ECLI:NL:RBLIM:2020:7556

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 oktober 2020
Publicatiedatum
5 oktober 2020
Zaaknummer
C/03/260864 / HA ZA 19-113
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Einde samenlevingsovereenkomst en verdeling van onroerend goed na beëindiging van een affectieve relatie

In deze zaak, uitgesproken op 7 oktober 2020 door de Rechtbank Limburg, is een geschil ontstaan tussen twee partijen die een affectieve relatie hebben gehad en een samenlevingsovereenkomst hebben gesloten. De overeenkomst, die op 19 februari 2004 werd gesloten, regelde onder andere de verdeling van kosten en de eigendom van een woning. De samenlevingsovereenkomst werd op 13 maart 2019 beëindigd, waarna de partijen in een juridische strijd verwikkeld raakten over de verdeling van de woning en andere financiële verplichtingen. De eiseres in conventie vorderde onder andere de verkoop van de woning, een bedrag van € 40.000,00 van de gedaagde in conventie, en inzage in de administratie. De gedaagde in conventie vorderde op zijn beurt ook de verkoop van de woning en een gebruikersvergoeding voor het verblijf van de eiseres in de woning. De rechtbank oordeelde dat beide partijen het erover eens waren dat de woning verkocht moest worden en dat de kosten van de verkoop en levering bij helfte moesten worden verdeeld. De rechtbank wees de vorderingen van de eiseres in conventie voor een deel toe, waaronder de betaling van € 40.000,00 door de gedaagde in conventie, en bepaalde dat de partijen ieder voor de helft gerechtigd zijn tot de verkoopopbrengst van de woning. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rolnummer: C/03/260864 / HA ZA 19-113
Vonnis van 7 oktober 2020
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. S. Smeets te Venlo,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. R.J.S. Houtackers te Mierlo.
Partijen worden hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis in incident van 4 december 2019;
  • de producties 16 tot en met 28 aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ;
  • het proces-verbaal van comparitie van 25 augustus 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad. Zij hebben in dat verband op 19 februari 2004 een samenlevingsovereenkomst gesloten. Hierin is onder meer bepaald:
GEMEENSCHAPPELIJKE HUISHOUDING
Artikel 4.
(…)
2.
Uitgaven ten behoeve van de gewone gang van de huishouding worden door partijen gedragen naar evenredigheid van hun inkomen. Indien slechts één van de partijen inkomsten heeft, komen de kosten van de gewone gang van de huishouding geheel ten laste van die partij.
Indien de inkomsten niet toereikend zijn is iedere partij gehouden naar evenredigheid van zijn/haar vermogen het tekort aan te vullen.
(…)”
ONTBINDING
Artikel 9
1.
Deze overeenkomst wordt ontbonden:
a.
door opzegging door één van de partijen op het tijdstip tegen welke de opzegging is gedaan. De opzegging geschiedt bij aangetekend schrijven gericht aan de wederpartij, waarbij een opzegtermijn van tenminste één maand in acht genomen moet worden. (…)
(TIJDELIJKE) VOORTZETTING WOONGENOT
Artikel 10.
(…)
4. Indien de woning gemeenschappelijke eigendom van partijen is of eigendom van de partij, die er niet in blijft wonen, dient de partij die blijft wonen over gemelde periode een billijke vergoeding te betalen.
(…)”
ADMINISTRATIE
Artikel 11.
Partijen verplichten zich tegenover elkaar tot het bijhouden van een eenvoudige administratie waaruit het verloop van hun inkomens, van het gemeenschappelijke vermogen en van ieders eigen vermogen blijkt, en zij zijn ten opzichte van elkaar verplicht op eerste verzoek inzage in de administratie te geven.”
2.2.
Partijen zijn eigenaar van de woning gelegen aan [adres 1] te [plaats 1] (hierna: de woning). De woning is deels gefinancierd met een hypothecaire geldlening waarvoor partijen hoofdelijk aansprakelijk zijn. Daarnaast heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] € 80.000,00 uit eigen middelen ingebracht. Ten aanzien hiervan is in artikel 7 lid 4 en lid 5 van de samenlevingsovereenkomst het volgende bepaald:
“4. Indien door partijen een door hen gezamenlijk te bewonen woning en/of een door hen gezamenlijk te gebruiken tweede woning gezamenlijk wordt verkregen, zal de partij die uit eigen middelen meer dan diens aandeel van de koopsom en de kosten heeft betaald, voor het meerdere een vordering hebben op de andere partij, welke vordering nominaal gelijk blijft.
