Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.de onderneming opgericht naar het recht van de Verenigde Staten [gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 3],
[gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 5] genoemd worden.
1.De procedure
2.De feiten
Tot 19 mei 2020 was [gedaagde sub 3] vertegenwoordigingsbevoegd uitvoerend bestuurder van [eiseres] Vanaf 19 mei 2020 is [bedrijfsnaam 1] van deze vennootschap vertegenwoordigingsbevoegd uitvoerend bestuurder.
- dat [eiseres] haar verplichtingen met betrekking tot verkoopvolumes niet heeft gehaald en niet binnen redelijke tijd heeft weten te verbeteren
- artikel 12.7 onder c van de Overeenkomst (discontinuation of business of the Distributor)
- artikel 12.8 onder c sub iii (change in controlling interest in the Distributor).
e-mail van 9 april 2020 en 6 mei 2020 aan [gedaagde sub 1] een termijn geboden om alsnog na te komen. [gedaagde sub 1] heeft op 8 mei 2020 te kennen gegeven dat zij hier niet aan zal voldoen.
1 mei 2020 verzonden mailing aan de Europese klanten medegedeeld dat zij een Europese vestiging heeft geopend, waardoor de Europese klanten beter kunnen worden bediend. Bestaande contracten waarin zij werd vertegenwoordigd door haar voormalige distributeur zullen worden nagekomen door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] , de contacten zullen hetzelfde blijven, e-mailadressen en telefoonnummers zullen worden aangepast. Deze laatste mededeling is op 4 mei 2020 ook door [gedaagde sub 2] zelf verzonden naar klanten van [eiseres]
19 mei 2020 is ontslag verleend aan [gedaagde sub 3] als bestuurder.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Wijzing van eis (aanvulling grondslag)
[gedaagde sub 3] berokkent, persoonlijk en middels zijn vennootschappen [gedaagde sub 4] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 5] , immense financiële schade bij [eiseres] en de historische investeringen die daarin zijn gedaan, zijn daarmee niets meer waard.
[gedaagde sub 1] Vervolgens is [gedaagde sub 2] zich begin mei 2020 jegens klanten van [eiseres] gaan presenteren als de nieuwe Europese distributeur van [merknaam] en als de “nieuwe contractspartij”. De Overeenkomst voorziet niet in een overdracht door [gedaagde sub 1] van klanten van [eiseres] aan een derde. Alle door [eiseres] gegenereerde klanten en klanteninformatie, data etc. zijn van [eiseres] [gedaagde sub 1] heeft zich daar contractueel nadrukkelijk buiten gehouden en heeft zich daar ook buiten te houden, laat staan te delen met derden. De klanten van [eiseres] hebben patiënten-informatie in het EPD van [merknaam] ingevoerd, waartoe met [eiseres] een verwerkersovereenkomst is gesloten. [merknaam] draait op servers in Europa, die door [gedaagde sub 1] zijn ingekocht. Ingevolge artikel 9 van de Overeenkomst dient al deze informatie en data vertrouwelijk te worden behandeld. De AVG en naleving daarvan is van groot belang. [gedaagde sub 1] heeft haar zeggenschap over de servers misbruikt. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 5] hebben via [gedaagde sub 1] met medewerking van [gedaagde sub 3] , zonder rechtsgeldige instemming vanuit [eiseres] , toegang verkregen tot de overeenkomsten met de klanten van [eiseres] en tot het hele klantenbestand (inclusief patiëntengegevens) van [eiseres] De gehele activa van [eiseres] is overgedragen aan/respectievelijk wordt zonder recht of titel en zonder enige geldelijke compensatie gebruikt door [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 5] .
26 maart 2020. [gedaagde sub 5] is al op 11 november 2019 opgericht. Een van haar bestuurders op 30 april 2020 was [gedaagde sub 4] Dit blijkt uit het als productie 14.1 bij dagvaarding overgelegde uittreksel van de Kamer van Koophandel van die dag.
633,00