Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De inhoud van het verzoekschrift
- € 1.969,87 voor de kosten van een raadsman;
- € 550,00 voor de kosten van een raadsman met betrekking tot de indiening en behandeling van dit verzoekschrift.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 15 september 2020 uitspraak gedaan in een rekestprocedure met zaaknummer 19/870. De verzoeker, die werd vervolgd voor mishandeling, heeft een verzoek ingediend om vergoeding van de kosten van zijn raadsman, die hij heeft gemaakt in het kader van de strafzaak. De verzoeker verklaarde dat hij agressief werd toen men hem uit zijn woning probeerde te zetten zonder zijn kinderen. Hij heeft daarbij om zich heen geslagen, maar weet niet wie hij heeft geraakt. Er is letsel geconstateerd bij beide aangeefsters. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker zelf verantwoordelijk is voor de vervolging en dat de kosten van rechtsbijstand niet vergoed kunnen worden. De officier van justitie heeft het verzoek afgewezen, stellende dat er geen gronden van billijkheid zijn voor vergoeding, gezien het beleidssepot op grond van gewijzigde omstandigheden. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het verzoek bevestigd en geoordeeld dat er geen gronden van billijkheid aanwezig zijn voor vergoeding van de kosten van de raadsman. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen en de beslissing is gegeven door rechter A.P.A. Bisscheroux, in tegenwoordigheid van griffier D.C.H.B. Slenter. Tegen deze beschikking staat hoger beroep open bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.