Deze vordering is opeisbaar bij vervreemding van de woning en bij beëindiging van deze overeenkomst. De vordering zal geen rente dragen.
5. In verband met het de door partijen gezamenlijk aangekochte perceel grond met daarop gestichte nieuwbouwwoning, gelegen te [plaats 1] , [adres 1] , in het project: “ [adres 1] ”, kavel [nummer], welke nieuwbouwwoning zij gemeenschappelijk zullen gaan bewonen, verklaren partijen nog dat zij ter financiering hiervan een hypothecaire geldlening hebben gesloten onder beding van hoofdelijk schuldenaarschap bij de Postbank N.V., ten bedrage van éénhonderdvijftigduizend euro (€ 150.000,00).
Voorts heeft de comparante sub 2 ter financiering van vorenbedoelde woning een bedrag groot tachtigduizend euro (€ 80.000,00) uit eigen middelen ingebracht, terwijl de comparant sub 1 hiervoor geen bedrag uit eigen middelen heeft ingebracht. De comparante sub 2 heeft derhalve voor de helft van genoemd bedrag een vordering op de comparant sub 1, zijnde die helft van het bedrag dat de comparante sub 2 meer voldoet uit eigen middelen dan haar aandeel in de koopsom met kosten van vorenbedoelde woning.
Mitsdien verklaart de comparant sub 1 schuldig te zijn aan de comparante sub 2, die verklaart zulks aan te nemen, een bedrag groot veertigduizend euro (€ 40.000,00), welke schulderkenning plaatsvindt onder de condities als hiervoor in lid 4 omschreven.”
2.3.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verblijft in de woning.
2.4.
In 2006 hebben partijen een woning gekocht staande aan de [adres 2] te [plaats 2] . Deze woning hebben partijen het gros van de tijd verhuurd en in juni 2018 is deze woning verkocht.
2.5.
De samenlevingsovereenkomst is per 13 maart 2019 beëindigd conform artikel 9 lid 1 onderdeel a van de samenlevingsovereenkomst.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

in conventie
3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert, na akte vermeerdering c.q. wijziging van eis en vermindering van eis tijdens de comparitie, samengevat en onder voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad verklaring, het volgende:
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen om binnen twee weken na betekening van dit vonnis mee te werken aan het verstrekken van een verkoopopdracht aan makelaar [naam makelaarskantoor] te [vestigingsplaats] waarbij zowel [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de adviezen van de makelaar ten aanzien van de vraag- en laatprijs moeten opvolgen, onder verbeurte van een dwangsom;
te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de voor het verstrekken van de verkoopopdracht vereiste wilsverklaring, medewerking en handtekening van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis meewerkt aan het verstrekken van een verkoopopdracht aan makelaar [naam makelaarskantoor] te [vestigingsplaats] ;
te bepalen dat partijen de kosten die verband houden met verkoop en levering van de woning bij helfte moeten voldoen;
te bepalen dat partijen ieder voor de helft gerechtigd zijn tot de verkoopopbrengst van de woning;
voor recht verklaring dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] recht heeft op een bedrag van € 40.000,00, te voldoen uit eigen middelen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ;
voor recht verklaring dat, als de woning wordt verkocht, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uit zijn deel van de verkoopopbrengst eerst een bedrag van € 40.000,00 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] moet voldoen en, voor zover de verkoopopbrengst niet toereikend is daarvoor, het overige moet voldoen uit eigen middelen;
te bepalen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een bedrag van € 29.250,00 moet voldoen ter verdeling van de huurinkomsten van de woning aan de [adres 2] te [plaats 2] ;
te bepalen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een bedrag van € 13.625,00 moet voldoen ter verdeling van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geïnde en niet terugbetaalde borgsommen en extra geïnde gelden ter ontbinding van huur- en koopovereenkomst van de woning aan de [adres 2] te [plaats 2] ;
I. de proceskosten.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert, na wijziging van eis tijdens de comparitie, samengevat het volgende:
2b) te bepalen dat partijen de woning op de kortst mogelijke termijn moeten verkopen en de netto-opbrengst bij helfte moeten verdelen onder nadere verrekening en betaling door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van de gebruikersvergoeding en hetgeen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] meer heeft bijgedragen dan zijn aandeel in de huishoudelijke kosten door binnen twee maanden na afgifte van het vonnis:
a. gezamenlijk een opdracht te geven aan een nader te bepalen makelaarskantoor om de woning te verkopen aan een derde;
b. gezamenlijk opdracht te geven een bodemprijs te hanteren en deze zo nodig te verlagen op instructie van de makelaar;
c. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] al datgene moet doen of nalaten wat op instructie van de makelaar noodzakelijk is om tot verkoop en eigendomsoverdracht van de woning te komen;
d. mee te werken aan de ondertekening van de verkoopovereenkomst en aan de notariële eigendomsoverdracht;
e. mee te werken aan de betaling uit de verkoopopbrengst van de daarop vallende kosten;
f. gezamenlijk aan de notaris die belast is met de overdracht van de woning opdracht te geven de netto-verkoopopbrengst bij helfte te verdelen onder nadere verrekening en betaling door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van de gebruikersvergoeding en het aandeel in de kosten van de huishouding;
te bepalen dat dit vonnis onder voorwaarden in de plaats treedt van de medewerking van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan de onderhandse akte van verkoop;
te bepalen dat dit vonnis onder voorwaarden in de plaats treedt van de medewerking van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan de notariële akte van levering;
3) bepaling van het bedrag dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moet betalen op grond van hetgeen dat teveel door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is bijgedragen aan kosten van huishouding en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen tot betaling van dat bedrag aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] of te bepalen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dit bedrag mag verrekenen met het bedrag van € 40.000,00;
4) voor recht verklaring dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen beroep toekomt op het bedrag van € 40.000,00;
5) [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen om binnen twee weken na betekening van dit vonnis [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] inzage te geven in de administratie, onder verbeurte van een dwangsom.
3.5.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
De rechtbank overweegt dat beide partijen tijdens de comparitie hebben verklaard het erover eens te zijn dat de woning verkocht moet worden aan een derde, dat aan makelaar [naam makelaarskantoor] een verkoopopdracht verstrekt wordt, dat beide partijen de kosten in verband met verkoop en levering van de woning bij helfte moeten voldoen en dat beide partijen voor de helft gerechtigd zijn tot de verkoopopbrengst. Hieronder zal de rechtbank nader uiteenzetten wat dit betekent voor de vorderingen die zien op de woning.
4.2.
Partijen verschillen van mening over notariële schuldbekentenis (vordering in conventie onder E en F en vordering in reconventie onder 4), de huurinkomsten, borgsommen en ontbindingsgelden met betrekking tot de woning aan de [adres 2] (vordering in conventie onder G) en de gebruikersvergoeding en de kosten van de huishouding (vordering in reconventie onder 2b). Met betrekking tot dit laatste vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in reconventie inzage in de administratie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
4.3.
De rechtbank zal hieronder eerst de punten waarover partijen van mening verschillen beoordelen en vervolgens – voor zover nog nodig – de vorderingen met betrekking tot de verkoop van de woning.
Schuldbekentenis (vordering in conventie onder E en F, vordering in reconventie onder 4)
4.4.
Partijen verschillen van mening of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een bedrag van € 40.000,00 verschuldigd is inzake de notariële schuldbekentenis. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] beroept zich op artikel 7 lid 5 van de samenlevingsovereenkomst. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert in dat kader – samengevat - de volgende verweren:
  • [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft geen belang bij toekenning van deze vordering;
  • partijen hebben mondeling afgesproken dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zou afzien van het bedrag van € 40.000,00;
  • er is sprake van rechtsverwerking;
  • de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid staat in de weg aan toewijzing van de vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
Belang
4.4.1.
De rechtbank bespreekt eerst het meest verstrekkende verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] inhoudende dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen belang heeft bij toekenning van een verklaring voor recht in een zaak die als doel heeft dat er compleet wordt verdeeld (1). Tevens geeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in elk geval geen belang heeft bij een verklaring voor recht over betaling van een bedrag dat reeds in een authentieke akte is opgenomen (2). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] doet met deze verweren een beroep op artikel 6:202 en artikel 6:203 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
4.4.2.
