Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- op 20 december 2018 heeft [naam bestuurder] de conceptovereenkomst van geldlening opgesteld en laten lezen aan [gedaagde partij] ;
- [gedaagde partij] heeft mondeling met de inhoud van de overeenkomst ingestemd;
- vooruitlopend op de definitieve ondertekening heeft [naam bestuurder] op 20 december 2018 vanuit de bankrekening van Hasuro een bedrag aan [gedaagde partij] overgemaakt;
- de overeenkomst is op 28 januari 2019 ondertekend en op die dag heeft [gedaagde partij] voor het eerst een bedrag van € 119,20 aan aflossing en rente betaald met de omschrijving
- [gedaagde partij] heeft elke maand een bedrag van € 119,20 overgeboekt op de bankrekening van Hasuro en heeft daarbij als omschrijving vermeld
- [gedaagde partij] heeft op 14 mei 2019 de overeenkomst bij [naam bestuurder] opgevraagd;
- in de periode na 14 mei 2019 heeft [gedaagde partij] ook afgelost op de lening met een omschrijving die verwijst naar de aflossing van de geldlening;
- op 11 november 2019 heeft [gedaagde partij] aan de advocaat van Hasuro laten weten dat zij bereid is om de lening af te betalen.
720,00(2,0 punten x tarief € 360,00)