Uitspraak
RECHTBANK limburg
[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker
de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 september 2020.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 25 september 2020 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker wiens woonwagen voor drie maanden gesloten zou worden op grond van artikel 13b van de Opiumwet. De sluiting was gebaseerd op de ontdekking van een hennepkwekerij met 49 planten in de facilitaire ruimte van de woonwagen. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van Sittard-Geleen, die de sluiting had gelast, en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 17 september 2020 heeft verzoeker zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat hij in de woonwagen woont en een spoedeisend belang heeft bij het verzoek. Verweerder daarentegen stelde dat verzoeker niet in de woonwagen verbleef, maar elders woonde vanwege verbouwingen aan de woonwagen. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er onvoldoende bewijs was dat verzoeker daadwerkelijk in de woonwagen verbleef en dat het spoedeisend belang ontbrak. Bovendien was er geen sprake van een apert onrechtmatig besluit, aangezien de sluiting was gebaseerd op de vondst van softdrugs. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.