ECLI:NL:RBLIM:2020:6896

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 september 2020
Publicatiedatum
14 september 2020
Zaaknummer
03.085762.19
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meervoudige woninginbraken met DNA- en schakelbewijs

Op 14 september 2020 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van dertien woninginbraken. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, gebaseerd op onder andere DNA- en schakelbewijs. De verdachte, geboren in 1977 en preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel, werd bijgestaan door advocaat mr. M.M.H. Zuketto. Tijdens de zitting op 31 augustus 2020 zijn de feiten en de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De tenlastelegging omvatte inbraken in woningen in verschillende gemeenten, waaronder Landgraaf, Kerkrade, Echt, Geleen, Roermond, Stein en Heerlen, waarbij de verdachte telkens gebruik maakte van een schroevendraaier en een vergelijkbare modus operandi volgde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de feiten en dat het bewijs, waaronder DNA-sporen, overtuigend was. De rechtbank heeft het verweer van de verdediging over 'afnemend strafnut' verworpen en de opgelegde straf als passend en geboden beschouwd, gezien de ernst van de feiten en het recidivegevaar. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij behandeld, maar deze niet-ontvankelijk verklaard voor de materiële schadevergoeding en de immateriële schadevergoeding afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.085762.19
tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 14 september 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [land] ) op [geboortedag] 1977,
wonende op het adres [adresgegevens verdachte] te [geboorteplaats] ( [land] ),
preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel, Ter Apelervenen 10 te
Ter Apel.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. M.M.H. Zuketto, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Het onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 31 augustus 2020. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1: op 14 december 2018 sieraden en cosmetica heeft gestolen uit een woning aan de [adres 1] te Landgraaf door middel van braak.
Feit 2: op 16 december 2018 geld heeft gestolen uit een woning aan de [adres 2] te Kerkrade door middel van braak.
Feit 3: op 21 januari 2017 geld en sieraden heeft gestolen uit een woning aan de [adres 3] te Echt door middel van braak.
Feit 4: op 3 november 2017 geld, laptop en sieraden heeft gestolen uit een woning aan [adres 4] te Geleen door middel van braak.
Feit 5: op 3 november 2017 horloges heeft gestolen uit een woning aan de [adres 5] te Geleen door middel van braak.
Feit 6: op 6 november 2017 heeft geprobeerd om goederen en/of geld te stelen uit een woning aan de [adres 6] te Roermond door middel van braak.
Feit 7: in de periode 25 december 2017 tot en met 7 januari 2018 een camera en sieraden heeft gestolen uit een woning aan de [adres 7] te Kerkrade door middel van braak.
Feit 8: in de periode van 9 februari 2018 tot en met 12 februari 2018 goederen heeft gestolen uit een woning aan de [adres 8] te Stein door middel van braak.
Feit 9: op 22 september 2019 sieraden heeft gestolen uit en woning aan de [adres 9] te Maasbracht door middel van braak.
Feit 10: op 21 september 2018 heeft geprobeerd om goederen en/of geld te stelen uit een woning aan de [adres 10] te Landgraaf door middel van braak.
Feit 11: op 3 november 2018 heeft geprobeerd om goederen en/of geld te stelen uit een woning aan de [adres 11] te Geleen door middel van braak.
Feit 12: op 7 november 2018 heeft geprobeerd om goederen en/of geld te stelen uit een woning aan de [adres 12] te Weert door middel van braak.
Feit 13: op 21 november 2018 een horloge heeft gestolen uit een woning aan de [adres 13] te Heerlen door middel van braak.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de bewezenverklaring van alle feiten.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Ten aanzien van feit 1
Op 15 december 2018 verklaart [benadeelde 1] dat op 14 december 2018 in zijn woning aan de [adres 1] te Landgraaf is ingebroken en dat er sieraden en cosmetica zijn weggenomen. De dader is via het platte dak via het slaapkamerraam binnengekomen. Het kunststof kozijn was beschadigd. [2]
Uit het sporenonderzoek bleek dat men 2 keer in de actieve sluitnaad had gestoken. De contra werktuigsporen van het raam en het kozijn werden afgevormd. Op de waterslag werd een partieel schoenspoor aangetroffen. Dit schoenspoor werd veiliggesteld. [3] Het aangetroffen schoenspoor is mogelijk gemaakt met de linkerschoen van verdachte. [4] De verdachte heeft tijdens zijn vlucht op 19 december 2018 een schroevendraaier weggegooid en die in beslag is genomen. [5] Uit het vergelijkend werktuigsporenonderzoek blijkt dat de werktuigsporen in de afvormingen zijn veroorzaakt door de in beslag genomen schroevendraaier. [6] De inbraak vond plaats gedurende een periode waarin de telefoon van de verdachte enkele keren een zendmast in Landgraaf aanstraalde. [7]
De rechtbank is op grond van het bovenstaande van oordeel dat het onder feit 1 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Ten aanzien van feit 2
Op 16 december 2018 verklaart [benadeelde 2] dat op 16 december 2018 in zijn woning aan de [adres 2] te Eygelshoven is ingebroken en dat er een geldbedrag van € 250,00 is weggenomen. [8] Er werd een (fragment van een?) schoenspoor aangetroffen op de slaapkamer. Dit schoenspoor werd veiliggesteld. Op onbekende wijze is de toegang tot de achtertuin verschaft. Vervolgens is men op het platte dak aan de achterzijde van de woning geklommen. Hierna heeft men het rolluik omhoog gelift en vervolgens het raam dat in de kiepstand stond, geforceerd. De eerste verdieping is doorzocht en vervolgens heeft men de woning weer via hetzelfde raam als bij binnenkomst verlaten. [9] Uit het vergelijkend schoensporenonderzoek blijkt dat het schoenspoor mogelijk is veroorzaakt door de verdachte. [10] De inbraak vond plaats gedurende een periode waarin de telefoon van de verdachte enkele keren een zendmast in Kerkrade aanstraalde. [11]
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 2
De rechtbank overweegt dat - volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad - met de term schakelbewijs een bewijsvoering wordt aangeduid, waarbij voor de bewezenverklaring van een feit mede redengevend wordt geacht de uit één of meer bewijsmiddelen blijkende omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was. Daarbij is ten minste vereist dat de wijze (het complex van gedragingen) waarop de onderscheidene feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomt.
Bij een gelijke modus operandi is het dus mogelijk om het bewijs voor de verschillende tenlastegelegde feiten niet apart te beoordelen maar juist in onderlinge samenhang. De rechtbank is van oordeel dat de onder de feiten 1 tot en met 13 hebben plaatsgevonden en dat de dader een specifiek patroon volgde. Hij heeft telkens ingebroken en hierbij telkens gebruik gemaakt van een schroevendraaier en meestal is hij via het platte dak de woning ingeklommen.
De rechtbank is van oordeel dat - gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen in samenhang met de beschreven modus operandi waarin essentiële punten overeenkomen met de overige verweten (pogingen) tot inbraak – feit 2 wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Ten aanzien van feit 3
Op 21 januari 2017 verklaart [benadeelde 3] dat in zijn woning aan de [adres 3] te Echt is ingebroken en dat er een geldbedrag van € 400,- en sieraden zijn weggenomen. [12] Bij het sporenonderzoek werd in een tweedelig kozijn braakschade in de sluitnaad van het draai/kiepraam aangetroffen. Er waren twee indrukken zichtbaar in het kunststof, vermoedelijk van een schroevendraaier. Op meerdere plekken werd bloed aangetroffen. Dit bloed werd veiliggesteld. [13] Het DNA in dit bloed ‘matcht’ met dat van de verdachte. [14]
Ten aanzien van feit 4
Op 3 november 2017 verklaart [naam 1] mede namens de benadeelde [benadeelde 5] dat er in zijn woning aan de [adres 4] te Geleen is ingebroken en dat een geldbedrag van
€ 25,-, een laptop, beautycase en sieraden zijn weggenomen. [15] Bij het sporenonderzoek was in de sponning van de raamvleugel en de vernielde ruit een indruk van, mogelijk, een schroevendraaier zichtbaar. Op meerdere plekken werd bloed aangetroffen. Dit bloed werd veiliggesteld. [16] Het DNA in dit bloed ‘matcht’ met dat van de verdachte. [17]
Ten aanzien van feit 5
Op 4 november 2017 verklaart [benadeelde 6] dat er in zijn woning aan de [adres 5]
te Geleen is ingebroken en dat er horloges zijn weggenomen. [18] Bij het sporenonderzoek
bleek dat de dader met een niet bekend werktuig heeft gewrikt in de sluitnaad van het in kiepstand geopende badkamerraamvleugel. Hierdoor ging deze raamvleugel
van kiepstand naar draaistand open en kon de dader zich door middel van inklimming de
toegang tot de woning verschaffen. Op meerdere plekken werd bloed aangetroffen. Dit bloed werd veiliggesteld. [19] Het DNA in dit bloed ‘matcht’ met dat van de verdachte. [20]
Ten aanzien van feit 6
Op 6 november 2017 verklaart [benadeelde 7] dat er in haar woning aan de [adres 6] te Roermond is geprobeerd in te breken. Er zijn geen spullen weggenomen. Er is een raam van de berging vernield. [21] Bij het sporenonderzoek is een bloedspoor veiliggesteld. [22] Het DNA in dit bloed ‘matcht’ met dat van de verdachte. [23]
Ten aanzien van feit 7
Op 7 januari 2018 verklaart [benadeelde 8] mede namens het slachtoffer [naam 2] dat er tussen 25 december 2017 en 7 januari 2018 is ingebroken in haar woning aan de [adres 7] te Kerkrade en dat er een Nikon camera en sieraden zijn weggenomen. Het raam van de keuken was kapot. [24] Tijdens het sporenonderzoek werd er op meerdere plekken bloed aangetroffen. Dit bloed is veiliggesteld. [25] Het DNA in dit bloed ‘matcht’ met dat van de verdachte. [26]
Ten aanzien van feit 8
Op 12 februari 2018 verklaart [naam 3] dat er tussen 9 februari 2018 en 12 februari 2019 is ingebroken in zijn woning aan de [adres 8] te Stein en dat een riem (merk Louis Vuitton), een riem (merk Gucci), sieraden, parfum en twee tassen (merk Jimmy Choo kleur goud en merk Gucci kleur zwart) en een zonnebril (merk Rayban) zijn weggenomen. [27]
Op 11 februari 2018 werden verbalisanten naar het adres van aangever gestuurd wegens een alarm dat afging. Ter plaatse hoorden verbalisanten ritselen in de struiken bij de buren, [adres 14] en vervolgens geritsel bij huisnummer [x] . Zij zagen op een plat dak een man zitten die vervolgens in de tuin van huisnummer [y] sprong. In de tuin werd een zwart hoesje van een RayBan bril met daarin een bril gevonden. Aan de schoenafdrukken zagen verbalisanten dat verdachte naar de tuin van [adres 15] was geklommen. In deze tuin werden meerdere schoenafdrukken en een grijze sjaal aangetroffen. Deze sjaal was droog terwijl de grond vochtig was. Hieruit kon worden opgemaakt dat de sjaal daar zeer korte tijd lag. [28] De sjaal werd in beslag genomen en onderzocht op DNA. [29] Het epitheel dat is aangetroffen op de sjaal matcht met verdachte. [30]
Ten aanzien van feit 9
Op 22 september 2019 verklaart [naam 4] mede namens het slachtoffer [naam 5] dat er in zijn woning aan de [adres 9] te Maasbracht is ingebroken en dat er sieraden zijn weggenomen. [31] Uit het sporenonderzoek bleek dat de dader mogelijk met een breekvoorwerp, mogelijk zijnde een schroevendraaier, in de sponning van het slaapkamerraam heeft gewrikt. Door het wrikken in de sponning was de ruit
gebarsten. Er werd een bloedspoor aangetroffen. Het bloed is veiliggesteld. [32] Het DNA in dit bloed ‘matcht’ met dat van de verdachte. [33]
Ten aanzien van feit 10
Op 21 september 2018 verklaart [naam 6] dat er is geprobeerd in zijn woning aan [adres 10] te Landgraaf in te breken. Aangever en zijn zoon werden wakker doordat het alarm afging. De zoon van aangever zag dat in de keuken een raam/deur openstond en dat aan de buitenzijde van de deur een gaatje in het deurhout was geboord.
Uit contact met de meldkamer van de alarmcentrale is gebleken dat een persoon vermoedelijk in hun keuken heeft gestaan. [34] Uit het sporenonderzoek is naar voren gekomen dat in het hout van de raamvleugel in de keuken een gat was geboord en dat dit gat van buitenaf naast de raamkruk was gemaakt. Op de ruit van deze raamvleugel aan de buitenkant
naast het boorgat waren veegsporen aanwezig. Deze veegsporen waren geplaatst door een
hand. Dit veegspoor is bemonsterd op biologische sporen. [35] Het veegspoor matcht met het DNA-profiel van verdachte. [36]
Ten aanzien van feit 11
Op 3 november 2018 verklaart [naam 7] dat er is geprobeerd in zijn woning aan de [adres 11] te Geleen in te breken. Om 20:43 uur kreeg aangever van de SMC alarmcentrale een telefoontje dat er in de zone overloop een bewegingsmelder afging. Omstreeks 21:50 uur kwam aangever thuis. Toen hij boven kwam, zag hij dat de
vlizotrap van de zolder naar beneden stond en dat het dakraam open stond en dat de ruit was ingeslagen. De 2 tralies voor het raampje waren weg. Het raam is een klein raam, waar misschien een klein persoon doorheen past. Het raam naar de bijkeuken stond open en was ingeslagen. Er zijn geen goederen weggenomen. [37] Uit het sporenonderzoek bleek dat in de bovenste goot van het dakraam een schroevendraaier met verwisselbare steel en zwart handvat lag. De steel was dusdanig gemonteerd dat de kruiskop gebruikt kon worden. De handgreep van deze schroevendraaier werd door verbalisant met behulp van een wattenstaafje op biologische sporen bemonsterd. [38] Het veegspoor matcht met het DNA-profiel van verdachte. [39]
Ten aanzien van feit 12
Op 7 november 2018 verklaart [naam 8] dat er is geprobeerd in te breken in zijn woning aan de [adres 12] te Weert . Het raam in de slaapkamer gelegen aan de achterzijde van de woning was kapot. Dit raam is te bereiken via het plat dak aan de
achterzijde van de woning. Er zijn geen goederen weggenomen. [40] Tijdens het sporenonderzoek werd op meerdere plekken bloed aangetroffen. Dit bloed werd veiliggesteld. [41] Het DNA in dit bloed ‘matcht’ met dat van de verdachte. [42]
Ten aanzien van feit 13
Op 21 november 2018 verklaart [naam 9] dat er in zijn woning aan de [adres 13] te Heerlen is ingebroken. Er is schade aan het kozijn van het raam aan de achterzijde op de eerste verdieping. [43] Er is een horloge weggenomen. [44] Bij het sporenonderzoek bleek
dat er aan de buitenkant op de ruit van het opengebroken raam veegsporen aanwezig
waren van handschoenen of kleding. Deze veegsporen waren door de dader gemaakt bij
het openbreken van het raam. Deze veegsporen zijn bemonsterd op de aanwezigheid van
biologische sporen. [45] Het veegspoor matcht met het DNA-profiel van verdachte. [46]
De rechtbank van is oordeel dat het tenlastegelegde onder 3 tot en met 13, gelet op het vorenstaande, wettig en overtuigend bewezen kan worden.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1.