Het ontgaat de rechtbank wat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bedoeld met het onder 1) genoemde verweer. Ten aanzien van 2 overweegt de rechtbank dat er geen direct of indirect verbod bestaat waaruit volgt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen verklaring voor recht kan vragen voor betaling van een bedrag dat reeds in een authentieke akte is opgenomen. In dit kader verwijst de rechtbank naar HR 05-02-1925, ECLI:NL:HR:1925:214. Nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in reconventie onder 4 een verklaring voor recht vraagt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen beroep toekomt op het bedrag van € 40.000,00 is de rechtbank van oordeel dat het belang van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voor haar vordering daarmee gegeven is.
Rechtsverwerking
4.4.3.
Ten aanzien van het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat sprake is van rechtsverwerking overweegt de rechtbank dat om rechtsverwerking te kunnen aannemen het nodig is dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zich heeft gedragen op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het vervolgens geldend maken van haar recht. Enkel tijdsverloop is daarvoor onvoldoende. Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden op grond waarvan bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar aanspraak niet meer geldend zal maken of waardoor de positie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onredelijk verzwaard of benadeeld zou worden als het recht alsnog geldend wordt gemaakt.
4.4.4.
De rechtbank overweegt dat haar niet is gebleken van dergelijke bijzondere omstandigheden. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat er al andere huizen zijn verkocht waarvan de opbrengst tussen partijen is verdeeld en dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] pas bij verkoop van het laatste huis terug komt op de mondelinge afspraken die partijen hebben gemaakt. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] doet daarmee in feite een beroep op tijdsverloop. Aangezien er geen andere bijzondere omstandigheden zijn gesteld of gebleken, oordeelt de rechtbank dat geen sprake is van rechtsverwerking.
Beperkende werking van redelijkheid en billijkheid
4.4.5.
De rechtbank stelt voorop dat een dergelijk beroep niet snel zal worden gehonoreerd aangezien de formulering ‘naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar’ tot uitdrukking brengt dat de rechter de nodige terughoudendheid moet betrachten bij de toepassing daarvan.
4.4.6.
In dit kader is het aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om omstandigheden op te werpen waardoor zijn beroep slaagt. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert aan dat hij een disproportioneel hogere bijdrage heeft betaald aan de kosten van de huishouding (1) en dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de schuldbekentenis niet eerder heeft ingeroepen bij de notariële afrekeningen van vier eerdere leveringen van onroerende zaken (2).
4.4.7.
Met betrekking tot 1 overweegt de rechtbank dat dit niet kan leiden tot een geslaagd beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. Niet is komen vast te staan dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een disproportioneel hogere bijdrage heeft betaald aan de kosten van de huishouding. Voor een nadere onderbouwing verwijst de rechtbank naar rechtsoverwegingen 4.23.
4.4.8.
Ten aanzien van 2 overweegt de rechtbank dat ook dit niet kan leiden tot een geslaagd beroep op de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid. In feite doet [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hiermee nogmaals een beroep op tijdsverloop en dat is op zichzelf onvoldoende voor honorering van zijn beroep. In dit kader verwijst de rechtbank ook naar rechtsoverweging 4.4.4. Dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de schuldbekentenis enkel bij de verkoop en verdeling van deze woning inroept is bovendien logisch nu zij bij de aankoop van deze woning eigen geld heeft ingebracht en niet bij de aankoop van de andere woningen.
Mondelinge afspraken
4.4.9.
De rechtbank overweegt dat op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de stelplicht en bewijslast rust inzake de mondelinge afspraak die partijen hebben gemaakt. Dit betekent dat het, gelet op de betwisting van het bestaan van die mondelinge afspraak door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , op de weg van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] had gelegen om zijn stelling nader te onderbouwen. Aangezien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat niet heeft gedaan, heeft hij onvoldoende onderbouwd gesteld dat partijen iets anders hebben afgesproken dan wat in artikel 7 lid 5 van de samenlevingsovereenkomst staat. Dit betekent dat de rechtbank niet toekomt aan het verstrekken van een bewijsopdracht aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
Conclusie
4.5.
Gelet op het voorgaande worden de vorderingen in conventie onder E en F toegewezen en wordt de vordering in reconventie onder 4 afgewezen.
