ECLI:NL:RBLIM:2020:7850

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 oktober 2020
Publicatiedatum
13 oktober 2020
Zaaknummer
C/03/282357/KGZA20-362 13102020
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van administratie in kort geding met betrekking tot retentierecht en spoedeisend belang

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft eiseres, een besloten vennootschap, een kort geding aangespannen tegen Full Account Venray B.V. De eiseres vorderde de afgifte van haar gehele administratie, waaronder boekhoudkundige en fiscale documenten, die door Full Account werd vastgehouden op basis van een retentierecht vanwege openstaande facturen. De procedure begon met een dagvaarding op 15 september 2020, gevolgd door een mondelinge behandeling op 29 september 2020. De eiseres stelde dat zij een spoedeisend belang had bij de afgifte van de administratie, omdat deze haar eigendom was en essentieel voor haar bedrijfsvoering en wettelijke verplichtingen. Full Account betwistte echter het spoedeisend belang van eiseres en stelde dat zij al over de originele administratieve stukken beschikte en aan haar wettelijke verplichtingen kon voldoen.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiseres geen spoedeisend belang had bij de afgifte van de administratie, aangezien zij in staat was om aan haar boekhoud- en bewaarplicht te voldoen. De rechter wees de vorderingen van eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten, die aan de zijde van Full Account werden begroot op € 1.636,00. Dit vonnis werd uitgesproken op 13 oktober 2020 door mr. Y.J.C.A. Roeffen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rolnummer: C/03/282357 / KG ZA 20-362
Vonnis in kort geding van 13 oktober 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. M.M.J.F. Sijben te Heerlen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FULL ACCOUNT VENRAY B.V.,
gevestigd te Venlo,
gedaagde,
advocaat mr. H.M.L. Dings te Venlo.
Partijen worden hierna [eiseres] en Full Account genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 15 september 2020 met producties 1 tot en met 12;
  • het overzicht bijlagen van Full Account met bijlagen 1 tot en met 19, binnengekomen bij de rechtbank per e-mail van 25 september 2020;
  • de mondelinge behandeling op 29 september 2020;
  • de pleitnota van [eiseres] ;
  • de pleitnota van Full Account.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen [eiseres] en Full Account bestond een overeenkomst van opdracht op basis waarvan Full Account administratieve diensten verleende aan [eiseres] .
2.2.
De overeenkomst van opdracht is beëindigd.
2.3.
Full Account weigert de administratie van [eiseres] over te dragen aan [eiseres] . Zij heeft via de deurwaarder betaling van € 3.526,77 exclusief incassokosten van [eiseres] gevorderd.
2.4.
[eiseres] weigert de facturen te betalen omdat zij het niet eens is met de hoogte daarvan.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert samengevat – voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • Full Account – onder verbeurte van een dwangsom - te veroordelen tot afgifte van de gehele administratie, boekhoudkundige en fiscale documenten van [eiseres] waaronder, maar niet uitsluitend: de jaarrekening 2019, de kolommenbalans 2019, de grootboekkaarten 2019, de openstaande postenlijsten debiteuren en crediteuren van 2019 en 2020, de journaalposten van 2019 en de loonadministratie en de verzamelloonstaat 2019;
  • de proceskosten, met rente.
3.2.
Full Account voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Een vordering als de onderhavige is in kort geding toewijsbaar indien voldoende aannemelijk is dat de vordering in een bodemprocedure zal worden toegewezen en indien van [eiseres] niet kan worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht.
4.2.
Full Account weigert de door [eiseres] gevraagde administratieve bescheiden af te geven en beroept zich daarbij op een retentierecht nu er sprake is van openstaande facturen. In dit verband overweegt de voorzieningenrechter dat het in beginsel toelaatbaar is dat een administrateur een retentierecht uitoefent op documenten en bestanden die hij in opdracht van zijn klant heeft vervaardigd of bewerkt, mits hij zijn eigen belang bij het achterhouden van die stukken zorgvuldig afweegt tegen het voor hem kenbare belang dat de klant heeft bij de afgifte ervan.
4.3.
[eiseres] heeft aangevoerd dat zij een spoedeisend belang heeft bij afgifte omdat de administratie haar eigendom is en het vanzelf spreekt dat zij daarover spoedig moet kunnen beschikken ten behoeve van haar bedrijfsvoering en om te kunnen voldoen aan haar wettelijke verplichtingen inzake administratie- en bewaarplicht. In dat kader verwijst zij naar artikel 2:10 lid 1 en lid 3 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) en artikel 47 samen met artikel 52, lid 1, 4 en 6 Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR)
4.4.
Full Account betwist dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft. [eiseres] heeft de beschikking over haar volledige originele administratieve bescheiden en kan daarmee voldoen aan de boekhoud- en bewaarplicht van artikel 2:10 BW. Ook kan zij voldoen aan de bewaarplicht voor zover deze ziet op de digitale administratie, bijvoorbeeld in het kader van artikel 47 samen met artikel 52 lid 1, 4 en 6 AWR. [eiseres] heeft namelijk aangegeven dat haar nieuwe adviseur de gegevens opnieuw in een boekhoudprogramma in aan het voeren is en uit productie 12 die hoort bij de dagvaarding volgt dat de inrichting van AFAS en de boekhouding opnieuw is gedaan door derden. De digitale administratie is of wordt daarmee hersteld.
4.5.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres] niet betwist dat zij op dit moment kan voldoen aan haar wettelijke verplichtingen inzake de op haar rustende boekhoud-, administratie- en bewaarplicht. Daarnaast heeft zij bevestigd de originele administratieve stukken fysiek in bezit te hebben. Het gaat haar om de door Full Account bewerkte en vervaardigde stukken die zijn verwerkt in AFAS. De nieuwe adviseur van [eiseres] heeft de fysieke administratieve stukken opnieuw verwerkt in een boekhoudprogramma. [eiseres] wilt duidelijk krijgen of er verschillen zijn tussen beide boekhoudingen en waardoor deze zijn ontstaan.
4.6.
Gelet op hetgeen [eiseres] tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard, is de voorzieningenrechter met Full Account van oordeel dat [eiseres] geen spoedeisend belang heeft bij afgifte. Tevens oordeelt de voorzieningenrechter dat in de wens van [eiseres] om duidelijk te krijgen wat de verschillen zijn geen dusdanig spoedeisend belang is gelegen dat van [eiseres] niet kan worden gevergd dat zij een bodemprocedure afwacht. Dit betekent dat de vorderingen zullen worden afgewezen.
4.7.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Full Account worden begroot op:
- griffierecht € 656,00
- salaris advocaat
980,00
Totaal € 1.636,00
4.8.
De door Full Account gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Full Account tot op heden begroot op € 1.636,00.
5.3.
veroordeelt [eiseres] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiseres] niet binnen twee weken na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.J.C.A. Roeffen en in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2020. []