ECLI:NL:RBLIM:2020:8316

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 oktober 2020
Publicatiedatum
28 oktober 2020
Zaaknummer
03.107957.20
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedreiging met vuurwapen en poging tot zware mishandeling in Heerlen

Op 15 april 2020 vond er een schietincident plaats in Heerlen waarbij de verdachte met een vuurwapen op de ruit van de woning van het slachtoffer schoot. De verdachte, geboren in 1985 en gedetineerd in P.I. Sittard, werd bijgestaan door advocaat mr. R.W.P. Krijnen. Tijdens de zitting op 14 oktober 2020 werden de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De officier van justitie eiste vrijspraak voor de poging tot moord en zware mishandeling, omdat er op het moment van het schieten niemand in de woning aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat de bedreiging met een misdrijf tegen het leven wel bewezen kon worden, gezien de omstandigheden van het schieten met een vuurwapen op de woning. De verdachte werd ook schuldig bevonden aan het voorhanden hebben van een vuurwapen, wat werd ondersteund door camerabeelden en getuigenverklaringen. De rechtbank legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de impact op de omwonenden. De verdachte werd vrijgesproken van de primair en subsidiair tenlastegelegde feiten, maar de bedreiging en het voorhanden hebben van een vuurwapen werden bewezen verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen feiten of omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.107957.20
Parketnummer : 03.051089.19 (tul)
tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 oktober 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
wonende te [Adres 1] ,
gedetineerd in P.I. Sittard te Sittard.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. R.W.P. Krijnen, advocaat kantoorhoudende te Geleen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 14 oktober 2020. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:
primairmet een ander heeft geprobeerd [slachtoffer] te doden door met een vuurwapen op de ruit van de woning van die [slachtoffer] te schieten waarbij kogels dat raam hebben doorboord;
subsidiairis dit tenlastegelegd als een poging tot zware mishandeling;
meer subsidiairis dit tenlastegelegd als een bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht.
Feit 2:
een vuurwapen voorhanden heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde, gelet op de omstandigheid dat er op het moment dat er op de woning werd geschoten niemand in de woning aanwezig was.
De onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde bedreiging kan bewezen worden geacht, gelet op de door de verdachte afgelegde verklaring bij de rechter-commissaris inhoudende dat hij in het trappenhuis aan het bellen was met het slachtoffer. De verdachte ontkent niet ter plaatse te zijn geweest. Voorts heeft de officier van justitie gewezen op de getuigenverklaringen van [Naam 1] , [Naam 2] en [Naam 3] en de kogelpunten die op de galerij zijn aangetroffen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 2 tenlastegelegde bezit van een vuurwapen eveneens bewezen kan worden verklaard, gelet op de camerabeelden waarop een persoon met een vuurwapen is te zien. De verdachte wordt herkend als de persoon met het vuurwapen door een opsporingsambtenaar.
Getuige [Naam 1] heeft bij de politie verklaard dat ze een man heeft zien lopen met een zilverkleurig pistool en dat ze 5 schoten heeft gehoord.
Uit forensisch onderzoek blijkt dat de op de galerij aangetroffen kogelpunten zijn afgevuurd met een echt vuurwapen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde bepleit, nu niet duidelijk is of zich iemand in de woning bevond op het moment dat er op de woning werd geschoten. Ten aanzien van het meer subsidiair tenlastegelegde heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat niet met zekerheid kan worden gesteld dat het verdachte was die de kogels heeft afgevuurd. Daarbij heeft het slachtoffer op geen enkel moment aangegeven dat hij zich door verdachte bedreigd voelde. De verdachte dient dan ook van het meer subsidiair tenlastegelegde te worden vrijgesproken.
Het onder 2 tenlastegelegde voorhanden hebben van een vuurwapen kan evenmin worden bewezen. Nu er geen vuurwapen is aangetroffen, kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat het op een vuurwapen gelijkend voorwerp ook een echt vuurwapen was en dat met dit voorwerp is geschoten op de woning aan de [Adres 2] te Heerlen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Op 15 april 2020 om 02.01 uur kregen verbalisanten de melding van de dienstdoende
centralist van het operationeel centrum te Maastricht om te gaan naar de [Adres 2]
te Heerlen. Hier zouden meerdere melders schoten en een ruzie hebben
gehoord. Om 02.08 uur kwamen verbalisanten ter plaatse. Op de galerij van de tweede verdieping zagen verbalisanten dat er glas op de galerij lag en dat er drie gaten in het raam zaten van het pand [Adres 2] te Heerlen. Op de galerij aan de voorzijde van de woning lagen verschillende glasscherven en er zaten drie gaten in één van de ramen. Er lag een projectiel op de grond. Tussen de twee glaslagen zaten verschillende glasscherven en hier bevond zich ook een kogel. In de woning werd niemand aangetroffen. [2]
Op de galerij werden door de verbalisanten:
- drie kogelpunten veiliggesteld. Eén bevond zich in het kozijn van het linkerraam, één lag op de vloer ter hoogte van het rechterraam op de galerij en één werd door de verbalisanten uit de deur van de doucheruimte in de keuken veiliggesteld.