Huurinkomsten woning [adres 2] (vordering in conventie onder G)
4.6.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert de helft van de huurinkomsten over de periode oktober 2014 tot en met juni 2018. Daartoe stelt zij dat in die periode sprake is geweest van € 58.500,00 aan huurinkomsten.
4.7.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist de stelling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en geeft gemotiveerd aan dat er in die periode geen sprake is geweest van € 58.500,00 aan huurinkomsten door te stellen dat een van de huurders slechts in totaal € 500,00 heeft betaald en dat partijen daardoor zeker € 22.500,00 aan huurinkomsten zijn misgelopen. Alle opbrengsten zijn verder opgegaan aan kosten van het huishouden, zo heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tijdens de comparitie verklaard.
4.8.
De rechtbank overweegt dat op [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de stelplicht en bewijslast rust inzake de huurinkomsten. Dit betekent dat het, gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , op de weg van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] had gelegen om haar stelling nader te onderbouwen. Aangezien [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat heeft nagelaten, heeft zij onvoldoende onderbouwd gesteld dat in de periode oktober 2014 tot en met juni 2018 sprake is geweest van € 58.500,00 aan huurinkomsten. Dit betekent dat de rechtbank niet toekomt aan het verstrekken van een bewijsopdracht aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Dit betekent dat de vordering in conventie onder G zal worden afgewezen.
Niet terugbetaalde borgsommen woning [adres 2] (vordering in conventie onder H)
4.9.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt dat zij de helft van de niet terugbetaalde borgsommen en extra geïnde gelden ter ontbinding van de huur- en koopovereenkomst van de woning aan de [adres 2] niet heeft ontvangen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt tevens dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] eenmaal een (niet-terugbetaalde) borgsom van € 3.000,00 gestort heeft gekregen en dat hij eenmaal een bedrag van € 12.250,00 gestort heeft gekregen inzake de ontbinding van de koopovereenkomst. Ter onderbouwing verwijst [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] naar de overeenkomst inzake de ontbinding van de koopovereenkomst.
4.10.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dit en stelt dat hij van het deel dat aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] toekomt (€ 6.125,00) voor haar een Volkswagen Golf heeft gekocht. Daarnaast doet [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een beroep op verjaring. Ook heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tijdens de comparitie verklaard dat de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde bedragen in de huishoudpot terecht zijn gekomen.
4.11.
Tijdens de comparitie heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bevestigd dat er een auto is gekocht voor haar.
4.12.
De rechtbank overweegt dat op [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de stelplicht en bewijslast rust inzake de niet terugbetaalde borgsommen en het geïnd geld ter ontbinding van de koopovereenkomst. Dit betekent dat het, gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , op de weg van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] had gelegen om haar stelling nader te onderbouwen. Aangezien [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat niet heeft gedaan en heeft bevestigd dat voor haar een auto is gekocht, heeft zij onvoldoende onderbouwd gesteld dat zij niet haar deel heeft ontvangen. Dit betekent dat de rechtbank niet toekomt aan het verstrekken van een bewijsopdracht aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . De vordering in conventie onder H zal worden afgewezen voor zover deze ziet op de borgsommen en het geïnd geld ter ontbinding van de koopovereenkomst.
4.13.
Het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat sprake is van verjaring behoeft geen bespreking meer.
Extra geïnde ontbindingsgelden woning [adres 2] (vordering in conventie onder H)
4.14.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] eenmaal een bedrag van € 14.000,00 betaald heeft gekregen inzake huurpenningen tot ontbinding van de huurovereenkomst. Ter onderbouwing verwijst [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] naar de overeenkomst inzake de beëindiging van de huurovereenkomst.
4.15.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dit en stelt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] € 7.000,00 contant heeft ontvangen en heeft getekend voor ontvangst. Daarbij verwijst hij naar de overeenkomst inzake de beëindiging van de huurovereenkomst. Daarnaast heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tijdens de comparitie verklaard dat hij alle inkomsten heeft ingelegd in de huishoudpot en dat de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde bedragen in de huishoudpot terecht zijn gekomen.
4.16.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist de ontvangst van het contant geld.
4.17.
