Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
op 20 januari 2020 in Swalmen samen met (een) ander(en) [slachtoffer 1] door geweld en/of bedreiging met geweld heeft gedwongen tot afgifte van een hoeveelheid geld toebehorende aan [naam supermarkt]
op 20 januari 2020 in Reuver samen met (een) ander(en) heeft geprobeerd om
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf en/of de maatregel
7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
€ 2.250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 januari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.
€ 1.072,00 exclusief BTW
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie van 360 dagen, waarvan 280 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2002 te [geboorteplaats 2] , wonende aan de [adresgegevens medeverdachte 2] ;
- [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 3] 2004 te [geboorteplaats 3] , wonende aan de [adresgegevens medeverdachte 1] ;
- [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum 4] 2002 te [geboorteplaats 3] , wonende te
[adresgegevens medeverdachte 3] ;
- geeft aan de gecertificeerde instelling Bureau Jeugdzorg Limburg, jeugdreclassering de opdracht als bedoeld in artikel 77aa, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- veroordeelt de verdachte tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 100 uren;
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast van 50 dagen;
wijstde vordering van de benadeelde partij
[benadeelde 2](wettelijke vertegenwoordiger van het minderjarige slachtoffer
[slachtoffer 1]) te [woonplaats 1] ten aanzien van feit 2
toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
€ 2.250,00, te vermeerderen met de
wettelijke rentete berekenen over de periode van
20 januari 2020tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
wijstde vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2]te [woonplaats 2] ten aanzien van feit 2 toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
€ 33,27, te vermeerderen met de
wettelijke rentete berekenen over de periode van
20 januari 2020tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
wijstde vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 3]ten aanzien van feit 3 gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
€ 2.002,44, te vermeerderen met de
wettelijke rentete berekenen over de periode van
12 januari 2020tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- verklaart de benadeelde partij voor de meer gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij dit deel van de vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer,
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
wijstde vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] ten aanzien van feit 3 gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
€ 16,00, te vermeerderen met de
wettelijke rentete berekenen over de periode van
12 januari 2020tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- wijst de meer of anders gevorderde schade af.