op 14 december 2018 in de gemeente Landgraaf uit een woning gelegen aan de [adres 1] , sieraden en cosmetica, toebehorende aan [benadeelde 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
2.
op 16 december 2018 in de gemeente Kerkrade uit een woning gelegen aan de [adres 2] , een geldbedrag van 250 euro, toebehorende aan [benadeelde 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
3.
op 21 januari 2017 te Echt , in de gemeente Echt-Susteren uit een woning gelegen aan de [adres 3] , een geldbedrag van 400 euro en sieraden, toebehorende aan [benadeelde 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
4.
op 3 november 2017 te Geleen , in de gemeente Sittard-Geleen, uit een woning gelegen aan de [adres 4] , een geldbedrag van 25 euro en een laptop en een beautycase en sieraden, toebehorende aan [naam 1] en/of [benadeelde 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.5.
op 3 november 2017 te Geleen , in de gemeente Sittard- Geleen , uit een woning gelegen aan de [adres 5] , horloges, toebehorende aan [benadeelde 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
5.
op 3 november 2017 te Geleen , in de gemeente Sittard-Geleen, uit een woning gelegen aan de [adres 5] , horloges, toebehorende aan [benadeelde 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
6.
op 6 november 2017 in de gemeente Roermond ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een woning gelegen aan de [adres 6] , sieraden en/of geld, toebehorende aan [benadeelde 7] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak,
- zich naar voorgenoemde woning heeft begeven en
- een raamkozijn behorend bij de berging van voorgenoemde woning heeft vernield,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
7.
in de periode van 25 december 2017 tot en met 7 januari 2018 in de gemeente Kerkrade, uit een woning gelegen aan de [adres 7] , een fototoestel (merk Nikon) en sieraden, toebehorende aan [benadeelde 8] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
8.
in de periode van 9 februari 2018 tot en met 11 februari 2018 in de gemeente Stein, uit een woning gelegen aan de [adres 8] , een riem (merk Louis Vuitton) en een riem (merk Gucci) en sieraden en parfum en twee tassen (merk Jimmy Choo kleur goud en merk Gucci kleur zwart) en een zonnebril (merk Rayban), toebehorende aan [naam 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
9.
op 22 september 2018 te Maasbracht , in de gemeente Maasgouw, uit een woning gelegen aan de [adres 9] , sieraden toebehorende aan [naam 4] en/of [naam 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
10.
op 21 september 2018 in de gemeente Landgraaf, omstreeks 02:20 uur, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een woning gelegen aan de [adres 10] , sieraden en/of geld, toebehorende aan [naam 6] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak,
- over de schutting van voorgenoemde woning is geklommen en/of
- zich naar voorgenoemde woning heeft begeven en/of
- een gat in het (keukenraam)kozijn van voorgenoemde woning heeft geboord en/of de raamkruk van voorgenoemd keukenraam heeft gemanipuleerd en/of
- voorgenoemd (keuken)raam heeft geopend en voorgenoemde woning heeft betreden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
11.
op 3 november 2018 te Geleen , in de gemeente Sittard-Geleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een woning gelegen aan de [adres 11] , sieraden en/of geld toebehorende aan [naam 7] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak,
- zich naar voorgenoemde woning heeft begeven en/of
- de ruit van een dakraam van voorgenoemde woning heeft ingeslagen en de tralies/metalen staven van voorgenoemd dakraam heeft weggenomen en
- via voorgenoemd dakraam voorgenoemde woning heeft betreden en
- het raam van de bijkeuken van voorgenoemde woning heeft ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
12.
op 7 november 2018 in de gemeente Weert ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om uit een woning gelegen aan de [adres 12] , sieraden en/of geld, toebehorende aan [naam 8] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak,
- zich naar voorgenoemde woning heeft begeven en/of
- over de tuinpoort van voorgenoemde woning is geklommen en op het platte dak van voorgenoemde woning is geklommen en/of
- een ruit van een slaapkamerraam van voorgenoemde woning heeft ingeslagen
- met de raamkruk voorgenoemd raam heeft geopend en
- voorgenoemde woning heeft betreden en
- een kledingkast in voorgenoemde slaapkamer heeft doorzocht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
13.
op 21 november 2018 in de gemeente Heerlen, uit een woning gelegen aan de [adres 13] , een gouden horloge toebehorende aan [naam 10] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 2:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 3:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 4:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 5:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 6:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 7:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 8:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 9:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 10:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 11:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 12:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 13:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 4 jaar met aftrek van het voorarrest gevorderd.
