Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
(primair)dan wel dat hij [slachtoffer] door geweld of enige ander feitelijkheid, dan wel door bedreiging daarmee, heeft gedwongen tot het naar hem sturen van foto’s van haar naakte geslachtsdeel, tot het verrichtten van seksuele handelingen en tot het naar hem sturen van foto’s daarvan
(subsidiair).
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
- verdachte meldt zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland eerst telefonisch op het nummer 088 805 1502; verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- verdachte laat zich behandelen door forensische afdeling van de stichting Stevig-Dichterbij of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk na de intake en diagnostische fase. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
- verdachte zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarige meisjes. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt betrokkene dat pleegouders, begeleiders, of reclassering hierbij aanwezig zijn.
- Verdachte verricht geen hobby’s of werkzaamheden, al dan niet als vrijwilliger, waarbij hij in aanraking komt met kinderen.
- verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zoals dat hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals deze hierboven onder 4 zijn omschreven;
- verklaart de verdachte daardoor strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals deze hierboven onder 4 zijn omschreven;
- verklaart de verdachte daardoor strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden;
- bepaalt dat de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van drie jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
meldplicht bij Reclassering Nederland);
ambulante behandelverplichting);
verbod hobby’s of werkzaamheden inhoudende contact met kinderen);
verbod virtueel contact met een seksuele intentie met minderjarigen en verbod bezoeken internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal beschikbaar is of waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd);
- geeft aan Reclassering Nederland de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 uur;
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen;
- veroordeelt de verdachte aan [slachtoffer]
- wijst de vordering voor het overige af;
- veroordeelt de verdachte in de proceskosten, die van de tenuitvoerlegging van dit vonnis daaronder begrepen, aan de zijde van [slachtoffer] tot op heden begroot op
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staatten behoeve van [slachtoffer] van
€ 2.749,04,vermeerderd met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 17 februari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening; - bepaalt de duur volgens welke met toepassing van artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering gijzeling kan worden toegepast op 37 dagen;
- de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
- bepaalt dat voor zover de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee de verplichting tot betaling aan [slachtoffer] in zoverre komt te vervallen en andersom dat, voor zover de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan [slachtoffer] , daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- computer;
- telefoon.