Uitspraak
RECHTBANK limburg
[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker
de burgemeester van de gemeente Heerlen , verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is gedaan op 25 augustus 2020.
.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 25 augustus 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een woningsluiting. Verzoeker, een inwoner van Heerlen, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Heerlen, dat op 20 juli 2020 was genomen. Dit besluit hield in dat verzoeker een last onder bestuursdwang was opgelegd, waarbij zijn woning met ingang van 20 augustus 2020 voor de duur van zes maanden gesloten zou worden. De sluiting was gebaseerd op de constatering van een hennepkwekerij in de woning, waar 229 hennepplanten waren aangetroffen. Verzoeker voerde aan dat de woning wel degelijk een woonfunctie had en dat de burgemeester had moeten volstaan met een waarschuwing in plaats van een sluiting. Tijdens de zitting op 19 augustus 2020 was verzoeker niet verschenen, maar zijn gemachtigde had verzocht om aanhouding van de behandeling vanwege coronaklachten. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen aanleiding was om de behandeling aan te houden, aangezien verzoeker en zijn gemachtigde voldoende gelegenheid hadden gehad om hun standpunten schriftelijk naar voren te brengen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten op basis van artikel 13b van de Opiumwet, en dat de rapportage van de politie als voldoende bewijs werd beschouwd. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het bestreden besluit de voorlopige rechtmatigheidsbeoordeling doorstond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.