ECLI:NL:RBLIM:2020:7464

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 september 2020
Publicatiedatum
2 oktober 2020
Zaaknummer
8681515 \ CV EXPL 20-3648
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake vordering tot betaling door BOL.COM B.V. tegen PARKSTAD BEWINDVOERING B.V. en onderbewindgestelde

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, is een vordering tot betaling aanhangig gemaakt door BOL.COM B.V. tegen PARKSTAD BEWINDVOERING B.V. en een onderbewindgestelde. De zaak is geregistreerd onder zaaknummer 8681515 CV EXPL 20-3648 en vond plaats op 30 september 2020 in Maastricht. BOL.COM B.V., vertegenwoordigd door GGN Mastering Credit B.V., vorderde betaling van een bedrag van € 136,25, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldoet aan de vereisten van artikel 111 lid 2 onder d Rv en dat de eisende partij de relevante feiten naar waarheid heeft aangevoerd. De gedaagde partij, die als consument wordt vermoed, heeft de vordering niet of onvoldoende betwist. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen schendingen zijn van de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht, en heeft de vordering van BOL.COM B.V. toegewezen.

De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 246,85. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde partij onmiddellijk moet voldoen aan de betalingsverplichting, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8681515 \ CV EXPL 20-3648
Vonnis van de kantonrechter van 30 september 2020
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOL.COM B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
gemachtigde GGN Mastering Credit B.V.,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PARKSTAD BEWINDVOERING B.V.,m.h.o.d.n.
SAMEN BETER IN BUDGET & ZORG,
in hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[naam onderbewindgestelde],
gevestigd Rumpenerstraat 4 A,
6443 CD Brunssum,
gedaagde partij,
gemachtigde [naam gemachtigde] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv dient de dagvaarding de eis en de gronden daarvan te vermelden en op grond van artikel 21 Rv dient eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.
2.2.
De kantonrechter is van oordeel dat de dagvaarding aan de voormelde vereisten voldoet.
2.3.
Gedaagde partij is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn.
Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).
2.4.
De kantonrechter is van oordeel dat in deze zaak geen beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht zijn geschonden.
2.5.
Uit het antwoord van gedaagde partij is de kantonrechter gebleken dat de vordering van eisende partij niet althans onvoldoende wordt betwist. De vordering dient daarom te worden toegewezen.
2.6.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 86,85
  • griffierecht € 124,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 246,85

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 136,25, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 96,97 vanaf 13 juli 2020 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 246,85,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC