In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter in Roermond, vordert de eiseres, een maatschap naar burgerlijk recht, betaling van onbetaalde facturen van de gedaagden. De zaak betreft een overeenkomst van opdracht die is gesloten tussen de eiseres en de gedaagden, waarbij de eiseres werkzaamheden heeft verricht voor de gedaagden door tussenkomst van een gemachtigde. De gedaagden hebben een deel van de facturen betaald, maar een aanzienlijk bedrag is onbetaald gebleven. De kantonrechter heeft ambtshalve onderzocht of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, gezien de woonplaats van gedaagde sub 1 in de Verenigde Staten. De rechter concludeert dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op basis van de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De gedaagden hebben verweer gevoerd, onder andere dat de eiseres niet-ontvankelijk zou zijn in haar vorderingen, maar de kantonrechter oordeelt dat er al dan niet stilzwijgend een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen. De kantonrechter heeft de vorderingen van de eiseres, voor zover deze betrekking hebben op de facturen, grotendeels toegewezen, met uitzondering van een factuur die op naam van een ontbonden vennootschap was gesteld. De gedaagden zijn veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, buitengerechtelijke kosten en beslagkosten, en zijn ook veroordeeld in de proceskosten.