ECLI:NL:RBLIM:2020:7242
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake vergunningplicht autoverhuur in Heerlen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 25 september 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van KAV Autoverhuur B.V. Het verzoekster, KAV Autoverhuur B.V., had beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Heerlen, waarin autoverhuur als bedrijfsmatige activiteit werd aangewezen waarvoor een vergunningplicht geldt. Dit besluit, het Aanwijzingsbesluit, werd op 22 februari 2019 genomen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de burgemeester verklaarde dit bezwaar ongegrond bij een besluit op 27 november 2019.
Tijdens de zitting op 27 augustus 2020, die via een telefonische verbinding plaatsvond, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening behandeld. Verzoekster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. H.W. Vis, en mr. J. Floor, terwijl de burgemeester werd vertegenwoordigd door mr. J. Devoi en twee andere medewerkers van de gemeente Heerlen. Na de zitting verzocht de gemachtigde van verzoekster om het onderzoek te heropenen vanwege nieuwe feiten die na de zitting aan het licht waren gekomen, maar de rechtbank oordeelde dat het onderzoek volledig was geweest.
De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoekster geen belang meer had bij het verzoek, nu haar beroep tegen het besluit op bezwaar ongegrond was verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.