Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de beslissing waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 1 september 2020.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 7 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eisende partij, wonende in Oostenrijk, en de besloten vennootschap Gast Trucks Venlo B.V. De eisende partij heeft op 19 augustus 2019 een vrachtwagen van het merk Scania gekocht van Gast Trucks Venlo B.V. voor een bedrag van € 16.200,00. Na de aankoop heeft de eisende partij geconstateerd dat de vrachtwagen gebreken vertoonde, waaronder een schade aan de motor en een lekkage van koelvloeistof. De eisende partij heeft vervolgens de motor laten reviseren, wat hem € 25.097,29 heeft gekost, en vordert nu betaling van dit bedrag van Gast Trucks Venlo B.V., stellende dat de vrachtwagen ongeschikt was voor het doel waarvoor deze was aangeschaft.
Gast Trucks Venlo B.V. betwist de vordering en stelt dat de vrachtwagen op het moment van levering geen gebreken vertoonde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij de bewijslast heeft om aan te tonen dat de vrachtwagen ongeschikt was en dat hij dit niet heeft kunnen doen. De rechter oordeelt dat de eisende partij niet voldoende bewijs heeft geleverd van de gebreken en dat hij niet goed heeft gedocumenteerd wat de staat van de vrachtwagen was vóór de revisie. Hierdoor kan de eisende partij niet aantonen dat de vrachtwagen ongeschikt was en dat de kosten van de revisie gerechtvaardigd waren.
De kantonrechter heeft de vordering van de eisende partij afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.440,00. De rechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eisende partij de kosten moet betalen, ook al gaat hij mogelijk in hoger beroep. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. H.H. Dethmers.