ECLI:NL:RBLIM:2020:6468

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 september 2020
Publicatiedatum
1 september 2020
Zaaknummer
C/03/280538/KGZA20-294 01092020
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Goederenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in verzet tegen ontruiming van woning door beschermingsbewindvoerder

Op 1 september 2020 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een vonnis in verzet gewezen in een kort geding tussen Alpha Bewind BV, vertegenwoordigd door mr. L.A.M. van den Eeden, en een gedaagde die zonder bekende woon- of verblijfplaats is. De zaak betreft een ontruiming van een woning die eigendom is van [rechthebbende], die sinds 5 april 2019 in een zorginstelling verblijft. Alpha Bewind, als beschermingsbewindvoerder van [rechthebbende], vorderde dat de gedaagde de woning zou verlaten en ontruimd houden. De gedaagde was niet verschenen op de zitting van 9 juni 2020, wat leidde tot een verstekvonnis op 23 juni 2020, waarin de gedaagde werd veroordeeld om de woning te verlaten en een dwangsom te betalen voor elke dag dat zij dit niet deed.

De gedaagde kwam in verzet tegen dit verstekvonnis, stellende dat er geen spoedeisendheid was aan de zijde van Alpha Bewind en dat er een mondelinge overeenkomst bestond met [rechthebbende] over haar verblijf in de woning. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat het verzet tijdig en op juiste wijze was ingesteld, maar dat Alpha Bewind wel degelijk een spoedeisend belang had bij de ontruiming. De rechter concludeerde dat de gedaagde zonder recht of titel in de woning verbleef en dat de vorderingen van de gedaagde werden afgewezen. Het verstekvonnis werd bekrachtigd en de gedaagde werd veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rolnummer: C/03/280538 / KG ZA 20-294
Vonnis in verzet in kort geding van 1 september 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALPHA BEWIND BV Q.Q.,
T.B.V. [rechthebbende]
gevestigd te Venray,
eiseres,
gedaagde in het verzet,
advocaat mr. L.A.M. van den Eeden te Eindhoven,
tegen
[gedaagde, eiseres in het verzet],
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats in of buiten Nederland,
gedaagde,
eiseres in het verzet.
Partijen worden hierna Alpha Bewind en [gedaagde, eiseres in het verzet] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de verzetdagvaarding van 28 juli 2020 met producties 1 en 2;
  • de brief van Alpha Bewind van 11 augustus 2020 met producties 1 tot en met 8;
  • de e-mail van [gedaagde, eiseres in het verzet] van 17 augustus 2020 8:41 uur waarin [gedaagde, eiseres in het verzet] aangeeft haar machtiging aan mr. Jansen in te trekken;
  • de e-mail van mr. Jansen van 17 augustus 2020 11:45 uur waarin mr. Jansen aangeeft [gedaagde, eiseres in het verzet] niet meer te vertegenwoordigen;
  • de e-mail van [gedaagde, eiseres in het verzet] van 17 augustus 2020 13:07 uur;
  • de mondelinge behandeling;
  • de pleitnota van Alpha Bewind.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde, eiseres in het verzet] verbleef sinds medio juli 2018 in de woning gelegen aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning). De woning behoort in eigendom toe aan [rechthebbende] (hierna: [rechthebbende] ).
2.2.
[rechthebbende] is sinds 5 april 2019 opgenomen in een zorginstelling. Hij heeft sindsdien niet meer in de woning verbleven.
2.3.
Sinds 11 april 2019 is Alpha Bewind beschermingsbewindvoerder en mentor van [rechthebbende] .
2.4.
Alpha Bewind vordert – samengevat - in kort geding dat [gedaagde, eiseres in het verzet] de woning moet verlaten en ontruimd houden onder verbeurte van een dwangsom. De zitting vond plaats op 9 juni 2020 om 11:00 uur. [gedaagde, eiseres in het verzet] is op die zitting niet verschenen en tegen haar is verstek verleend.
2.5.
Op 23 juni 2020 heeft de voorzieningenrechter een verstekvonnis gewezen onder zaaknummer C/03/275523 / KG ZA 20-100. In dit vonnis zijn tegenover [gedaagde, eiseres in het verzet] de volgende veroordelingen uitgesproken:
“(…)
4.1
veroordeelt [gedaagde, eiseres in het verzet] om binnen een week na betekening van dit vonnis de woning staande en gelegen aan de [adres] te [plaats] :
  • met al hetgeen haar toebehoort en met achterlating van hetgeen haar niet toebehoort te verlaten,
  • met afgifte van de sleutels en in behoorlijke staat ter vrije beschikking van Alpha Bewind te stellen, en
  • ontruimd te houden,
4.2
veroordeelt [gedaagde, eiseres in het verzet] om aan Alpha Bewind een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 3.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 5.000,00 is bereikt,
4.3
veroordeelt [gedaagde, eiseres in het verzet] in de proceskosten, aan de zijde van Alpha Bewind tot op heden begroot op € 1.738,96,
(…)”
2.6.
Naar aanleiding van de uitgesproken veroordelingen in het verstekvonnis heeft [gedaagde, eiseres in het verzet] de woning verlaten.
2.7.
Het verstekvonnis is op 10 juli 2020 aan [gedaagde, eiseres in het verzet] betekend. [gedaagde, eiseres in het verzet] komt in verzet tegen het verstekvonnis.

