Uitspraak
RECHTBANK limburg
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 augustus 2020 in de zaak tussen
[eiser] , wonend te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 4 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil over een huisnummerbesluit. Eiser, eigenaar van twee naast elkaar gelegen woningen, had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van de afzonderlijke huisnummers door de gemeente Maastricht. De gemeente had beide huisnummers ingetrokken en één huisnummer toegekend voor het geheel, wat eiser niet kon waarderen. Hij wilde dat de woningen als twee afzonderlijke objecten geregistreerd bleven, zodat hij in de toekomst geen vergunning voor woningsplitsing nodig zou hebben. De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij met zijn beroep niet het doel kon bereiken dat hij voor ogen had. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van één verblijfsobject, aangezien de tussenmuur tussen de woningen was verwijderd. Dit betekende dat de woningen niet langer als aparte verblijfsobjecten konden worden beschouwd. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende procesbelang was voor een inhoudelijke behandeling van het beroep, omdat de vraag of er sprake was van één of twee woningen niet in deze procedure kon worden beoordeeld. De uitspraak werd gedaan zonder openbare zitting, als gevolg van COVID-19 maatregelen, en is op dezelfde dag aan de partijen verzonden.