ECLI:NL:RBLIM:2020:5908

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 augustus 2020
Publicatiedatum
10 augustus 2020
Zaaknummer
C/03/270039/HA ZA 19-532
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overgang van vordering van vennootschap onder firma naar eenmanszaak

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om de overgang van een vordering van een vennootschap onder firma naar een eenmanszaak. De eiseres, handelend onder de naam van de eenmanszaak, vordert betaling van een bedrag van € 35.000,00 van de gedaagde, die in reconventie een vernietiging van de schikkingsovereenkomst vraagt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres haar vordering heeft ingesteld als eigenaar van de eenmanszaak en niet als voormalig vennoot van de vennootschap onder firma. De rechtbank oordeelt dat de eiseres niet heeft aangetoond dat de vennootschap onder firma is ontbonden en dat de vordering niet automatisch is overgegaan naar de eenmanszaak. De rechtbank wijst de vorderingen van de eiseres af en veroordeelt haar in de proceskosten. In reconventie worden de vorderingen van de gedaagde eveneens afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van de eiseres. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste hoedanigheid van partijen in een procedure en de noodzaak om vorderingen goed te onderbouwen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/270039 / HA ZA 19-532
Vonnis van 5 augustus 2020
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] h.o.d.n. [handelsnaam 1],
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats 1] , gemeente [gemeente 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. D.N. Lavain te Beek,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] h.o.d.n. [handelsnaam 2],
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats 2] , gemeente [gemeente 2] ,
gedaagde in conventie,
eiser in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. R.R.H.J. Ramakers te Maastricht.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 14 oktober 2019 met producties 1 tot en met 12
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties 1 tot en met 8
  • de dagbepaling van de mondelinge behandeling
  • de conclusie van antwoord in reconventie met producties 13 tot en met 18
  • de ten behoeve van de mondeling behandeling door [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] overgelegde producties 19 tot en met 24
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 29 mei 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten in conventie en reconventie

2.1.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft eind 2016 met [naam 1] (hierna te noemen: [naam 1] ) gesproken over - kort gezegd - de bouw van een website ten behoeve van de eenmanszaak [handelsnaam 2] . [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft op 9 december 2016 € 542,68 per bank voldaan, t.n.v. [handelsnaam 1] met de omschrijving: [kenmerk] (productie 1 bij conclusie van antwoord in conventie).
2.2.
De Kamer van Koophandel vermeldt op 19 oktober 2018 in het handelsregister dat op 1 maart 2017 is opgericht de vennootschap onder firma [handelsnaam 1] (KvK-nummer [KvK-nummer 1] , productie 7 bij conclusie van antwoord in conventie).
2.3.
De Kamer van Koophandel vermeldt op 12 augustus 2019 in het handelsregister dat op 1 maart 2017 is opgericht de eenmanszaak [handelsnaam 1] (KvK-nummer [KvK-nummer 2] , productie 1 bij dagvaarding).
2.4.
Op 15 maart 2017 heeft [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] met ‘ [handelsnaam 1] ’ een [handelsnaam 1] Web-service overeenkomst gesloten (hierna te noemen: de web-overeenkomst). De web-overeenkomst is ondertekend door [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] en [naam 1] , de contactpersoon van ‘ [handelsnaam 1] ’ (productie 3 bij dagvaarding). In de web-overeenkomst is, op de door [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] en [naam 1] ondertekende pagina, te lezen dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft gekozen voor het zilvercontract en dat het te betalen maandbedrag € 29,49 exclusief btw bedraagt. Tevens is op die pagina te lezen dat de klant ( [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] ) akkoord gaat met de algemene voorwaarden van ‘ [handelsnaam 1] ’ ( [internetsite] ).
2.5.
[naam 2] en [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] zijn met ingang van 11 juni 2018 de (enige) twee vennoten van [handelsnaam 1] (productie 7 bij conclusie van antwoord in conventie).
2.6.
Op 12 oktober 2018 heeft [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] een gesprek gehad met [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] , [naam 1] , [naam 3] en [naam 4] . [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft tijdens dat gesprek een bedrag van
€ 1.000,00 contant betaald.
2.7.
Op 15 oktober 2018 heeft [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] aan ‘ [handelsnaam 1] ’ € 4.000,00 betaald en hebben [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] (schuldenaar) en ‘ [handelsnaam 1] ’ (schuldeiser) een schikkingsovereenkomst gesloten (hierna te noemen: de schikkingsovereenkomst) (productie 5 bij dagvaarding). In die overeenkomst is onder meer te lezen:

