ECLI:NL:RBLIM:2020:8018

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 oktober 2020
Publicatiedatum
19 oktober 2020
Zaaknummer
C/03/271198 / HA ZA 19-589
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake ontbinding koopovereenkomst en contractuele boete

In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, betreft het een geschil over de ontbinding van een koopovereenkomst voor een woning. De eiseres in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Oudriss, heeft de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.F.C. Eliëns, aangeklaagd wegens het niet nakomen van de koopovereenkomst die op 3 mei 2019 was gesloten. De eiseres vordert onder andere een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden en dat de gedaagde een contractuele boete van 10% van de koopsom, zijnde € 31.000,00, verschuldigd is. De gedaagde in conventie heeft in reconventie een beroep gedaan op vernietiging van de koopovereenkomst op grond van een geestelijke stoornis en misbruik van omstandigheden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde niet voldoende heeft onderbouwd dat zij op het moment van de overeenkomst leed aan een geestelijke stoornis en dat er geen sprake was van misbruik van omstandigheden door de eiseres. De rechtbank heeft de vordering van de eiseres in conventie toegewezen, waarbij de gedaagde is opgedragen te bewijzen dat zij een bedrag van € 31.000,00 contant heeft betaald als aanbetaling op de koopsom. De zaak is aangehouden voor bewijslevering.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/271198 / HA ZA 19-589
Vonnis van 14 oktober 2020
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. M. Oudriss,
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.F.C. Eliëns.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het incidenteel vonnis van 8 april 2020,
  • de akte in conventie en reconventie tevens houdende wijziging van eis in reconventie van
  • de akte van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,
  • de producties 3 en 4 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ten behoeve van de mondelinge behandeling,
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 juli 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2.Het geschil in reconventie

2.1.
De wijziging van eis in reconventie is conform de daarvoor geldende regels
kenbaar gemaakt. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft geen processueel bezwaar tegen de eiswijziging. Wel voert zij inhoudelijk verweer. De rechterbank zal op basis van de gewijzigde eis, zoals hieronder weergegeven, recht doen.
2.2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert na eiswijziging
primair:
1. de koopovereenkomst van 3 mei 2019, gesloten tussen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , te vernietigen op grond van een geestelijke stoornis ex artikel 3:34 BW en/of misbruik van omstandigheden en voor zover dit beroep op vernietiging niet slaagt te verklaren voor recht dat de boeteclausule is vernietigd dan wel te bepalen dat het boetebeding ingevolge artikel 6:2 BW buiten toepassing wordt gelaten,
2. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen om aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te betalen een bedrag van € 31.000,00,
subsidiair:
voor zover [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wél een boete verschuldigd is én de rechtbank in conventie het beroep op verrekening zal honoreren, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te betalen het verschil tussen het door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betaalde voorschot ad € 31.000,00 en de in conventie te bepalen en door verrekening betaalde boete althans dat bedrag dat de rechtbank bepaalt, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der betaling tot het moment dat het bedrag ad
€ 31.000,00 aan [de rechtbank leest:] [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is terugbetaald,
met veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de kosten in reconventie.
2.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] legt aan de gewijzigde (primaire) eis ten grondslag dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de bewuste periode in 2019 niet is in staat was haar wil te bepalen: zij sloot twee koopovereenkomsten, waarbij de huuropbrengsten uit het ene pand (dat van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ) ook waren bedoeld om de hypotheeklasten van de nieuwe eigen woning (te [plaats] ) deels te financieren, zonder dat zij had uitgezocht of deze constructie wel haalbaar was. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat geen normaal denkend mens zoiets doet. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt ook dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wist van haar penibele situatie en aandrong op snelle ondertekening en contante betaling van € 31.000,00. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] maakte misbruik van omstandigheden.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] handhaaft voorts de ingenomen stellingen terzake de subsidiaire eis.
2.4.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] persisteert bij hetgeen zij reeds heeft gesteld in conventie en in reconventie. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist voorts dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet wist wat zij deed. Dat bleek en blijkt nergens uit. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist bovendien dat zij de situatie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] kende.
2.5.
In het navolgende zal worden ingegaan op de standpunten van partijen, voor zover relevant.