De officier van justitie zoekt aansluiting bij de oriëntatiepunten van de rechtbank, die voorzien in een gevangenisstraf van 3 tot 5 maanden per woninginbraak. De officier van justitie heeft gelet op het recidivegevaar en gelet op het vluchtgevaar tevens de gevangenneming gevorderd voor de overige feiten waarvoor de verdachte niet in voorlopige hechtenis zit.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat bij de strafoplegging rekening dient te worden gehouden met het vonnis van deze rechtbank van 12 april 2019, waarbij verdachte is veroordeeld voor 5 soortgelijke feiten en waarbij een gevangenisstraf is opgelegd van 14 maanden. Deze gevangenisstraf heeft hij al uitgezeten.
Tevens dient bij de strafoplegging rekening te worden gehouden met het beginsel van het afnemend strafnut. De raadsman heeft aan de hand van een door hem gemaakte en in een grafiek vastgelegde vergelijking tussen de straffen die ingevolge de oriëntatiepunten voor de straftoemetingen plegen te worden opgelegd bij het aanwezig hebben van harddrugs (art. 2 onder C Opiumwet) enerzijds en anderzijds de straffen die ingevolge diezelfde oriëntatiepunten plegen te worden opgelegd bij inbraken (art. 311 Sr) verduidelijkt dat de door de officier van justitie geëiste straf onevenredig hoog is. De raadsman is daarbij van mening dat de 5 feiten die tot de eerdere straf hebben geleid en de feiten waar het nu om gaat, als 1 serie van inbraken tegelijk berecht hadden moeten worden.
Ten slotte heeft de raadsman gewezen op de omstandigheid dat de verdachte niet in aanmerking komt voor een voorwaardelijke invrijheidstelling, omdat hij tot ongewenst vreemdeling is verklaard en uitgezet zal worden naar Albanië.
Gelet op al deze omstandigheden is een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden volgens de raadsman passend.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van twee jaren schuldig gemaakt aan negen voltooide woninginbraken en vier pogingen daartoe. Verdachte heeft bij alle woninginbraken een soortgelijke modus operandi gehanteerd. Het beeld dringt zich op van een verdachte die vanuit Duitsland, waar hij zo nu en dan werkzaamheden verrichtte, kennelijk naar Nederland is gekomen met geen ander doel dan strooptochten te ondernemen om op die manier zo snel mogelijk zoveel mogelijk buit binnen te halen.
Bij een woninginbraak wordt een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de bewoners en worden in de samenleving gevoelens van onveiligheid teweeggebracht, in het bijzonder ook bij de getroffen buurtbewoners. De buit bestond voor een groot deel uit sieraden waarvan de geldelijke opbrengst vaak in geen verhouding staat tot de emotionele waarde die deze sieraden hebben voor de eigenaren. Verdachte heeft zich hier in het geheel niet om bekommerd en heeft zich slechts laten leiden door zijn eigen zucht naar snel financieel gewin. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.
De rechtbank is van oordeel dat de officier van justitie in haar eis de meest passende strafmodaliteit heeft gekozen, te weten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gelet op de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met de oplegging van een andere of lichtere sanctie. De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van verdachte geen reden af te wijken van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank volgt de verdediging niet in haar strafmaatverweer aangaande het afnemende strafnut, in zoverre dat is gebaseerd op de vergelijking tussen enerzijds het eenmalig aanwezig hebben van 19 kilo harddrugs en anderzijds het gedurende een periode van twee jaren plegen van 19 (pogingen tot) woninginbraken. Die vergelijking gaat immers niet op. De aard van de misdrijven is een andere, het gaat bij de inbraken om afzonderlijke feiten met evenzovele afzonderlijke wilsbesluiten en de woninginbraken kennen bovendien directe slachtoffers.
De verdachte geeft geen inzicht in de achtergrond van zijn handelen. Hij zegt weliswaar berouw te hebben, maar geeft tegelijkertijd niet toe dat hij zich ervan bewust is de inbraken te hebben gepleegd. Hij zou vrijwel voortdurend onder invloed van alcohol zijn geweest. Dat is op zijn minst opmerkelijk te noemen. De verdachte heeft in alle 13 zaken immers sporen achtergelaten, vooral doordat hij zich aan glas heeft gesneden. Daarmee roept de verdachte het beeld op van iemand die onder invloed van alcohol bij andere mensen inbraken pleegt – dus met
Dutch courage- en vervolgens datzelfde alcoholgebruik als verklaring naar voren schuift voor zijn gebrekkige herinnering aan de feiten. Dat rechtvaardigt wat de rechtbank betreft de vraag in hoeverre zijn berouw oprecht te noemen is.
De rechtbank zoekt voor de straftoemeting aansluiting bij de oriëntatiepunten van het LOVS. De rechtbank heeft bij de strafoplegging voorts toepassing gegeven aan het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Alles afwegende acht de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, passend en geboden.
Het bevel gevangenneming
De rechtbank zal gelet op de aanwezigheid van ernstige bezwaren in combinatie met het vluchtgevaar en het gevaar voor recidive de gevangenneming van verdachte voor de thans bewezenverklaarde feiten 1, 2, 3, 4, 6, 8, 10, 11 en 12 gelasten
.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [naam 11] vordert in eerste instantie een schadevergoeding van € 2.980,- terzake van feit 7, wegens materiële schade. Ter zitting heeft de dochter van de benadeelde naar voren gebracht dat de verzekering van de benadeelde partij deze schade reeds heeft vergoed. De rechtbank zal deze vordering derhalve niet-ontvankelijk verklaren.
De benadeelde partij [naam 11] heeft tevens een schadevergoeding van € 400,- aan immateriële schade gevorderd terzake feit 7.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de immateriële schadevergoeding toewijsbaar en heeft daartoe gewezen op de omstandigheid dat er grote inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de benadeelde en een erfstuk is buitgemaakt.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de vordering niet betwist.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De vordering tot vergoeding van immateriële schade kan niet worden toegewezen. Slechts in een beperkt aantal gevallen biedt de wet de mogelijkheid tot toekenning van immateriële schadevergoeding ofwel smartengeld. Zo is een veroordeling tot betaling van smartengeld op zijn plaats als een dader het oogmerk had om immateriële schade te veroorzaken. Daarvan is in strafzaken slechts zelden aantoonbaar sprake. Dat de dader dat oogmerk had, is niet gebleken. Het is bovendien niet als grond voor de vordering aangevoerd.
Een slachtoffer kan verder aanspraak maken op smartengeld als hij fysiek letsel heeft opgelopen of aangetast is in zijn eer en goede naam. De vordering van benadeelde [naam 11] is hierop ook niet gebaseerd. Deze is gebaseerd op een restcategorie: aantasting van de persoon op andere wijze. Hoewel dit taalkundig een open term betreft, heeft de wetgever een restrictief stelsel willen creëren. Van aantasting op andere wijze kan sprake zijn als iemand psychisch letsel heeft gekregen door het strafbare feit of in ernstige mate in zijn persoonlijke levenssfeer is aangetast. Dan is wel vereist dat dit letsel of die aantasting in rechte geobjectiveerd wordt en dus voldoende is onderbouwd, bijvoorbeeld aan de hand van een verklaring van een gedragsdeskundige of een rekening voor een gevolgde behandeling. Een onderbouwing in algemene zin is onvoldoende: gevoelens van angst en onzekerheid, slecht slapen en andere vervelende gevolgen, hoe naar ook voor het slachtoffer, vormen onvoldoende grond om in aanmerking te komen voor smartengeld. In het onderhavige geval is niet aan deze voorwaarde voldaan, zodat de door [naam 11] gevorderde immateriële schadevergoeding niet onder het bereik van artikel 6:106, onder b, van het Burgerlijk Wetboek valt. De vordering dient daarom te worden afgewezen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 45, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 30 maanden;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • beveelt de gevangenneming van verdachte voor de feiten 1, 2, 3, 4, 6, 8, 10, 11 en 12 met onmiddellijke ingang;
Benadeelde partij
  • verklaart de benadeelde partij [naam 11] niet-ontvankelijk in de vordering, die betrekking heeft op de door haar gevorderde materiële schadevergoeding;
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [naam 11] die betrekking heeft op de door haar gevorderde immateriële schadevergoeding af;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Verkijk, voorzitter, mr. F.L.G. Geisel en mr. dr. D.L.F. de Vocht, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Berkers, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 14 september 2020.
Buiten staat
Mr. dr. D.L.F. de Vocht is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 14 december 2018 in de gemeente Landgraaf in/uit een woning gelegen aan de [adres 1] , sieraden en/of cosmetica, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 16 december 2018 in de gemeente Kerkrade in/uit een woning gelegen aan de [adres 2] , een geldbedrag van ongeveer 250 euro, althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3.
hij op of omstreeks 21 januari 2017 te Echt , in de gemeente Echt-Susteren in/uit een woning gelegen aan de [adres 3] , een geldbedrag van ongeveer 400 euro, althans een hoeveelheid geld, en/of meerdere sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
4.
hij op of omstreeks 3 november 2017 te Geleen , in de gemeente Sittard-Geleen, in/uit een woning gelegen aan de [adres 4] , een geldbedrag van ongeveer 25 euro, althans een hoeveelheid geld, en/of een laptop en/of een beautycase en/of meerdere sieraden, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 1] en/of [benadeelde 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
5.
hij op of omstreeks 3 november 2017 te Geleen , in de gemeente Sittard-
Geleen, in/uit een woning gelegen aan de [adres 5] , meerdere horloges, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
6.
hij op of omstreeks 6 november 2017 in de gemeente Roermond ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een woning gelegen aan de [adres 6] , sieraden en/of geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 7] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- zich naar voorgenoemde woning heeft begeven en/of
- een raam(kozijn) behorend bij de berging van voorgenoemde woning heeft vernield,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7.
hij in of omstreeks de periode van 25 december 2017 tot en met 7 januari 2018 in de gemeente Kerkrade, in/uit een woning gelegen aan de [adres 7] , een fototoestel (merk Nikon) en/of meerdere sieraden, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 8] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
8.
hij in of omstreeks de periode van 9 februari 2018 tot en met 12 februari 2018 in de gemeente Stein, in/uit een woning gelegen aan de [adres 8] ,
een riem (merk Louis Vuitton) en/of een riem (merk Gucci) en/of meerdere sieraden en/of parfum en/of twee tassen (merk Jimmy Choo kleur goud en merk Gucci kleur zwart) en/of een zonnebril (merk Rayban), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
9.
hij op of omstreeks 22 september 2018 te Maasbracht , in de gemeente
Maasgouw, in/uit een woning gelegen aan de [adres 9] , meerdere sieraden, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 4] en/of [naam 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
10.
hij op of omstreeks 21 september 2018 in de gemeente Landgraaf, omstreeks 02:20 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een woning gelegen aan de [adres 10] , sieraden en/of geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 6] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- over de schutting van voorgenoemde woning is geklommen en/of
- ( vervolgens) zich naar voorgenoemde woning heeft begeven en/of
- ( vervolgens) een gat in het (keukenraam)kozijn van voorgenoemde woning heeft geboord en/of de raamkruk van voorgenoemd keukenraam heeft gemanipuleerd, althans voorgenoemde keukenraam heeft vernield, en/of
- ( vervolgens) voorgenoemd (keuken)raam heeft geopend en/of voorgenoemde woning heeft betreden, in elk geval zich buiten weten en/of tegen de wil van de rechthebbende zich in voorgenoemde woning heeft begeven,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
11.
hij op of omstreeks 3 november 2018 te Geleen , in de gemeente Sittard-Geleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een woning gelegen aan de [adres 11] , sieraden en/of geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 7] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- zich naar voorgenoemde woning heeft begeven en/of
- ( vervolgens) de ruit van een dakraam van voorgenoemde woning heeft ingeslagen, althans voorgenoemde ruit en/of dakraam heeft vernield, en/of, de tralies/metalen staven van voorgenoemd dakraam heeft weggenomen en/of
- ( vervolgens) via voorvoorgenoemd dakraam voorgenoemde woning heeft betreden en/of
- ( vervolgens) het raam van de bijkeuken van voorgenoemde woning heeft ingeslagen, althans vernield,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
12.
hij op of omstreeks 7 november 2018 in de gemeente Weert ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een woning gelegen aan de [adres 12] , sieraden en/of geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 8] ,
weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- zich naar voorgenoemde woning heeft begeven en/of
- ( vervolgens) over/op de tuinpoort van voorgenoemde woning is geklommen en/of op het (platte) dak van voorgenoemde woning is geklommen en/of
- ( vervolgens) een ruit van een slaapkamerraam van voorgenoemde woning heeft ingeslagen, althans voorgenoemde raam en/of slaapkamerraam heeft vernield, en/of
- ( vervolgens) met de raamkruk voorgenoemd raam heeft geopend en/of
- ( vervolgens) voorgenoemde woning heeft betreden en/of
- ( vervolgens) een kledingkast in voorgenoemde slaapkamer heeft doorzocht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
13.
hij op of omstreeks 21 november 2018 in de gemeente Heerlen, in/uit een woning gelegen aan de [adres 13] , een gouden horloge in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 10] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Limburg, Noord- & Midden-|Limburg, proces-verbaalnummer 2018192945 , 2018192993 , 2018192907 , 2018192903 en 2018193023 , gesloten d.d.
2.Het proces-verbaal van aangifte [benadeelde 1] , d.d. 15 december 2018, pag. 98 en 99.
3.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 28 december 2018 SINnummer AKI0885NL en SINnummer AAKI0886NL (werktuigsporen) SINnummer AAKO8408NL (schoenspoor), pagina
4.Het proces-verbaal vergelijkend schoensporenonderzoek d.d. 24 januari 2019, pagina 108 tot en met 112.
5.De kennisgeving van inbeslagneming d.d. 19 december 2019, goednummer PL2300 - 2018192945 - 1146594 en SIN AALP4455NL bvh 2018192945 .
6.Het niet genummerde proces-verbaal vergelijkend werktuigsporenonderzoek.
7.Het proces-verbaal van verdenking d.d. 16 januari 2019, pagina 35.
8.Het proces-verbaal aangifte van [benadeelde 2] d.d. 17 december 2018, pagina 143 en 144.
9.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 21 december 2018 SIN AALP2595NL (schoenspoor), pagina 151 en 152.
10.Het proces-verbaal schoensporenonderzoek d.d. 24 januari 2019, pagina 157.
11.Het proces-verbaal van verdenking d.d. 16 januari 2019, pagina 35.
12.Het proces-verbaal aangifte van [benadeelde 3] d.d. 25 januari 2017, pagina 186.
13.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 1 februari 2017 SIN AAK08623NL , pagina 187
14.Met ‘matchen’ wordt bedoeld dat het veel waarschijnlijker is dat het DNA van de verdachte afkomstig is dan van een willekeurige andere persoon, zoals beschreven in het NFI-rapport DNA- onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte d.d. 8 februari 2019, pagina 201 en 202.
15.Het proces-verbaal aangifte van [naam 1] mede namens de benadeelde [benadeelde 5] d.d. 4 november 2017, pagina 221 tot en met 224.
16.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 5 november 2017 SIN AAKM1917NL , pagina 203 tot en met 233.
17.Met ‘matchen’ wordt bedoeld dat het veel waarschijnlijker is dat het DNA van de verdachte afkomstig is dan van een willekeurige andere persoon, zoals beschreven in het NFI -rapport DNA onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte d.d. 8 februari 2019, pagina 201 en 202.
18.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 6] d.d. 7 november 2017, pagina 269
19.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 7 november 2017 SIN AAKM1915NL , pagina 291 tot en met 293.
20.Met ‘matchen’ wordt bedoeld dat het veel waarschijnlijker is dat het DNA van de verdachte afkomstig is dan van een willekeurige andere persoon, zoals beschreven in het NFI -rapport DNA onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte d.d. 8 februari 2019, pagina 296 en 297.
21.Het proces-verbaal aangifte [benadeelde 7] d.d. 6 november 2017, pagina 316.
22.Het proces-verbaal identificatie n.a.v. DNA-sporen inzake profielcluster 39937 , SIN AAKZ3331NL , d.d. 19 februari 2019.
23.Met ‘matchen’ wordt bedoeld dat het veel waarschijnlijker is dat het DNA van de verdachte afkomstig is dan van een willekeurige andere persoon, zoals beschreven in het NFI -rapport DNA onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte d.d. 8 februari 2019, pagina 331 en 332.
24.Het proces-verbaal aangifte van [benadeelde 8] namens het slachtoffer [naam 2] d.d. 7 januari 2018, pagina 351 tot en met 353.
25.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 17 januari 2018 SIN AAKY4040NL , pagina 359 tot en met 361.
26.Met ‘matchen’ wordt bedoeld dat het veel waarschijnlijker is dat het DNA van de verdachte afkomstig is dan van een willekeurige andere persoon, zoals beschreven in het NFI -rapport DNA onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte d.d. 8 februari 2019, pagina 369 en 370.
27.Het proces-verbaal aangifte [naam 3] d.d. 22 februari 2018, pagina 390 tot en met 392.
28.Het proces-verbaal bevindingen d.d. 11 februari 2018, pagina 415.
29.Het proces-verbaal biologisch vooronderzoek AALI9346NL SIN AALI9345NL en
30.Met ‘matchen’ wordt bedoeld dat het veel waarschijnlijker is dat het DNA van de verdachte afkomstig is dan van een willekeurige andere persoon, zoals beschreven in het NFI-rapport DNA-onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte d.d. 8 februari 2019, pagina 439.
31.Het proces-verbaal van aangifte [naam 4] mede namens het slachtoffer [naam 5] d.d. 23 september 2018, pagina 456 en 457.
32.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 25 september 2018 SIN AALA9340NL , pagina 467 tot en met 469
33.Met ‘matchen’ wordt bedoeld dat het veel waarschijnlijker is dat het DNA van de verdachte afkomstig is dan van een willekeurige andere persoon, zoals beschreven in het NFI -rapport DNA onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte d.d. 8 februari 2019, pagina 477.
34.Het proces-verbaal aangifte van [naam 6] d.d. 21 september 2018, pagina 492.
35.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 28 september 2018 AALP1595NL , pagina 503 en 504.
36.Met ‘matchen’ wordt bedoeld dat het veel waarschijnlijker is dat het DNA van de verdachte afkomstig is dan van een willekeurige andere persoon, zoals beschreven in het NFI -rapport DNA onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte d.d. 8 februari 2019, pagina 522.
37.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 7] d.d. 4 november 2018, pagina 536 en 537.
38.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 12 november 2018 AAKI1397NL (epitheel), pagina 545 tot en met 547.
39.Met ‘matchen’ wordt bedoeld dat het veel waarschijnlijker is dat het DNA van de verdachte afkomstig is dan van een willekeurige andere persoon, zoals beschreven in het NFI -rapport DNA onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte d.d. 8 februari 2019, pagina 558.
40.Het proces-verbaal aangifte van [naam 8] d.d. 8 november 2018, pagina 572 en 573.
41.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 7 januari 2019 AALA9344NL (bloed), pagina 577 tot en met 579.
42.Met ‘matchen’ wordt bedoeld dat het veel waarschijnlijker is dat het DNA van de verdachte afkomstig is dan van een willekeurige andere persoon, zoals beschreven in het NFI -rapport DNA onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte d.d. 8 februari 2019, pagina 589.
43.Het proces-verbaal aangifte van [naam 9] d.d. 21 november 2019, pagina 603.
44.Het proces-verbaal van aanvullend verhoor van aangever [naam 9] d.d. 5 januari 2019, pagina 605 en 606.
45.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 6 december 2018 AAKI1359NL . pagina 612.
46.Met ‘matchen’ wordt bedoeld dat het veel waarschijnlijker is dat het DNA van de verdachte afkomstig is dan van een willekeurige andere persoon, zoals beschreven in het NFI -rapport DNA onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte d.d. 8 februari 2019, pagina 629.