- een aantal munitiefragmenten veiliggesteld die werden aantroffen op de galerij en in het gras op de begane grond. Bij bestudering van deze fragmenten bleek dat één fragment een deel van een kogelpunt betrof. [3]
De kogelpunten zijn onderzocht. De vorm, gewicht en afmetingen van de kogel passen
bij een kogel van het kaliber 1Omm Auto en .40 S & W. Deze kalibers zijn
gangbaar bij revolvers en pistolen. Met deze kalibers kunnen personen dodelijk
worden verwond. Op de kogel waren sporen van trekken en velden zichtbaar,
hetgeen betekent dat deze waren verschoten vanuit een getrokken loop. Dit houdt
in dat ze verschoten zijn met een echt vuurwapen. [4]
Er zijn diverse camerabeelden inbeslaggenomen:
Camera 7: Zicht op centrale toegangsdeur van de flat.
Camera 6: Zicht op de centrale hal bij de toegangsdeur van de flat.
Camera 9: Portiek 1.
Camera 10: Portiek 2 (kleurenbeeld). Op de inbeslaggenomen camerabeelden ziet de verbalisant dat op 15 april 2020 omstreeks 01:38 uur een tweetal mannen in beeld komen
bij camera 10. Een van deze mannen (hierna: persoon 1) is gekleed in een zwart trainingspak met witte strepen aan de zijkant. Hij heeft een donkerkleurige tas om zijn schouders, draagt witte schoenen en heeft donker kleurig haar. Kort achter deze persoon komt een man aanlopen, gekleed in een blauw trainingspak, wit t-shirt en een donkere pet (hierna: persoon 2). Ze lopen de trap omlaag (camera 9) en rond 1:39 uur verlaten ze de flat via de centrale toegangsdeur (camera 6).
Omstreeks 01:58 uur komt persoon 1 bij de centrale ingang in beeld (camera 7).
Hij trapt met kracht de deur in en loopt naar binnen. Korte tijd daarna komt een vrouw aan rennen met een roze/paarse trui, donkere broek en donker lang haar in een staart. Zij gaat ook naar binnen. Zij is aan het bellen (camera 6). Persoon 1 verschijnt vervolgens in beeld bij camera 9 en 10. Hij is aan het bellen en houdt iets in zijn linkerhand vast. Ongeveer 20 seconden later komt persoon 1 in beeld (camera 10) en loopt, gevolgd door de vrouw in de paarse trui, de trap naar beneden en zij verlaten de flat . [5] Op het moment dat de verdachte om 1:58 uur het complex binnenkomt, heeft hij een vuurwapen in zijn hand en wordt hij gevolgd door een vrouw die later zijn vriendin blijkt te zijn. Aan de hand van de camerabeelden is gebleken dat de aangever voor het schietincident zijn woning heeft verlaten. [6]
De verdachte wordt aan de hand van stillfoto’s door een opsporingsambtenaar herkend als de persoon die gekleed is in het zwarte trainingspak met witte sneakers. Hij is de vermoedelijke schutter. [7]
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij ruzie heeft gehad met [Naam 4] . [Naam 4] is de eigenaar van de woning. Verdachte was bij hem thuis. De verdachte wilde zijn geld terug. [8]
Getuige [Naam 1] heeft bij de politie verklaard dat zij woonachtig is in een flatwoning gelegen aan de [Adres 3] te Heerlen. Op 15 april 2020, tussen 01.30 uur en 01.45 uur, hoorde zij geschreeuw voor de centrale toegangsdeur van de flatwoningen. Zij hoorde een mannelijke stem schreeuwen: "Als ik voor maandag mijn doekoe niet krijg dan moet je eens zien wat er met de kanker moeder gebeurt". Vervolgens hoorde zij harde knallen en hoorde de centrale toegangsdeur hard opengaan, doordat de toegangsdeur vermoedelijk werd ingetrapt. Ze is aan haar voordeur gaan kijken en zag een man in het trappenhuis de trap omhoog komen lopen. De man zag er als volgt uit:
- zwarte krullen
- Noord-Afrikaans uiterlijk
- rond de 1.75 meter groot
- fors postuur met een buikje
- droeg een zwart trainingspak van een voetbalclub
- in zijn linkerhand hield hij een telefoon vast waarmee hij aan het bellen was.
- in zijn andere hand hield hij een pistool langs zijn lichaam.
- het pistool was even groot als dat van de politie maar was zilverkleurig. Het
handvat was korter.
Verder zag zij dat er een vrouw naast de man liep. De vrouw hield ook een telefoon aan haar oor en was aan het bellen.
De vrouw zag er als volgt uit:
- fors tot dik postuur
- rond de 1.75 meter groot
- Noord-Afrikaans uiterlijk
- geblondeerd donkerblond haar
- droeg een roze fleece joggingpak
Omdat de man met het pistool haar recht aankeek, is de getuige snel naar binnengegaan. Ze
herkende de man meteen als een collega-dealer van een Marokkaan die ook in de flat woont. Hij woont een verdieping omhoog. Die man met het pistool komt daar vaker. Tien minuten voor het incident heeft ze hem op straat gezien. Hij was toen ook aan het schreeuwen door zijn telefoon. Ze heeft door het keukenraam gekeken en had toen zicht op de galerij waar de Marokkaan woont. Ze zag de man met het pistool en de vrouw in de richting lopen van de woning van de Marokkaan. Ze hoorde dat de man begon te schieten. Ze hoorde 5 schoten. Ze heeft nog even gekeken en zag dat de man met het pistool en de vrouw vrij rustig over de galerij richting het trappenhuis kwamen lopen. [9]
[slachtoffer] heeft bij de politie verklaard dat hij die avond/nacht tussen 00.00 uur en 02.00 uur thuis is vertrokken met een vriend en met hem naar Utrecht is gereden. Ze zijn niet meer teruggegaan naar Heerlen. Hij heeft bij die vriend in Utrecht geslapen. Hij wil geen namen noemen vanwege zijn veiligheid. [10]
Vrijspraak
Feit 1 primair en 1 subsidiair
De rechtbank volgt de verdediging en de officier van justitie in hun standpunten dat er voor het aan de verdachte onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is, zodat de verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Feit 1 meer subsidiair
Op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank de tenlastegelegde bedreiging met enig misdrijf tegen het leven wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat er geen sprake was van een bedreiging, omdat [slachtoffer] niet heeft aangegeven dat hij zich bedreigd voelde, nu het volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad niet vereist is dat bedreiging in het concrete geval op de bedreigde een zodanige indruk heeft gemaakt dat werkelijk vrees is opgewekt. Wel moet de bedreiging van dien aard zijn en onder zulke omstandigheden zijn gedaan dat zij in het algemeen een dergelijke vrees kan opwekken. De rechtbank is van oordeel dat het schieten met een vuurwapen op een ruit van een woning een dergelijke vrees kan opwekken.
Feit 2
Op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank het tenlastegelegde voorhanden hebben van een vuurwapen wettig en overtuigend bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1 meer subsidiair:
op 15 april 2020 in de gemeente Heerlen, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door met een geladen vuurwapen naar de woning van [slachtoffer] ( [Adres 2] ) is gegaan en daar meermalen, met dat vuurwapen vanaf een galerij heeft geschoten door de ruit van die woning.
Feit 2:
op 15 april 2020 te Heerlen, een wapen van categorie II, onder 1, te weten een pistool of een revolver, zijnde een vuurwapen voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 meer subsidiair:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden en de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 1 maand.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van de gehele tenlastelegging bepleit en zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de door de officier van justitie gevorderde straf niet conform de LOVS oriëntatiepunten is. Gelet op de door de raadsman bepleite vrijspraak dient de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf niet ten uitvoer te worden gelegd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft midden in de nacht met een geladen pistool op de openbare weg in de omgeving van de [Adres 2] te Heerlen rondgelopen en heeft op de woning van het slachtoffer 5 kogels afgevuurd, omdat er onenigheid was over geld.
Voor de omwonenden, zo blijkt uit de getuigenverklaringen, was dit een beangstigende ervaring. Door zijn handelen heeft de verdachte maatschappelijke onrust veroorzaakt.
Het gegeven dat dodelijk gevaar kan dreigen in een flat in het midden van de nacht, versterkt in grote mate de gevoelens van onveiligheid die in de samenleving leven.
Ook heeft de verdachte een vuurwapen voorhanden gehad. Dat vuurwapenbezit niet getolereerd kan worden, behoeft geen betoog.
Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank merkt op dat de oriëntatiepunten van het LOVS met betrekking tot het voorhanden hebben van een vuurwapen uitgaan van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden. Voorts houdt de rechtbank rekening met een aantal strafverzwarende omstandigheden. De verdachte heeft het vuurwapen geladen voorhanden gehad, zich daarmee in de openbare ruimte begeven en het wapen meermalen afgevuurd. Deze omstandigheden rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op
het Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 21 september 2020, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van geweldsmisdrijven is veroordeeld, dat hij ten tijde van het onderhavige feit in een proeftijd liep en zijn voorlopige hechtenis onder voorwaarden was geschorst. De rechtbank weegt deze omstandigheden ten nadele van verdachte mee bij de straftoemeting.
De rechtbank acht daarom een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, passend en geboden.
De vordering tot tenuitvoerlegging
Ter terechtzitting is gelijktijdig behandeld de vordering van de officier van justitie om een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 1 maand alsnog ten uitvoer te leggen. Die straf is aan de verdachte opgelegd bij onherroepelijk vonnis van de politierechter in deze rechtbank d.d. 21 mei 2019, gewezen onder parketnummer
03/051089-19. De vordering voldoet aan de bij de wet gestelde eisen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte door hetgeen thans bewezen en strafbaar is verklaard, zich voor het einde van de vastgestelde proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten en aldus de algemene voorwaarde heeft overtreden.
Bijzondere omstandigheden die aan de gevorderde tenuitvoerlegging in de weg zouden staan, zijn niet aanwezig. De rechtbank zal dan ook de gevorderde tenuitvoerlegging gelasten.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 47 en 285 van het van Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

8.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 9 maanden;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 03/051089-19
-gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voorzover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis
van de politierechter te Limburg van 21 mei 2019, gewezen onder parketnummer
03-051089-19, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Beije, voorzitter, mr. M.E.M.W. Nuijts en
mr. J.A.A.C. Claessen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Berkers, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 28 oktober 2020.
Buiten staat
Mr. J.A.A.C. Claessen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
Feit 1 primair:
hij op of omstreeks 15 april 2020 in de gemeente Heerlen,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer] en/of (een) tot op heden onbekend(e) gebleven perso(o)n(en) opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet, met een geladen vuurwapen naar de woning van [slachtoffer] ( [Adres 2] ) is gegaan en daar meermalen, althans eenmaal, met dat vuurwapen (vanaf een galerij) heeft geschoten door/in de richting van (de ruit van) die woning, waarbij een of meer kogel(s) dat raam heeft/hebben doorboord, terwijl die [slachtoffer] en/of die andere perso(o)n(en) zich in de achter die ruit gelegen kamer, althans in die woning bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 1 subsidiair:
hij op of omstreeks 15 april 2020 in de gemeente Heerlen
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [slachtoffer] of (een) tot op heden onbekend gebleven pers(o)n(en), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, door
met een geladen vuurwapen naar de woning van [slachtoffer] ( [Adres 2] ) is gegaan en daar meermalen, althans eenmaal, met dat vuurwapen (vanaf een galerij) heeft geschoten door/in de richting van (de ruit van) die woning, waarbij een of meer kogel(s) dat raam hebben doorboord, terwijl die [slachtoffer] en/of die andere perso(o)n(en) zich in de achter dat raam gelegen kamer, althans in die woning bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 1 meer subsidiair:
hij op of omstreeks 15 april 2020 in de gemeente Heerlen,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer] en/of (een) tot op heden onbekend(e) gebleven perso(o)n(en) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door meermalen, althans eenmaal, met een geladen vuurwapen naar de woning van [slachtoffer] ( [Adres 2] ) is gegaan en daar meermalen, althans eenmaal, met dat vuurwapen (vanaf een galerij) heeft geschoten door/in de richting van (de ruit van) die woning;
Feit 2:
hij op of omstreeks 15 april 2020 te Heerlen
een wapen van categorie II, onder 1, te weten een pistool of een revolver,
zijnde een vuurwapen voorhanden heeft gehad;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Districtsrecherche Parkstad-Limburg, proces-verbaalnummer Vaals / [Nummer 1] , gesloten d.d. 21 juni 2020, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 378.
2.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 april 2020, pag. 83 en 84.
3.Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [Adres 2] Heerlen) met de volgende sinnumers van de kogelpunten: SIN: [Nummer 2] (kogelpunt op galerij), SIN : [Nummer 3]
4.Het proces-verbaal forensisch onderzoek kogelpunten d.d. 22 mei 2020, pag. 277 en 278.
5.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 16 april 2020, pag. 193 tot en met 204.
6.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2020, pag. 132.
7.Het proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar d.d. 17 april 2020, pag. 151 tot en met 154.
8.Het proces-verbaal van verhoor verdachte 29 april 2020, pag. 42 en 43.
9.Het proces-verbaal van verhoor getuige [Naam 1] , d.d. 15 april 2020, pag. 112 en 113.
10.Het proces-verbaal bevindingen gesprek [slachtoffer] bewoner [Adres 2] te Heerlen d.d. 16 april 2020, pag. 177 en 178.