Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
STICHTING WOONPUNT,
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen
- het verweerschrift, tevens voorwaardelijk verzoekschrift met bijlagen
- het verzoekschrift met zelfstandige tegenverzoeken naar aanleiding van het voorwaardelijk verzoekschrift,
- de mondelinge behandeling op 9 september 2020 waarbij beide partijen een pleitnota hebben overgelegd.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- “Klopt, ik heb voor [naam buurman] woningen geregeld terwijl ik wist dat hij daar hennepplantages in zou zetten.” (pagina 4, derde alinea van de door hem ondertekende verklaring)
- “Klopt, ik kreeg weleens wat van [naam buurman] . Hoeveel? Een paar honderd euro per woning. U zegt dat u het heel weinig vindt. Ik heb weleens driehonderd euro gekregen. Ik kreeg dit geld per teelt per woning. Ik kreeg een paar honderd euro per teelt in een woning. Om de twee maanden kreeg ik dit bedrag dus per woning. Ja klopt, ik deelde mee in de winst van de hennepteelt. Het klopt dat ik hiermee hennepteelt faciliteerde, zoals u vraagt. Van wie ik het geld kreeg? De ene keer van [naam buurman] en de andere keer van zijn zoon. Ik kreeg het geld in een envelop. Waarom ik het geld aannam? Makkelijk maar ook dom. Hoeveel geld ik op jaarbasis van [naam buurman] per jaar voor alle woningen kreeg? Een paar duizend euro. Dit was in 2017 en 2018. Nu is het gestopt. Het is raar maar ik ben er wel blij mee. Het geld heb ik opgemaakt aan privézaken. Het geld heb ik ontvangen in 2017 en 2018. Ik heb geen geld overigens ontvangen van de teelt in de woningen van de zussen [naam huursters] . Wel van de hennepopbrengsten van de woningen in de [adres 3] . Echt waar.” (pagina 4, vijfde alinea)
- “De eerste keer dat ik een woning toewees aan [naam buurman] voelde ik de druk niet. Ik wist toen nog niet dat er hennep in de woning zou worden geplaatst. Echt niet. Dat wist ik pas in een latere fase. Ze wilden meer en meer woningen. Ik had toen wel door dat om hennep ging. Ik kreeg toen ook het geld. In het begin kreeg ik een paar honderd euro per teelt. Daarna werd het wel meer. Het hoogste bedrag dat ik voor een teelt heb ontvangen is duizend euro.” (pagina 5, tweede alinea)
- “U vraagt mij nogmaals naar de dames [naam huursters] . Ja ik wist van tevoren dat er bij de dames hennepplantages in de woning zouden komen.” (pagina 5, derde alinea)
- “U vraagt welke woningen ik aan de heer [naam buurman] ter beschikking heb gesteld voor hennepteelt? Dat is de [adres 3] en [adres 4] te [plaats 2] . U vraagt of [adres 4] ook [adres 5] kan zijn? Kan zijn maar dat weet ik niet exact. In ieder geval [adres 3] . Wie er op nummer [adres 3] woont? Weet ik niet. Van de [adres 4] te [plaats 2] staat mij ook bij dat deze via [naam buurman] is toegewezen. Maar zeker weten doe ik dat niet.”(pagina 5, vierde alinea)
- “U vraagt of er nog meer woningen zijn die ik heb geregeld voor [naam buurman] ? Nee dat zijn de woningen van de dames [naam huursters] en de woningen in de [adres 3] ” (pagina 6, derde alinea).