Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 mei 2019,
- de akte inhoudende overlegging producties van Kobelco met de daarbij gevoegde producties 25 tot en met 30,
- de akte vermeerdering eis van Kobelco van 23 september 2019 met de daarbij gevoegde productie 25,
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 23 september 2019,
- de akte inhoudelijke reactie vermeerdering van eis en akte overleggen producties van Frisomat met de daarbij gevoegde producties 8 tot en met 13,
- de akte inhoudende overlegging productie van Kobelco met de daarbij gevoegde productie 31,
- de akte inhoudende antwoord en overlegging producties van Kobelco van 6 mei 2020 met de daarbij gevoegde producties 31 tot en met 33 (de rechtbank leest: productie 32 tot en met 34).
2.Het geschil
3.De verdere beoordeling
“de loods is in horizontale richting uit elkaar gezakt”, paragraaf 2.7.3.1. dagvaarding) de oorzaak is van de huidige gebreken van de loods, leidend tot de - in april 2017 aan het licht gekomen - scheefstand van de magazijnstellingen die zodanig is dat de magazijnstellingen zouden worden afgekeurd bij een officiële keuring (productie 10 van Kobelco, het e-mailbericht van 14 april 2017 van [naam keurmeester] , keurmeester van Frissen Intern Transport B.V., hierna: Frissen). Kobelco verwijst ter onderbouwing van haar stellingen ook naar het geotechnische onderzoeksrapport van Fugro van 11 mei 2017 (productie 14 van Kobelco) en de rapportage inmeting stelconplaten 1017-0158-002 van 11 maart 2020 (productie 32 van Kobelco), en de Rapportage m.b.t. Verzakkingen van vloerelementen en loodsruimte aan de Eisterweg 8 te Heerlen van [naam] Constructieve Berekeningen (hierna: [naam] ) van 28 juli 2017 (productie 13 van Kobelco).
“dat de loods is geplaatst op aangevuld terrein”maar een onderbouwing daarvoor is niet vermeld. De rechtbank gaat hier dan ook aan voorbij, te meer nu tijdens de comparitie namens Kobelco is verklaard dat er eerder op de locatie van de loods geen grondverbeteringen, egaliseringen en ophogingen hebben plaatsgevonden en dat RD4, het bedrijf dat zich ten zuiden van het terrein van Kobelco bevindt, vermoedelijk grond heeft afgegraven om het talud te creëren. Dit zal dan ook bij de beoordeling tot uitgangspunt worden genomen. Kobelco heeft ook niet concreet gesteld dat Concretio een onjuiste conusweerstand tot uitgangspunt van haar berekening heeft genomen. Ook uit de rapporten van Fugro van 11 mei 2017 en 11 maart 2020 kan zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet worden afgeleid dat de berekeningen van Concretio van 21 december 2011 onjuist zijn of dat de fundering van de loods onvoldoende was gegeven de bodemgesteld-heid ter plaatse.
“dat er plaatselijk meer verkeersbewegingen zijn in de loods en de spanten niet altijd op het midden van de stelconplaten staan (…)”, als in voormeld e-mailbericht van Frissen, zie rov. 2.16 van het tussenvonnis, dat vermeldt:
“de hoge puntbelasting van de stellingen dragen er toe bij dat de platen aan het kantelen zijn.”,aanwijzingen kunnen worden gevonden dat het gebruik van de loods de door Kobelco geconstateerde problemen heeft veroorzaakt, zoals door Frisomat naar voren gebracht, terwijl Kobelco deze stellingen niet concreet heeft betwist.
”.
4.296,00(4,0 punten × tarief € 1.074,00)