1. Overeenkomst
1.3.
Schuldenaar tekent deze overeenkomst ter erkenning van eerder geconstateerde schending van intellectuele eigendommen en de afgesproken geldboete van € 17.500,- (…) exclusief btw.

2.Verplichtingen

2.1.
Zekerheid, schuldenaar betaald € 5.000,- … exclusief btw op maandag 15-10-2018
vooraf als zijnde zekerheid voor de gedurende periode.
2.2.
Aflossingschuldenaar betaald maandelijks vóór het einde van de maand een bedrag van
€ 1.000,- exclusief btw op [rekeningnummer] ten name van [handelsnaam 1] . …

3.Zekerheid

3.1.
Indien schuldenaar niet op tijd betaald wordt dit gezien als een breuk van contract, hierdoor zal de betalingsafspraak komen te vervallen evenals het korting bedrag. Het bedrag zonder korting bedraagt € 40.000,- exclusief btw, vermeerderd met 8% rente per maand en de gemaakte uren door personeel.
2.8.
Op 21 oktober 2018 heeft [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] bij de politie district Limburg aangifte gedaan van
- kort gezegd - bedreiging door ‘ [handelsnaam 1] ’ zoals plaatsgevonden op 12 en 15 oktober 2018 (productie 3 bij conclusie van antwoord in conventie).
2.9.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft bij aangetekende brief van 25 oktober 2018 (productie 6 bij dagvaarding) [handelsnaam 1] onder meer bericht dat hij de vernietiging ex art. 3:44 jo. 3:50 lid 1 BW inroept van - kort gezegd - de volgende rechtshandelingen:
1. de contante betaling aan [handelsnaam 1] ad € 1.000,00 op vrijdag 12 oktober jl.
2. de contante betaling aan [handelsnaam 1] ad € 4.000,00 op maandag 15 oktober jl.
3. de ondertekening van de overeenkomst d.d. 15 oktober jl. van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] enerzijds en [handelsnaam 1] anderzijds.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft voorts, op grond van die vernietiging en de ongedaanmakingsverplichting van [handelsnaam 1] , [handelsnaam 1] gesommeerd om uiterlijk op 31 oktober 2018
€ 5.000,00 terug te betalen. Op pagina 3 van de brief van 25 oktober 2018 is te lezen dat de brief ook aan de vennoten is gezonden.
2.10.
[handelsnaam 1] heeft bij aangetekende brief van 9 november 2018 - kort gezegd - [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] aansprakelijk gesteld voor het schenden van de schikkingsovereenkomst van
15 oktober 2018 en gesommeerd om € 42.938,00 exclusief btw te voldoen (productie 7 bij dagvaarding). Bij aangetekende brief van 23 november 2018 heeft [handelsnaam 1] [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] bericht niet akkoord te gaan met de ontbinding van de schikkingsovereenkomst (productie 8 bij dagvaarding).
2.11.
[eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] is sinds 22 februari 2019 de eigenaar van de eenmanszaak [handelsnaam 1] (productie 7 conclusie van antwoord in conventie).
2.12.
[eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] heeft bij brief van 21 augustus 2019 [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] gesommeerd om € 106.754,58 binnen veertien dag te voldoen (productie 9 bij dagvaarding). In die brief is op pagina 1, eerste alinea, te lezen dat [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] handelt onder de naam [handelsnaam 1] , als rechtsopvolger van [handelsnaam 1] Bij die brief is de nota van [handelsnaam 1] van 7 november 2018, ten bedrage van € 104.254,58 in totaal, met notanummer [notanummer] gevoegd.
2.13.
[eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] heeft met toestemming van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 30 september 2019 op 9 en 14 oktober 2019 ten laste van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] conservatoir derdenbeslag laten leggen (productie 10 bij dagvaarding en productie 18 bij conclusie van antwoord in reconventie).

