Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 105,09
- griffierecht € 499,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
Op 30 september 2020 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis gewezen in de zaak tussen de stichting STICHTING WONEN LIMBURG, gevestigd te Sittard, als eisende partij, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De procedure begon met een dagvaarding en een verzoek om uitstel van de gedaagde partij. Na het verkregen uitstel heeft de gedaagde partij echter niet meer geantwoord, waardoor de vordering van de eisende partij als niet weersproken vaststond. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van de stichting als onvoldoende betwist moest worden toegewezen.
In de beoordeling heeft de kantonrechter vastgesteld dat de gedaagde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op een totaalbedrag van € 724,09, bestaande uit kosten voor de dagvaarding, griffierecht en het salaris van de gemachtigde. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld om aan de eisende partij een bedrag van € 1.053,12 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2020 tot de dag van volledige betaling. Tevens is de gedaagde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eisende partij tot op heden zijn begroot op € 724,09.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.