3.De beoordeling

in reconventie

Vernietiging koopovereenkomst
3.1.
De eerste vraag die voorligt, is of de koopovereenkomst geldt tussen partijen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert immers primair sub 1 in reconventie vernietiging van de koopovereenkomst van 3 mei 2019, omdat sprake was van een geestelijke stoornis aan haar zijde, waardoor zij haar wil niet kon bepalen. Bovendien, zo stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , wist [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarvan en heeft zij de omstandigheden misbruikt in haar eigen voordeel.
Wilsontbreken
3.2.
Ingevolge artikel 3:34 lid 1 BW wordt, zo iemands geestvermogens blijvend of tijdelijk gestoord zijn, een met de verklaring overeenstemmende wil geacht te ontbreken, indien de stoornis een redelijke waardering van de bij de handeling betrokken belangen belette, of indien de verklaring onder invloed van die stoornis is gedaan. Artikel 3:34 lid 1 BW bepaalt voorts dat een verklaring wordt vermoed onder invloed van de stoornis te zijn gedaan, indien de rechtshandeling voor de geestelijk gestoorde nadelig was, tenzij het nadeel op het tijdstip van de rechtshandeling redelijkerwijze niet was te voorzien.
Een rechtshandeling die gedaan is onder invloed van een stoornis van de geestesvermogens is vernietigbaar. Dit is echter volgens artikel 3:35 BW enkel het geval als de wederpartij de afgelegde verklaring onder de omstandigheden niet had mogen vertrouwen.
3.3.
De vordering primair sub 1 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , voor zover die ziet op vernietiging van de overeenkomst wegens een geestelijke stoornis, moet worden afgewezen. De stellingen die zij aan haar vordering tegen grondslag heeft gesteld, zijn niet onderbouwd en bovendien betwist. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft op geen enkele wijze verfeitelijkt dat zij op het moment van het sluiten van de koop leed aan een geestelijke stoornis waardoor zij haar wil niet langer kon bepalen. Dat zij klaarblijkelijk zonder financieel en/of juridisch advies in te winnen in een korte periode koopovereenkomsten voor twee panden sloot, terwijl zij juist gescheiden was en geen vast inkomen meer had, is daartoe onvoldoende. Dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zich mogelijk in een stressvolle situatie bevond, mag worden aangenomen, maar dat laat onverlet dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wel degelijk een plan had hoe zij de financiering van de twee panden wilde inrichten. Dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet in staat was tot een redelijke waardering van haar belangen, is niet onderbouwd. Evenmin is geconcretiseerd dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van die beweerdelijke geestesstoornis weet zou hebben gehad. Aan de vraag of de aankoop van het pand nadelig was, komt de rechtbank dan ook niet meer toe.
Wilsgebrek
3.4.
Volgens artikel 3:44 lid 4 BW is misbruik van omstandigheden aanwezig, wanneer iemand die weet of moet begrijpen dat een ander door bijzondere omstandigheden, zoals noodtoestand, afhankelijkheid, lichtzinnigheid, abnormale geestestoestand of onervarenheid, bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling, het tot stand komen van die rechtshandeling bevordert, ofschoon hetgeen hij weet of moet begrijpen hem daarvan zou behoren te weerhouden.
3.5.
De vordering primair sub 1 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , voor zover die ziet op vernietiging van de overeenkomst wegens misbruik van omstandigheden, moet ook worden afgewezen. Dat sprake was van bijzondere omstandigheden aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] waarvan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wist, is niet onderbouwd. Evenmin zijn er door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar bewogen heeft tot het aangaan van de rechtshandeling. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft zelf contact gezocht met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] omdat zij via een kennis van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vernomen had dat zij voornemens was om haar huis te koop te zetten. Partijen zijn het er over eens dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bij het bezichtigen van de woning door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet aanwezig was. Op welk moment vóór het sluiten van de koopovereenkomst [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] druk uitgeoefend zou hebben tot het sluiten van die overeenkomst, is niet toegelicht door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
3.6.
Uit het voorgaande volgt dat de koopovereenkomst tussen partijen geldt.
in conventie en in reconventie
3.7.
De volgende vraag die beantwoord moet worden, zowel in conventie als in reconventie, is of [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een beroep kan doen op de boeteclausule die is opgenomen in de koopovereenkomst.
De aard van de overeenkomst
3.8.
De rechtbank stelt voorop dat sprake is van een koopovereenkomst betreffende onroerend goed tussen twee particulieren, niet in de uitoefening van hun bedrijf of beroep. Dat een notaris deze koopovereenkomst heeft opgesteld voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , al dan niet naar enig in de markt gehanteerd NVM-model of ander voorbeeld, maakt dat niet anders.
3.9.
De door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de koopovereenkomst overeengekomen boete is erop gericht om een prikkel te geven tot nakoming van de overeenkomst. Daarnaast is in de boeteclausule (artikel 14) opgenomen dat het vorderen van schade naast de verbeurde boete mogelijk is.
3.10.
De in het petitum sub 1 in conventie gevorderde verklaring voor recht dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de koopovereenkomst in ieder geval buitengerechtelijk ontbonden heeft per 5 augustus 2019 (productie 4 dagvaarding), moet worden toegewezen. De brief van 5 augustus 2019 voldoet immers aan de aan ontbinding te stellen voorwaarden. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is meermaals in de gelegenheid gesteld om alsnog het gekochte onroerend goed af te nemen en al doende de overeenkomst na te komen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft daaraan geen gehoor gegeven.
3.11.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] staat dan ook in beginsel in haar recht om de contractuele boete ad
€ 31.000,00, te weten 10% van de overeengekomen koopsom, te vorderen.
Vernietiging van de boeteclausule
3.12.
Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is de boeteclausule een algemene voorwaarde die onredelijk bezwarend is voor haar en daarom moet worden vernietigd. In de literatuur bestaat verschil van mening over het antwoord op de vraag of een boeteclausule die is opgenomen in een koopovereenkomst tussen particulieren, die gebaseerd is op een NVM-model, gekwalificeerd kan worden als een algemene voorwaarde in de zin van artikel 6:231 sub a BW. De rechtbank kan die vraag onbeantwoord laten. Immers, zelfs als het boetebeding aangemerkt kan worden als een algemene voorwaarde, is deze niet onredelijk bezwarend.
Een contractuele boete van 10% van de koopsom is ook tussen particuliere partijen een gebruikelijke en algemeen aanvaarde sanctie op het niet meewerken aan de levering van de woning. Het boetebeding staat bovendien in heldere bewoordingen opgenomen in artikel
14 van de koopovereenkomst en was dus kenbaar voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .De brief van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van
24 december 2019, waarbij zij een beroep gedaan heeft op de vernietigbaarheid van het boetebeding, heeft dan ook geen effect gesorteerd en de rechtbank zal niet alsnog tot een dergelijke vernietiging overgaan.
Buiten toepassing laten van de boeteclausule op grond van artikel 6:2 BW
3.13.
Voor zover [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat deze boeteclausule naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is en daarom niet van toepassing is, merkt de rechtbank op dat dit verweer niet concreet onderbouwd is, zodat ook het beroep op artikel 6:2 BW niet opgaat. Gewezen wordt daarbij op het feit dat sprake is van een bij de verkoop van particulier onroerend goed normaal en gebruikelijk beding.
Rechtsverwerking
3.14.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] met de brief van 9 juli 2019 haar rechten heeft verspeeld, omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarin aanspraak maakt op 10 procent van de koopsom, over te maken naar de notaris, en voorts [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] meedeelt dat als zij dat niet doet, zij in verzuim verkeert en de overeenkomst als ontbonden moet worden beschouwd. Daarbij maakt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wel expliciet aanspraak op schade die zij heeft geleden of nog zal lijden, maar niet op enige boete.
3.15.
Rechtsverwerking laat zich omschrijven als het verlies van een recht of een bevoegdheid, of het beperkt worden in de uitoefening daarvan, wegens voorafgaand gedrag van de gerechtigde, indien de gerechtigde door dat gedrag het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt geen aanspraak (meer) te zullen maken op dat recht, dan wel indien het alsnog uitoefenen van dat recht de positie van de wederpartij, gelet op dat gedrag, onredelijk benadeelt of verzwaart.
3.16.
De vraag is dus of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] er, gelet op aard van de rechtsverhouding en de aard van de uitgeoefende bevoegdheid, gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat die bevoegdheid niet meer zou worden uitgeoefend, dan wel of de aard van de rechtsverhouding en die bevoegdheid zich ertegen verzetten dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] door het alsnog uitoefenen van die bevoegdheid onredelijk wordt benadeeld.
3.17.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] schrijft in de brief van 9 juli 2019 aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het volgende:
“Op 3 Mei 2019 sloot ik met u een koop overeenkomst voor winkel-woonhuis aan de [adres] in [woonplaats 1] . Helaas bent u de afspraken die ik met u heb gemaakt niet (volledig) nagekomen. (...)
Daarna hebben we op 1 juli 2019 samen om de tafel gezeten om concrete afspraken te maken.
Gemaakte afspraken:
Op 2 juli 2019 zou U laten weten wat de datum van passeren zou worden.
Om beide partijen meer zekerheid te geven zou U voor 8 juli 2019, 10 % van de koopsom overmaken naar Zuidervaart en Verstegen Notarissen Brunssum.
Echter, helaas bent U tot op heden deze afspraken niet na gekomen.
(…) Met deze brief bied ik u voor de laatste keer de mogelijkheid om binnen 8 dagen alsnog aan uw verplichtingen uit de overeenkomst te voldoen. En de woning alsnog af te nemen.
Wanneer u dit niet doet, bent u in verzuim en kunt u de overeenkomst als ontbonden beschouwen. Bovendien stel ik u in dat geval nu alvast aansprakelijk voor alle schade die ik heb geleden en nog zal lijden.”
3.18.
De rechtbank stelt voorop dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] nieuwe afspraken hebben gemaakt, nadat op de beoogde datum van levering het onroerend goed niet werd afgenomen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , dan wel haar dochter, heeft daarbij steeds zelf gecorrespondeerd met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zonder tussenkomst van een rechtshulpverlener (productie 2 dagvaarding). Dat een medewerker van de notaris ( [naam medewerker notaris] ) deze e-mails kopie conform ontving, maakt niet dat deze was betrokken bij de inhoud of het opstellen daarvan. Ook de (aangetekende) brief van 9 juli 2019 is door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zelf verstuurd.
Uit deze brief blijkt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in principe wilde dat de overeenkomst én de nadere afspraak werd nageleefd. Uit de bewoordingen blijkt niet dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] enig recht of bevoegdheid wilde opgeven. In de e-mails van 2 en 15 juli 2019 (productie 2 dagvaarding) aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] spreekt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] expliciet over de 10% boete. Ook bij brief van 5 augustus 2019 van de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] inschakelde jurist wordt expliciet een beroep op de boete gedaan. De rechtbank leidt hieruit af dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar rechten nimmer heeft willen prijsgeven.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] kon in redelijkheid aan de gedragingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , zoals geuit in de opeenvolgende brieven en e-mails, gelet ook op het geringe tijdsverloop, geen gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de boete wilde laten lopen.
3.19.
Uit het voorgaande volgt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een beroep kan doen op de boeteclausule.
3.20.
De rechtbank staat vervolgens stil bij de vraag of de boete in hoogte gematigd moet worden.
Matiging
3.21.
Uitgangspunt is dat een verbeurde boete volledig betaald moet worden. Op grond van artikel 6:94 BW kan een rechter echter onder omstandigheden de bedongen boete matigen, indien een partij dat vordert. Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad (HR 27 april 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6638) volgt dat deze matigingsbevoegdheid terughoudend moet worden toegepast. De rechter mag van die bevoegdheid pas gebruik maken,
“als de toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt.”Daarbij zal de rechter
“niet alleen moeten letten op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud en de strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen.”
3.22.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat de billijkheid gebiedt dat de boete wordt gematigd. Zij voert daartoe aan dat er geen druk ligt op [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om de woning te verlaten, dan wel te verkopen, terwijl [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in een lastig parket zit. Zij is immers een alleenstaande moeder met twee kinderen, zonder dat zij een vast inkomen heeft uit werk. Zij beschikt slechts over het PGB van haar jongste zoon. Zij voelde zich onder druk staan om de koopovereenkomst te tekenen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft voorts geen schade geleden, volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
3.23.
De rechtbank zal niet overgaan tot matiging van de boete. De kennelijk weinig rooskleurige financiële situatie die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] beschrijft, was al aanwezig op het moment dat zij met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de koopovereenkomst sloot. Niet gesteld en ook niet gebleken is dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] juist door deze boete in een onvoorziene en uitzonderlijke positie zal geraken, die niet van haar gevergd hoeft te worden. De omstandigheid dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in financieel zwaar weer zit, moet voor rekening en risico van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] komen. Te meer, omdat sprake is van een algemeen aanvaarde en gebruikelijke boetebepaling. Van druk op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van de kant van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in aanloop op de koop is niet gebleken. Er is voldoende tijd en ruimte geweest de koop goed te kunnen overwegen.
Verrekening
3.24.
Gelet op het voorgaande, staat de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] onder 2, in beginsel voor toewijzing gereed.
3.25.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] beroept zich evenwel op verrekening. Zij stelt gemotiveerd, waar [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat betwist, dat zij kort na de ondertekening van de koopovereenkomst, op 9 mei 2019, een bedrag van € 31.000,00 in contanten bij wijze van aanbetaling op de koopsom heeft betaald aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in persoon bij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] thuis. Zij wil deze aanbetaling verrekenen met de boete van € 31.000,00 die zij moet betalen aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
3.26.
De rechtbank zal [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , gelet op het bepaalde in artikel 150 Wetboek van burgerlijke rechtsvordering, in de gelegenheid stellen het bewijs te leveren van het door haar gestelde feit dat zij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in persoon een bedrag in contanten ad € 31.000,00 heeft overhandigd bij wijze van aanbetaling op de koopsom op 9 mei 2019.
3.27.
Bij het oproepen van de getuigen moet er rekening mee worden gehouden dat het verhoor van een getuige gemiddeld 60 minuten duurt. De namen en woonplaatsen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen, dienen ten minste een week voor het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank te worden opgegeven.
in conventie en in reconventie
3.28.
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing in de conventie en in reconventie aan.

4.De beslissing

De rechtbank
in conventie
4.1.
draagt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op te bewijzen dat zij op of omstreeks 9 mei 2019 een bedrag van
€ 31.000,00 in contanten heeft betaald aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in persoon,
4.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
11 november 2020voor uitlating door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
4.3.
bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
4.4.
bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , indien zij
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden juni 2021 tot en met oktober 2021 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
4.5.
bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. I.M. Etman in het gerechtsgebouw te Maastricht aan St. Annadal 1,
4.6.
bepaalt dat
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
4.7.
houdt iedere verdere beslissing aan,
in reconventie
4.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2020. [1]

Voetnoten

1.type: EvB