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] , handelend onder de naam [handelsnaam 1] (de eenmanszaak), vordert samengevat - veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] tot betaling aan [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] van een bedrag van € 35.000,00, vermeerderd met de contractuele rente van 8% per maand en € 7.032,00 personeelkosten, alsmede vermeerderd met proceskosten, beslagkosten en nakosten.
3.2.
[eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] grondt haar vorderingen op artikel 3 van de schikkingsovereenkomst van
15 oktober 2018. Zij stelt dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] niet voldaan heeft aan zijn betalingsverplichting die voortvloeit uit deze overeenkomst.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] betwist - kort gezegd - dat [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] een vorderingsrecht op hem heeft en voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in (voorwaardelijke) reconventie
3.5.
Indien en voor zover de rechtbank mocht bepalen dat de buitengerechtelijke vernietiging van de schikkingsovereenkomst bij brief van 25 oktober 2018 geen stand houdt vordert [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] - samengevat - dat de rechtbank de rechtshandeling van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] tot het ondertekenen van de schikkingsovereenkomst van 15 oktober 2018 vernietigt, althans die overeenkomst vernietigt, en [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] veroordeelt tot betaling van € 5.000,00 aan [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] , vermeerderd met rente en kosten.
3.6.
[eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] voert verweer.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
Volgens [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] heeft [handelsnaam 1] de schikkingsovereenkomst van
15 oktober 2018 met [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] gesloten (zie proces-verbaal mondelinge behandeling, p. 2).
4.2.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] stelt niet te weten met wie hij deze overeenkomst is aangegaan (zie proces-verbaal mondelinge behandeling, p. 2). Zowel de vennootschap onder firma als de eenmanszaak zijn immers op 1 maart 2017 opgericht en gebruiken de naam [handelsnaam 1] .
[eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] als rechtsopvolgster van [handelsnaam 1]
4.3.
[eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] stelt dat [handelsnaam 1] rond februari 2019 is ontbonden, dat de eenmanszaak pas in die tijd is opgericht en dat zij, handelend als eenmanszaak [handelsnaam 1] , de rechtsopvolgster is van de ontbonden vennootschap onder firma. Als rechtsopvolgster heeft zij uit hoofde van de schikkingsovereenkomst een vorderingsrecht op [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] , aldus [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] .
4.4.
De rechtbank verwerpt deze grondslag.
De rechtbank stelt voorop dat [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] geen stukken in het geding heeft gebracht waaruit blijkt dat [handelsnaam 1] ontbonden is. [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] heeft bij gebrek aan wetenschap niet kunnen bevestigen dat de vennootschap zou zijn ontbonden. Op basis van de overgelegde stukken kan niet uitgesloten worden dat [handelsnaam 1] nog bestaat naast de eenmanszaak [handelsnaam 1] .
4.5.
Zelfs al zou [handelsnaam 1] ontbonden zijn en de eenmanszaak van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] de activiteiten van de ontbonden vennootschap onder firma hebben voortgezet, dan betekent dat niet dat de gepretendeerde vordering van [handelsnaam 1] van rechtswege is overgegaan op [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] . De omzetting van een vennootschap onder firma in een eenmanszaak is immers geen omzetting in de zin van artikel 2:18 BW, omdat die bepaling ziet op de omzetting van een rechtspersoon van een bepaalde rechtsvorm in een andere rechtsvorm. De vennootschap onder firma en de eenmanszaak behoren niet tot de rechtspersonen (artikel 2:3 BW). In geval van omzetting van een vennootschap onder firma in een eenmanszaak moeten de rechten en verplichtingen die de onderneming betreffen, worden overgedragen. Dat de vordering die [handelsnaam 1] pretendeert te hebben op [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] is overgedragen op de wijze zoals bepaald is in artikel 3:94 BW, is niet gesteld of gebleken.
[eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] als voormalig vennoot van [handelsnaam 1]
4.6.
[eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] stelt tijdens de mondelinge behandeling dat zij de vordering jegens [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] ook kan instellen als voormalig vennoot van [handelsnaam 1] (zie rov. 2.4) op grond van de schikkingsovereenkomst.
4.7.
De rechtbank overweegt dat uit de aanhef, het lichaam én het petitum van de dagvaarding volgt dat [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] haar vordering jegens [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] alleen heeft ingesteld in de hoedanigheid van eigenaar van de eenmanszaak [handelsnaam 1] en niet als voormalig vennoot van [handelsnaam 1] Het is vaste jurisprudentie van de Hoge Raad dat een partij noch door wijziging van eis, noch anderszins in de loop van de procedure in een andere hoedanigheid kan gaan optreden dan die waarin zij haar vordering bij aanvang van de procedure heeft ingesteld. Dit vloeit voort uit de eisen van een goede procesorde. [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] die niet reeds bij dagvaarding heeft gesteld (mede) op te treden als (voormalig) vennoot kan niet hangende de procedure, eerst op de mondelinge behandeling, die hoedanigheid alsnog aannemen. In verband met de belangen van de wederpartij moeten strenge eisen worden gesteld aan de duidelijkheid van de formulering van het exploot en meer in het bijzonder aan de omschrijving van de identiteit en de hoedanigheid van degene op wiens verzoek het wordt uitgebracht.
4.8.
Doordat de rechtbank niet heeft kunnen vaststellen dat [handelsnaam 1] is ontbonden, is de gestelde hoedanigheid van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] als voormalig vennoot overigens evenmin komen vast te staan.
Conclusie
4.9.
Gelet op alles wat hiervoor is overwogen, dienen de gevorderde hoofdsom en de nevenvorderingen te worden afgewezen. Aan een beoordeling van de overige stellingen en verweren van partijen komt de rechtbank niet meer toe.
4.10.
[eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] worden begroot op:
- griffierecht € 914,00
- salaris advocaat €
2.148,00(2,0 punten × tarief € 1.074,00)
totaal € 3.062,00.
4.11.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot en zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.
in (voorwaardelijke) reconventie
4.12.
De rechtbank stelt vast dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] de buitengerechtelijke vernietiging van de schikkingsovereenkomst niet gericht heeft aan [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] optredend als eenmanszaak maar aan [handelsnaam 1] is geen partij in deze procedure.
4.13.
De vordering tot gerechtelijke vernietiging heeft hij ingesteld tegen [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] optredend als eenmanszaak. [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] betwist in deze procedure dat [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] de rechtsopvolgster is van [handelsnaam 1] Dat betekent dat zijn vordering gebaseerd moet zijn op de stelling dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] de schikkingsovereenkomst gesloten heeft met [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] optredend als eenmanszaak. Echter, tijdens mondelinge behandeling stelt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] niet te weten met wie hij de vaststellingsovereenkomst heeft gesloten: met de vennootschap onder firma of met de eenmanszaak van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] . Tegen die achtergrond zijn de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] die moeten leiden tot vernietiging van de schikkingsovereenkomst en tot terugbetaling van het bedrag van € 5.000,00 ontoereikend onderbouwd en zullen deze worden afgewezen.
4.14.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] worden begroot op € 543,00
(2 punten × factor 0,5 × tarief € 543,00) aan salaris advocaat.
4.15.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot en zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] tot op heden begroot op € 3.062,00,
5.3.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
in reconventie
5.4.
wijst de vorderingen af,
5.5.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie] tot op heden begroot op € 543,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis,
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
in reconventie en reconventie
5.7.
verklaart de veroordelingen 5.2., 5.3., 5.5., en 5.6. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: CM