Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 102,96
- griffierecht € 499,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 23 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woningstichting Maasvallei Maastricht, eisende partij, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een huurachterstand van 13 maanden. De procedure is gestart met een dagvaarding, gevolgd door een antwoord van de gedaagde en een mondelinge behandeling op 10 september 2020. Tijdens de behandeling bleek dat de gedaagde partij de vordering niet betwistte, wat de kantonrechter leidde tot de conclusie dat de achterstand in de betalingsverplichtingen de gevorderde ontbinding rechtvaardigde.
De kantonrechter heeft vervolgens de huurovereenkomst ontbonden en de gedaagde veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand van € 2.453,17, vermeerderd met wettelijke rente, en de te vervallen huurpenningen van € 565,09 per maand. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 961,96. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.