De rechtbank overweegt dat op [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de stelplicht en bewijslast rust inzake het geïnd geld ter ontbinding van de huurovereenkomst. Dit betekent dat het, gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , op de weg van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] had gelegen om haar stelling nader te onderbouwen. Aangezien [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat niet heeft gedaan, heeft zij onvoldoende onderbouwd gesteld dat zij de € 7.000,00 niet heeft ontvangen. Dit betekent dat de rechtbank niet toekomt aan het verstrekken van een bewijsopdracht aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . De vordering in conventie onder H zal worden afgewezen voor zover deze ziet op het geïnd geld ter ontbinding van de huurovereenkomst.
Gebruikersvergoeding (vordering in reconventie onder 2b)
4.18.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voor haar verblijf in de woning over de periode vanaf september 2014 alsnog een billijke vergoeding verschuldigd is. Tijdens de comparitie geeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan dat het gaat om de periode van 2015 tot heden. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert daartegen verweer dat strekt tot afwijzing van de vordering.
4.19.
De rechtbank overweegt dat een gebruikersvergoeding in dit geval pas verschuldigd is per de datum waarop de samenlevingsovereenkomst is ontbonden. Op grond van artikel 9 lid 1 onderdeel a samenlevingsovereenkomst is dat in dit geval 13 maart 2019. Dit betekent dat de vordering in ieder geval wordt afgewezen voor zover deze ziet op de periode tot 13 maart 2019.
4.20.
Ten aanzien van de periode van 13 maart 2019 tot heden overweegt de rechtbank dat beide partijen ter comparitie hebben aangegeven dat de hoogte van de gebruikersvergoeding afhankelijk is van de waarde van de woning. De rechtbank neemt aan dat partijen aldus bedoelen dat de hoogte van de gebruikersvergoeding moet worden vastgesteld aan de hand van een percentage van de helft van de overwaarde. Daarvoor is nodig dat in ieder geval een schatting kan worden gemaakt van de overwaarde. Aangezien partijen nog twisten over de waarde van de woning, kan de rechtbank niet berekenen hoe hoog de overwaarde precies is. Dit betekent dat de vordering in reconventie onder 2b in zoverre zal worden afgewezen.
Kosten huishouding (vordering in reconventie onder 2b en 3)
4.21.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat hij meer heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding dan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . In de samenlevingsovereenkomst hebben partijen namelijk afgesproken dat zij naar evenredigheid van het inkomen zouden bijdragen in de kosten van de huishouding en hij heeft zijn volledige inkomen ingebracht. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onderbouwt dit met bankafschriften over de periode 1 februari 2010 tot en met 31 augustus 2018. Ook heeft hij twee keer een transitievergoeding, de afkoop van een kapitaalverzekering en de opbrengst van de verkoop van zijn Renault Cabrio ingebracht. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vanaf februari 2004 tot en met juli 2018 gemiddeld € 500,00 per maand te weinig heeft ingebracht. In het begin van de samenleving heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] contant bijgedragen aan de gezamenlijke huishouding. Daarnaast heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] € 750,00 per maand overgeboekt. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft ook de belastingaangiftes over 2015, 2016 en 2017 overgelegd en stelt dat daaruit blijkt dat hij de hypotheekrente heeft betaald en dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betaal- en spaarrekeningen heeft in Duitsland.
4.22.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn volledige inkomen steeds heeft aangewend ten behoeve van de kosten van de huishouding. Uit de door hem overgelegde bankafschriften volgt dat niet. Ook betwist [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat zij te weinig heeft betaald aan de huishouding. Haar primaire verweer is dat er tussen partijen andersluidende stilzwijgende afspraken zijn gemaakt en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nooit op die afspraken is teruggekomen. Het bestaan van die afspraken wordt betwist door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Secundair voert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet heeft aangetoond om welk bedrag het gaat.
4.23.
De rechtbank overweegt dat op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de stelplicht en bewijslast rust inzake zijn stelling dat hij meer heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding dan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Dit betekent dat het, gelet op de gemotiveerde betwisting door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , op de weg van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] had gelegen om zijn stelling nader te onderbouwen. Uit het enkele feit dat hij stelt dat hij zijn hele salaris heeft aangewend voor de kosten van de huishouding volgt niet dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet naar rato heeft bijgedragen aan de kosten van de huishouding. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft namelijk geen enkel inzicht gegeven in de uitgaven van de gezamenlijke rekening. Ook uit het enkele feit dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] mogelijk slechts een deel van haar salaris heeft gestort/laten storten op de gezamenlijke rekening volgt niet dat zij te weinig heeft bijgedragen gelet op het verweer van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op dit punt. Zij stelt immers ook vanaf haar eigen rekening boodschappen te hebben betaald. Een en ander betekent dat de rechtbank niet toekomt aan het verstrekken van een bewijsopdracht aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en dat de vordering in reconventie onder 2b en 3 in zoverre zal worden afgewezen.
