ECLI:NL:RBLIM:2020:6407

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 augustus 2020
Publicatiedatum
28 augustus 2020
Zaaknummer
8608210 \ CV EXPL 20-3019
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake vordering tot betaling met wettelijke rente en proceskostenveroordeling

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 26 augustus 2020, is de besloten vennootschap Punctua en Partners B.V. als eisende partij opgetreden tegen een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De procedure begon met een dagvaarding en een verzoek om uitstel van de gedaagde partij. Na het verlenen van uitstel heeft de gedaagde partij echter niet meer gereageerd, waardoor de vordering van de eisende partij als niet weersproken werd beschouwd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van de eisende partij, die betrekking had op betaling van een bedrag van € 6.040,93, toewijsbaar was. Dit bedrag is vermeerderd met wettelijke rente over de onderliggende facturen vanaf de respectieve vervaldata tot de dag van volledige betaling.

Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 886,99. De kantonrechter heeft ook de gevorderde rente over de proceskosten toegewezen, met ingang van de vijftiende dag na betekening van het vonnis. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter R.H.J. Otto.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8608210 \ CV EXPL 20-3019
Vonnis van de kantonrechter van 26 augustus 2020
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PUNCTUA EN PARTNERS B.V.,
gevestigd Raadhuisplein 10,
6436 BW Amstenrade, gemeente Beekdaelen,
eisende partij,
gemachtigde mr. L.N. Hermans,
tegen:
[gedaagde partij]h.o.d.n.
[handelsnaam],
zaakdoende [adres] ,
[adres] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het verzoek om uitstel van gedaagde partij.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Gedaagde partij heeft, na verkregen uitstel niet meer geantwoord. De vordering van eisende partij staat daarom als niet weersproken tussen partijen vast en behoort als onvoldoende betwist te worden toegewezen met dien verstande dat de gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen over de onderliggende facturen vanaf de respectieve vervaldata van die onderliggende facturen.
2.2.
Gedaagde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 87,99
  • griffierecht € 499,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 886,99
2.3.
De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 6.040,93, vermeerderd met de wettelijke rente over de onderliggende facturen vanaf de respectievelijke vervaldata van de facturen tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 886,99, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC