Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 mei 2019,
- de akte houdende overlegging producties van [eiser in het verzet] ,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het vonnis van 31 juli 2019 waarbij een comparitie van partijen is bevolen,
- de ter voorbereiding van de comparitie door de Ontvanger toegezonden productie 15,
- het proces-verbaal van comparitie van 15 november 2019,
- de conclusie van repliek, tevens houdende vermeerdering van eis met producties,
- de conclusie van dupliek met producties.
2.De feiten
€ 127.878,00 van [failliet] (productie 1 dagvaarding).
3.Het geschil
4.De beoordeling
De vermeerdering van eis
€ 17.359,47. Daarna heeft de Ontvanger nog een bedrag van € 7.314,00 aan teruggave kunnen verrekenen met het openstaande saldo. Uit productie 15 blijkt dat volgens de Ontvanger inmiddels het openstaande in het geheel is betaald per 1 oktober 2019.