3.Het geschil

3.1.
[gedaagde, eiseres in het verzet] vordert – samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. haar volledig te ontheffen van de veroordeling uitgesproken bij vonnis van 23 juni 2020;
II. primair: Alpha Bewind niet ontvankelijk te verklaren;
subsidiair: de vorderingen van Alpha Bewind alsnog af te wijzen;
III. Alpha Bewind te veroordelen in de:
a. kosten van het verzet;
b. ten onrechte gemaakte kosten van de verstekprocedure; en
c. kosten van de eventuele executie van het vonnis.
3.2.
[gedaagde, eiseres in het verzet] legt – samengevat en voor zover relevant – aan haar vordering ten grondslag dat:
  • er geen sprake is van spoedeisendheid aan de zijde van Alpha Bewind;
  • zij een mondelinge overeenkomst heeft met [rechthebbende] voor wat betreft haar verblijf in de woning en dat zij en [rechthebbende] al in gesprek waren met een notaris om schriftelijke afspraken te maken voor de toekomst;
  • zij niet door Alpha Bewind op de hoogte is gesteld dat de zitting op 9 juni 2020 zou plaatsvinden.
3.3.
Alpha Bewind voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Ontvankelijkheid [gedaagde, eiseres in het verzet] in verzet

4.1.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzet wordt geacht tijdig en op juiste wijze te zijn ingesteld.
4.2.
Voorts oordeelt de voorzieningenrechter dat ondanks dat [gedaagde, eiseres in het verzet] reeds vrijwillig aan het verstekvonnis gevolg heeft gegeven, zij toch ontvankelijk is in verzet. Bij dagvaarding heeft [gedaagde, eiseres in het verzet] namelijk haar belangen voldoende uiteengezet. Het spoedeisend belang van [gedaagde, eiseres in het verzet] volgt uit haar e-mail van 17 augustus 2020 13:07 uur.
Spoedeisend belang Alpha Bewind
4.3.
Anders dan [gedaagde, eiseres in het verzet] , is de voorzieningenrechter van oordeel dat Alpha Bewind wel degelijk een spoedeisend belang heeft bij haar vordering. [rechthebbende] is immers eigenaar van de woning en gesteld wordt dat [gedaagde, eiseres in het verzet] zonder recht of titel in de woning verblijft. Alleen al gelet hierop is genoegzaam gebleken dat Alpha Bewind een spoedeisend belang heeft bij haar vordering.
Verdere beoordeling
4.4.
Ten aanzien van de stelling van [gedaagde, eiseres in het verzet] dat zij niet op de hoogte is gebracht van de zitting van 9 juni 2020 om 11:00 uur oordeelt de voorzieningenrechter dat, gelet op de door Alpha Bewind overgelegde productie 5, [gedaagde, eiseres in het verzet] correct is opgeroepen om in kort geding te verschijnen ter zitting van 9 juni 2020 om 11:00 uur.
4.5.
Kern van het geschil tussen partijen is of [gedaagde, eiseres in het verzet] zonder recht of titel in de woning verbleef.
4.6.
[gedaagde, eiseres in het verzet] voert aan dat er tussen haar en [rechthebbende] een mondelinge overeenkomst is gesloten over haar verblijf in de woning en dat zij al in gesprek waren met een notaris om schriftelijke afspraken te maken voor de toekomst. Alpha Bewind betwist het bestaan van een dergelijke overeenkomst. Aangezien [gedaagde, eiseres in het verzet] haar stellingen niet nader heeft onderbouwd, oordeelt de voorzieningenrechter dat Alpha Bewind voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [gedaagde, eiseres in het verzet] zonder recht of titel in de woning verbleef. Dit betekent dat de vorderingen van [gedaagde, eiseres in het verzet] zullen worden afgewezen en dat het verstekvonnis van 23 juni 2020 onder zaaknummer C/03/275523 / KG ZA 20-100 wordt bekrachtigd.
Verzoek tot overdraging zaak voor strafrechtelijk onderzoek
4.7.
[gedaagde, eiseres in het verzet] verzoekt in haar e-mail van 17 augustus 2020 13:07 uur om de zaak over te dragen voor strafrechtelijk onderzoek. De voorzieningenrechter merkt op dat hiervoor geen procedurele mogelijkheden bestaan.
Kosten verzetprocedure
4.8.
[gedaagde, eiseres in het verzet] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de verzetprocedure worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Alpha Bewind worden begroot op € 980,00 aan salaris advocaat.
4.9.
De door Alpha Bewind gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen.
Nakosten
4.10.
De door Alpha Bewind gevorderde nakosten zullen worden toegewezen inclusief de gevorderde wettelijke rente daarover.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [gedaagde, eiseres in het verzet] af,
5.2.
bekrachtigt het door de voorzieningenrechter op 23 juni 2020 onder zaaknummer C/03/275523 / KG ZA 20-100 gewezen verstekvonnis,
5.3.
veroordeelt [gedaagde, eiseres in het verzet] in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van Alpha Bewind tot op heden begroot op € 980,00, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt [gedaagde, eiseres in het verzet] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 zonder betekening, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde, eiseres in het verzet] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
Dit vonnis is gewezen door mr. S.V. Pelsser en in het openbaar uitgesproken op 1 september 2020. [1]

Voetnoten

1.type: