 bericht dat zij niet in de wraking berust en zij heeft op 18 augustus 2020 een schriftelijke reactie ingediend.
De behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden ter zitting van de wrakingskamer op
9 oktober 2020 waar verzoeker en zijn bewindvoerder/mentor, [naam bewindvoerder/mentor] , zijn verschenen.
De datum van de uitspraak is bepaald op heden.

2.Standpunt van verzoeker

Verzoeker heeft aangevoerd dat de rechter partijdig is en heeft verzocht om een mannelijke rechter. Ter zitting van 9 oktober 2020 heeft hij zijn verzoek nader toegelicht en aangegeven dat de rechter tijdens het gesprek op 26 juni 2020 de schijn heeft gewekt dat zij niet onpartijdig was. Verzoeker voelde zich niet prettig bij de rechter en kreeg de indruk dat de rechter de kant van zijn bewindvoerder koos. Verzoeker vindt dat hij te veel werd geïnterrumpeerd en niet de kans kreeg om zijn verhaal te doen. Hij zou zich beter voelen bij een mannelijk rechter.

3.Standpunt van de rechter

De rechter heeft in haar schriftelijke reactie naar voren gebracht dat het gesprek bedoeld was als een kennismaking met verzoeker en niet ter behandeling van een geschil. Nu er geen sprake is van een beoordeling van een aanhangig geschil door de rechter, stelt zij zich op het standpunt dat wraking niet mogelijk is. Voorts voert zij aan dat de door verzoeker gestelde wrakinggrond onvoldoende concreet is om inhoudelijk op te kunnen reageren.

4.De beoordeling

Op grond van artikel 36 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Gelet op de omstandigheid dat aard en strekking van het bewind is dat de rechter een 'voortdurend' toezicht op de onder het bewind staande goederen van de rechthebbende uitoefent, is de wrakingskamer van oordeel dat in dit geval sprake is van de behandeling van een zaak, als hiervoor bedoeld. In die zin kan het onderhoud, waarvan overigens tevens een proces-verbaal werd opgemaakt, niet slechts als een kennismaking met een opvolgend rechter worden beschouwd, doch ook als voortzetting van dat ‘voortdurend’ toezicht.
De wrakingskamer stelt vervolgens vast, en is daarmee van oordeel, dat verzoeker geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd waaruit (de schijn van) vooringenomenheid van de rechter jegens hem zou kunnen worden afgeleid. Afgezien van de opmerkingen van verzoeker betreffende het verloop van het gesprek, waaruit de wrakingskamer afleidt dat enkel sprake is van een slechte eerste indruk van de rechter bij verzoeker, noemt verzoeker geen concrete uitlatingen en/of gedragingen van de rechter waaruit zou kunnen worden afgeleid dat zij tegen verzoeker vooringenomen was. Uit de opmerkingen over de wijze van optreden van de rechter tijdens het gesprek kan evenmin vooringenomenheid worden afgeleid.
Het verzoek is daarom ongegrond en zal worden afgewezen.

5.De beslissing

De wrakingskamer
- wijst het verzoek tot wraking van mr. J. Schreurs-van de Langemheen af.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.H.J. Otto, voorzitter, mr. R.M.M. Kleijkers en mr. M.J.M. Goessen, bijgestaan door mr. H.M.E. de Beukelaer als griffier, op 27 oktober 2020.
De griffier is buiten staat deze beslissing mede te onderteken.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.