Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het vonnis van 22 april 2020
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 17 juni 2020, waaruit blijkt dat twee getuigen zijn gehoord
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 8 juli 2020 waaruit blijkt dat een getuigen is gehoord
- de brief van [gedaagde] van 14 augustus 2020
- de conclusie na enquête van [eiseres] .
2.De beoordeling
(zoals ‘naar’ wordt gelezen) herhaalde herinnering niet betalen. Ik zie ook dat mijn handtekening eronder staat. De praktijk op kantoor is dat deze brieven aangetekend worden verzonden en dat staat ook bovenaan de brief vermeld. Als een dergelijke brief niet is aangekomen, komt deze op het secretariaat terug en komt deze brief vervolgens bij mij, zodat ik kan zien dat de betreffende brief niet is aangekomen. Normaal krijg ik geen bewijs van ontvangst. Als ik van PostNL de brief niet retour krijg, dan mag ik ervan uit gaan dat de brief is aangekomen. Ik verzorg op kantoor het financiële gedeelte van het werk. Dat betekent dat als er niet wordt betaald, er om de twee weken herinneringen worden gestuurd aan de betreffende klant. Dat gebeurt 5 keer. Als er dan nog niet is betaald, wordt een sommatiebrief verzonden. Na de sommatiebrief wachten we een tijdje of er een reactie op komt en daarna ga ik in overleg met de betreffende advocaat hoe we dan verder gaan. (...)”
daadwerkelijkheeft bereikt.