Uitspraak
4.De rechtbank overweegt als volgt.
9.Het beroep is ongegrond.
10.Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2020
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 30 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Argus Buurtplatform Statenkwartier (eiseres) en het college van Gedeputeerde Staten van Limburg (verweerder) over de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen een subsidiebesluit. De zaak betreft een subsidieaanvraag van de gemeente Maastricht voor een project, waarbij verweerder de subsidie heeft vastgesteld op € 165.841,10. Eiseres, die betrokken was bij de uitvoering van het project, heeft bezwaar gemaakt tegen het feit dat haar kosten van € 30.463,15 niet subsidiabel zijn verklaard.
Verweerder heeft het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres volgens verweerder niet als belanghebbende kan worden aangemerkt in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres is immers niet de aanvrager van de subsidie en heeft geen direct belang bij het subsidiebesluit, aangezien haar belang slechts afgeleid is van de gemeente Maastricht. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat zij wel degelijk een rechtstreeks belang heeft, omdat de kosten niet subsidiabel zijn verklaard.
De rechtbank heeft overwogen dat eiseres geen concurrentiebelang heeft en niet geraakt wordt in een fundamenteel belang. Het financiële belang van eiseres is juridisch gezien slechts een afgeleid belang, wat betekent dat zij niet kan worden aangemerkt als belanghebbende bij het subsidiebesluit. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en bevestigd dat verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. A. Snijders, rechter, en is openbaar uitgesproken, hoewel niet in een openbare zitting vanwege coronamaatregelen.