Inzage in administratie (vordering in reconventie onder 5)
4.24.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert inzage in de administratie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om een berekening te maken van in hoeverre hij meer heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding dan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Op basis van artikel 11 van de samenlevingsovereenkomst is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] namelijk verplicht om een eenvoudige administratie bij te houden.
4.25.
Tijdens de comparitie heeft de rechtbank [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] erop gewezen dat deze vordering in feite een aanhoudingsverzoek is en gevraagd hoe deze vordering zich verhoudt tot de vordering tot betaling van de te veel betaalde kosten voor de huishouding. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft daarop medegedeeld dat hij het liefst een punt achter deze zaak wilt zetten, maar ook dat hij deze vordering niet wilt intrekken. Ook deelde [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] mede dat hij geen behoefte heeft aan aanhouding en uitzoekwerk in de verschillende administraties en zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank.
4.26.
De rechtbank overweegt dat gelet op hetgeen dat tijdens de comparitie is medegedeeld, de vordering in reconventie onder 5 zal worden afgewezen.
De vorderingen in conventie en reconventie m.b.t. de verdeling van de woning
4.27.
Ten aanzien van de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde dwangsom overweegt de rechtbank dat een dwangsom wordt opgelegd om een geldelijke prikkel tot nakoming van een veroordeling te bewerkstelligen. Aangezien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tijdens de comparitie heeft verklaard dat er geen reden is om een dwangsom op te leggen omdat hij geen nieuwe woning kan kopen zolang de hypotheek van de woning mede op zijn naam staat en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zich omtrent de dwangsom heeft refereerd aan het oordeel van de rechtbank, acht de rechtbank geen redenen aanwezig om een dwangsom op te leggen. Dit betekent dat de gevorderde dwangsom zal worden afgewezen.
4.28.
De rechtbank overweegt dat aangezien beide partijen het erover eens zijn dat er een verkoopopdracht verstrekt moet worden aan [naam makelaarskantoor] te [vestigingsplaats] , er geen reden meer is om de vordering in conventie onder B toe te wijzen. Dit betekent dat de vordering in conventie onder B wordt afgewezen. Hetzelfde geldt voor de vorderingen in reconventie onder 2b laatste twee alinea’s.
Proceskosten (vordering in conventie onder I)
4.29.
Gelet op de gewezen relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
bepaalt dat de woning verkocht moet worden aan een derde,
5.2.
bepaalt dat partijen aan makelaar [naam makelaarskantoor] te [vestigingsplaats] een verkoopopdracht moeten verstrekken inzake de woning,
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis mee te werken aan het verstrekken van een verkoopopdracht aan makelaar [naam makelaarskantoor] te [vestigingsplaats] ,
5.4.
bepaalt dat beide partijen de adviezen van makelaar [naam makelaarskantoor] te [vestigingsplaats] ten aanzien van de vraag- en laatprijs moeten opvolgen,
5.5.
bepaalt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] al datgene moet doen of nalaten wat op instructie van de makelaar noodzakelijk is om tot verkoop en eigendomsoverdracht van de woning te komen,
5.6.
bepaalt dat partijen moeten meewerken aan de ondertekening van de verkoopovereenkomst en aan de notariële eigendomsoverdracht,
5.7.
bepaalt dat partijen ieder voor de helft gerechtigd zijn tot de verkoopopbrengst van de woning,
5.8.
bepaalt dat partijen de kosten die verband houden met verkoop en levering van de woning bij helfte moeten voldoen,
5.9.
verklaart voor recht dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een bedrag moet betalen van € 40.000,00 (veertigduizend euro),
5.10.
verklaart voor recht dat, als de woning is verkocht, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uit zijn deel van de verkoopopbrengst eerst een bedrag van € 40.000,00 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] moet voldoen en, voor zover de verkoopopbrengst niet toereikend is daarvoor, het overige moet voldoen uit eigen middelen,
5.11.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.12.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.13.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.V. Pelsser en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2020.