ECLI:NL:RBLIM:2020:6964

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 september 2020
Publicatiedatum
16 september 2020
Zaaknummer
C03/278741/HA ZA 20-297
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oproep in vrijwaring en aansprakelijkheid na arbeidsongeval

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 16 september 2020, hebben de eiseressen Zurich Insurance PLC en Randstad Uitzendbureau B.V. een incident aanhangig gemaakt tegen de gedaagde Vlukon B.V. De eiseressen vorderen een verklaring voor recht dat Vlukon aansprakelijk is voor de schade die voortvloeit uit een arbeidsongeval dat op 24 april 2018 heeft plaatsgevonden in de fabriek van Vlukon. Tevens vorderen zij dat Vlukon hen vrijwaart voor de vordering van de werknemer die voortvloeit uit dit ongeval.

Vlukon heeft in het incident verzocht om haar verzekeraar, Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Mij. N.V., in vrijwaring op te roepen. Vlukon stelt dat NN gehouden is om dekking te verlenen voor het ongeval en vraagt de rechtbank om de hoofdzaak aan te houden totdat duidelijkheid is verkregen over de dekking door NN. Vlukon kan zich volgens haar polisvoorwaarden niet verweren tegen de vorderingen van Zurich c.s. zolang niet duidelijk is of NN dekking biedt.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de incidentele vordering van Vlukon moet worden toegewezen, omdat de aangevoerde gronden niet zijn weersproken. De rechtbank heeft echter besloten de hoofdzaak niet aan te houden, omdat niet is gebleken dat de polisvoorwaarden van de verzekeraar in de weg staan aan de rechtsgang. De beslissing over de kosten van het incident is aangehouden tot de uitspraak in de hoofdzaak. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.R. Sijmonsma en is openbaar gemaakt op 16 september 2020.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/278741 / HA ZA 20-297
Vonnis in incident bij vervroeging van 16 september 2020
in de zaak van
1. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ZURICH INSURANCE PLC.,
mede kantoorhoudend te Den Haag,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RANDSTAD UITZENDBUREAU B.V.,
statutair gevestigd te Amsterdam,
eiseressen in de hoofdzaak,
verweersters in het incident,
advocaat mr. T. Havekes,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VLUKON B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudend te Vaals,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. C.C. Horrevorts.
Partijen zullen hierna Zurich c.s. en Vlukon genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 11
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring met producties 1 t/m 11
  • de conclusie van antwoord in het incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Zurich c.s. vorderen voor zover hier van belang een verklaring voor recht dat Vlukon aansprakelijk is voor de schade die voortvloeit uit een arbeidsongeval dat zich op 24 april 2018 heeft voorgedaan in haar fabriek en een verklaring voor recht dat Vlukon gehouden is om Zurich c.s. te vrijwaren voor de vordering van de werknemer die voortvloeit uit het ongeval.
2.2.
Vlukon vordert dat haar wordt toegestaan om haar verzekeraar Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Mij. N.V. (hierna: NN) in vrijwaring op te roepen. Volgens Vlukon is NN gehouden om voor het ongeval dekking te verlenen. Voorts vraagt Vlukon de procedure in de hoofdzaak aan te houden, totdat duidelijkheid is verkregen omtrent de vraag of NN aan Vlukon dekking dient te verlenen. Vlukon stelt dat zij zich niet kan verweren tegen de vorderingen van Zurich c.s., nu zij op grond van de polisvoorwaarden tussen haar en NN, niets mag doen wat de belangen van NN zou kunnen schaden. Zolang niet duidelijk is of NN dekking moet verlenen, kan Vlukon geen uitspraken doen omtrent een eventuele aansprakelijkheid aan haar zijde.
2.3.
Zurich refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, nu de aangevoerde en niet weersproken gronden die vordering kunnen dragen. De rechtbank zal de hoofdzaak niet aanhouden, omdat niet wordt ingezien op welke wijze de polisvoorwaarden van de verzekeraar in de weg kunnen staan aan onder meer de artikelen 21 en 128 Rv.
2.5.
De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
staat toe dat Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Mij. N.V. door Vlukon B.V. wordt gedagvaard tegen de terechtzitting van
28 oktober 2020,
3.2.
houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan,
in de hoofdzaak
3.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
28 oktober 2020voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2020. [1]

Voetnoten

1.type: AH