5.1Ter zitting is gebleken dat partijen er niet over van mening verschillen dat verzoekers melding hebben gedaan van een doorlopende demonstratie. De e-mails over de demonstratie op zaterdag tot en met dinsdag zijn bedoeld om kenbaar te maken dat verzoekers en de anderen die dagen in het aangegeven tijdvak bij het gemeentehuis aanwezig zijn om te demonstreren. Verzoekers en de anderen kunnen op grond van hun melding dus nog steeds demonstreren. Verzoekers hebben daarom een spoedeisend belang bij schorsing van het bestreden besluit. Zou de voorzieningenrechter daartoe overgaan, kunnen zij en de anderen namelijk verder demonstreren zonder dat de aan de demonstratie verbonden voorschriften, waarmee verzoekers het niet eens zijn, daarvoor gelden.
Wat moet er worden beoordeeld als er een spoedeisend belang is?
6. Als er een spoedeisendheid belang is, beoordeelt de voorzieningenechter de rechtmatigheid van het besluit dat wordt bestreden en maakt zij, voor zover nodig, een afweging van de betrokken belangen om tot een oordeel te komen over het treffen van een voorlopige voorziening. De rechtmatigheidsbeoordeling is een voorlopige beoordeling en bindt het bestuursorgaan in de bezwaarschriftprocedure en de rechtbank in een eventuele beroepsprocedure niet. Gelet hierop gaat de voorzieningenrechter hierna, aan de hand van wat verzoekers en hun gemachtigde tegen het bestreden besluit naar voren hebben gebracht, en na te hebben uitgelegd wat het wettelijk kader voor de beoordeling is, een voorlopige rechtmatigheidsbeoordeling van het bestreden besluit geven.
7. In de grondwet is bepaald dat het recht om te demonstreren een grondrecht is. Daarin is ook bepaald dat aan de uitoefening van dat recht bij wet regels kunnen worden gesteld ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Dat is in de Wet openbare manifestaties gebeurd. In deze wet is geregeld dat de burgemeester een demonstratie kan verbieden als één van de genoemde belangen dat vordert en aan een demonstratie beperkingen kan stellen als dat dienstig is aan één van deze belangen. In de Wet veiligheidsregio’s is bepaald dat in tijden van crisis in plaats van de burgemeester de voorzitter van de veiligheidsregio zulke beslissingen neemt. Voor de wettelijke bepalingen waarin dit is geregeld verwijst de voorzieningenrechter naar de bijlage bij deze uitspraak.
De rechtmatigheidsbeoordeling
8. Verzoekers stellen zich op het standpunt dat de voorschriften die verweerder aan de demonstratie heeft verbonden geen beperkingen zijn die verweerder aan de demonstratie heeft gesteld, maar een verbod inhouden van de demonstratie en dat als de voorschriften toch als beperkingen moeten worden aangemerkt, deze niet konden worden gesteld. Ter ondersteuning van het standpunt dat sprake is van een verbod heeft de gemachtigde van verzoekers ter zitting verwezen naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 25 maart 2015 met kenmerk: ECLI:NL:RVS:2015:899. Zij heeft daarbij aangevoerd dat verzoekers en de anderen met vooral het plaatsen van en het overnachten in caravans bij het gemeentehuis daar willen blijven om een punt te maken, om de demonstratie kracht bijzetten, en dat het plaatsen van en het overnachten in caravans daarom van essentieel belang is voor de demonstratie. Verzoekers zijn het voorts niet eens met de aangewezen locatie, omdat zij op een zichtlocatie willen demonstreren. De gemeente moet hen kunnen zien. Zij vinden dat zij op het grasveld vóór het gemeentehuis met caravans en tenten moeten kunnen staan en dat, om de gezondheid te beschermen, de maatregelen die zijn genomen om verdere verspreiding van COVID-19 tegen te gaan, voldoende zijn. Verzoekers is niet uit politierapporten gebleken dat demonstraties, met name in de avonden, meer publiek trekken dan overdag en dat er dan dus meer handhavers nodig zijn. Gelet op de beperkte omvang van de demonstratie, gaan verzoekers ervan uit dat als gehandhaafd moet worden dat mogelijk met één handhaver kan.