Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 87,99
- griffierecht € 996,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert de naamloze vennootschap HEERLEN I INVEST N.V., gevestigd te Leiderdorp, dat de besloten vennootschap ROFRA MEUBELEN HEERLEN B.V., gevestigd in Heerlen, wordt veroordeeld tot betaling van een huurachterstand van € 40.782,11, inclusief (boete-)rente en buitengerechtelijke incassokosten. De eisende partij stelt dat de gedaagde partij in gebreke is gebleven met de huurbetalingen voor een bedrijfsruimte gelegen aan de In de Cramer 156-158 in Heerlen. De huurprijs bedraagt € 10.423,45 per maand, en de gedaagde partij heeft tot en met mei 2020 een achterstand van € 28.076,51 opgebouwd. Daarnaast vordert de eisende partij de wettelijke (boete-)rente van 2% per maand en buitengerechtelijke kosten van € 5.319,41.
De gedaagde partij heeft na verkregen uitstel niet meer gereageerd op de vordering. De kantonrechter oordeelt dat de vordering ten aanzien van de huurachterstand en de (boete-)rente als niet weersproken vaststaat en toewijsbaar is. De kantonrechter wijst ook de buitengerechtelijke incassokosten toe, berekend op basis van de hoofdsom en de reeds verschenen rente. De totale kosten aan de zijde van de eisende partij worden begroot op € 1.563,99, inclusief griffierecht en salaris van de gemachtigde.
In de beslissing veroordeelt de kantonrechter de gedaagde partij om aan de eisende partij een bedrag van € 39.674,19 te betalen, vermeerderd met de overeengekomen (boete-)rente vanaf 24 juni 2020 tot de dag van volledige betaling. Tevens wordt de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.