Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding: € 100,89
- griffierecht: € 236,00
- salaris gemachtigde:
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 12 augustus 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiser en de besloten vennootschap ROFRA MEUBELEN PROJECT B.V. De eiser, vertegenwoordigd door mr. K.A.M.J. Horsch, had een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij. De procedure verliep met een verzoek om uitstel van de gedaagde partij, maar na verkregen uitstel heeft de gedaagde partij niet meer geantwoord. Dit leidde tot een niet weersproken standpunt van de eiser, wat de rechter aanleiding gaf om de vordering toe te wijzen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de koopovereenkomst van 24 november 2018 is ontbonden. De gedaagde partij is veroordeeld om binnen twee dagen na het vonnis een bedrag van € 7.398,28 te betalen aan de eiser, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf 18 december 2019. Daarnaast is de gedaagde partij verplicht om de geleverde zaken retour te nemen, met een dwangsom van € 250,00 per dag of dagdeel dat de gedaagde in gebreke blijft, tot een maximum van € 5.000,00.
Verder is de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eiser zijn begroot op € 636,89. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter.