ECLI:NL:RBLIM:2020:7388

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 september 2020
Publicatiedatum
30 september 2020
Zaaknummer
C/03/281298 / HA ZA 20-409
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing naar kantonrechter in huurovereenkomst geschil

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg, is een vordering aanhangig gemaakt die voortvloeit uit een huurovereenkomst. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.J.F. Geertsen, heeft de rechtbank verzocht om een oordeel over de zaak. De gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Gijsen, heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft op 2 september 2020 een rolbeschikking gedaan waarin zij voorlopig oordeelde dat zij onbevoegd was om van de zaak kennis te nemen, gezien de aard van de vordering die onder de bevoegdheid van de kantonrechter valt. De eiseres heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze verwijzing naar de kantonrechter.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de aard van de zaak, die betrekking heeft op een huurovereenkomst, onder de bevoegdheid van de kantonrechter valt, ongeacht de waarde van de vordering. Aangezien het gehuurde zich bevindt in Nieuwstadt, gemeente Echt-Susteren, heeft de rechtbank besloten de zaak te verwijzen naar de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond. In de beslissing heeft de rechtbank ook aangegeven dat partijen niet meer verplicht zijn om zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen en dat zij ook persoonlijk of bij gemachtigde kunnen verschijnen. Tevens is vermeld dat het griffierecht zal worden verlaagd en dat eventueel teveel betaald griffierecht door de griffier zal worden teruggestort.

Het vonnis is op 30 september 2020 gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken. De zaak is nu verwezen naar de rolzitting van de kamer voor kantonzaken, waar verdere behandeling zal plaatsvinden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/281298 / HA ZA 20-409
Vonnis bij vervroeging van 30 september 2020
in de zaak van
[eiseres],
wonend te [woonplaats 1] ,
eiseres,
advocaat mr. W.J.F. Geertsen,
tegen
[gedaagde],
wonend te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. R. Gijsen.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de rolbeslissing van 2 september 2020
  • de akte uitlating aan de zijde van [eiseres] ,
  • de akte uitlating aan de zijde van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij rolbeschikking van 2 september 2020 heeft de rechtbank als voorlopig oordeel gegeven dat de kamer voor andere zaken dan kantonzaken, gelet op de aard van de zaak (een vordering voortvloeiend uit een huurovereenkomst), onbevoegd is om van het gevorderde kennis te nemen.
2.2.
[eiseres] verzet zich niet tegen een verwijzing naar de kantonrechter en [gedaagde] refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
2.3.
De rechtbank blijft bij haar oordeel dat de aard van de zaak een onderwerp betreft dat op grond van art. 93 onder c Rv door de kantonrechter wordt behandeld, ongeacht het beloop of de waarde van de vordering. Nu het gehuurde is gelegen in Nieuwstadt, gemeente Echt-Susteren, zal de zaak op grond van artikel 103 Rv worden verwezen naar de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rolzitting van de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, op
28 oktober 2020 om 10.00 uurvoor conclusie van antwoord,
3.2.
wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedure niet meer vertegenwoordigd hoeven te worden door een advocaat, maar ook persoonlijk of bij gemachtigde kunnen verschijnen,
3.3.
wijst partijen erop dat het in deze procedure geheven griffierecht ingevolge art. 8 lid 4 WGBZ zal worden verlaagd en dat het teveel betaalde griffierecht door de griffier zal worden teruggestort.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH