ECLI:NL:RBLIM:2020:6801

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 september 2020
Publicatiedatum
10 september 2020
Zaaknummer
8506574 CV EXPL 20-2099
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis en overbetekening in civiele procedure

In deze zaak heeft de kantonrechter op 9 september 2020 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen de besloten vennootschap Ziggo B.V. en een gedaagde partij, die in verzet is gekomen tegen een eerder verstekvonnis. Het oorspronkelijke vonnis, gewezen op 19 december 2012, veroordeelde de gedaagde tot betaling van een bedrag van € 311,82 aan Ziggo, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde heeft in het verzet gevorderd om ontheven te worden van deze veroordeling en Ziggo niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzet niet tijdig is ingesteld, aangezien de termijn van vier weken voor het indienen van verzet, zoals voorgeschreven in artikel 143 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, was verstreken. De overbetekening van het derdenbeslag aan de gedaagde vond plaats op 28 mei 2013, waardoor de termijn voor het instellen van verzet begon te lopen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet in haar verzet kon worden ontvangen, omdat de termijn ruimschoots was overschreden.

Daarnaast werd het beroep van de gedaagde op artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens als tardief beschouwd, omdat dit pas bij de conclusie van repliek was ingediend. De kantonrechter heeft de gedaagde als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure, die aan de zijde van Ziggo zijn begroot op € 90,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken door de kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8506574 \ CV EXPL 20-2099
Vonnis van de kantonrechter van 9 september 2020
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ZIGGO B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eisende partij,
gedaagde partij in verzet,
gemachtigde LAVG Groningen
tegen:
[gedaagde, eiseres in verzet],
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
eisende partij in verzet,
gemachtigde mr. B.H.S. Brinkman,
Partijen zullen hierna Ziggo en [gedaagde, eiseres in verzet] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het navolgende:
  • het door de kantonrechter op 19 december 2012 tussen Ziggo als eisende partij en [gedaagde, eiseres in verzet] als gedaagde partij bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer 503477 CV EXPL 12-10281
  • de verzetdagvaarding van 10 februari 2020
  • de conclusie van antwoord in verzet
  • de conclusie van repliek in verzet
  • de akte uitlating producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bij eerder genoemd vonnis (zie onderdeel 1.1) is [gedaagde, eiseres in verzet] veroordeeld tot het voldoen aan Ziggo van een bedrag van € 311,82 in hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten.
2.2.
De grosse van dit vonnis alsmede een bevel om aan deze executoriale titel te voldoen als bedoeld in artikel 439 lid 1 Rv is op 22 januari 2013 betekend aan [gedaagde, eiseres in verzet] middels achterlating in een gesloten envelop.
2.3.
Op 28 mei 2013 is derden(bank)-beslag gelegd onder SNS Bank N.V. Uit het exploot van de deurwaarder aan SNS Bank volgt dat hij afschrift heeft gelaten van 1) de grosse van het vonnis van de kantonrechter van 19 december 2012 en 2) het in artikel 475 lid 2 Rv bedoelde formulier in tweevoud.
2.4.
Op 28 mei 2013 heeft de deurwaarder het proces-verbaal van de daarin genoemde deurwaarder, waarbij ten verzoeke van rekwirante en ten laste van [gedaagde, eiseres in verzet] en uit krachte van de daarin vermelde titel, executoriaal beslag is gelegd onder de naamloze vennootschap SNS Bank N.V. en zulks voor de bedragen als in dat proces verbaal vermeld, betekend in persoon.

3.Het geschil

3.1.
[gedaagde, eiseres in verzet] vordert in het verzet te worden ontheven van de bij het verstekvonnis uitgesproken veroordeling alsmede Ziggo in haar de vordering niet-ontvankelijk te verklaren danwel die vordering alsnog af te wijzen.
3.2.
Ziggo voert oppositie.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Uit de overgelegde processtukken blijkt dat het verzet niet tijdig is ingesteld, zodat [gedaagde, eiseres in verzet] niet in haar verzet kan worden ontvangen.
4.2.
Op grond van artikel 143 lid 2 Rv moet het verzet worden gedaan bij exploot van dagvaarding binnen vier weken na de betekening van het vonnis
of(cursivering kantonrechter) van enige (…) ter uitvoering daarvan strekkende akte aan de veroordeelde in persoon (…). Naar het oordeel van de kantonrechter kan als zodanige akte worden aangemerkt de overbetekening van het onder SNS Bank gelegde derdenbeslag. Niet vereist is derhalve dat het vonnis ook daadwerkelijk in persoon is betekend aan [gedaagde, eiseres in verzet] .
4.3.
Overigens gaat de kantonrechter van dat laatste wel uit, nu uit het exploot van overbetekening volgt dat bij zich bij die stukken ook een (afschrift van) de grosse van het vonnis bevond; de grosse is aan SNS Bank betekend en vervolgens overbetekend aan [gedaagde, eiseres in verzet] . Dat een afschrift van het vonnis zich niet bij productie 4 van de conclusie van antwoord in oppositie bevindt, doet daar niets aan af; doorslaggevend is de tekst van de deurwaarder zoals weergegeven in zijn exploot.
4.4.
De overbetekening aan [gedaagde, eiseres in verzet] heeft plaatsgevonden op 28 mei 2013. Daarmee is de termijn van 4 weken voor het instellen van verzet gaan lopen. Deze was derhalve ruim verstreken op het moment van dagvaarden in verzet.
4.5.
Het beroep van [gedaagde, eiseres in verzet] op artikel 6 EVRM, voor zover al gemotiveerd, is pas bij conclusie van repliek gedaan en daarmee tardief, zodat de kantonrechter dit passeert.
4.6.
[gedaagde, eiseres in verzet] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het verzet worden veroordeeld. De kosten worden aan de zijde van Ziggo begroot op € 90,00 (1,5 punt x tarief € 60,00 ) aan salaris voor de gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart [gedaagde, eiseres in verzet] niet-ontvankelijk in haar verzet,
5.2.
veroordeelt [gedaagde, eiseres in verzet] in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van Ziggo tot op heden begroot op € 90,00 voor gemachtigdensalaris,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.R.A. Timmermans-Vermeer en in het openbaar uitgesproken.
type: IT
coll: