Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.SCB REAL ESTATE B.V., hierna: SCB,
WDL REAL ESTATE B.V., hierna: WDL
[vennootschap 3], hierna: [vennootschap 3] ,
[vennootschap 4], hierna: [vennootschap 4] ,
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
11.De procedure
12.De verdere beoordeling
Ten aanzien van het tegen [gedaagde sub 1] gevorderde
in verzuim is geraakt ten aanzien van de nakoming van zijn uit onrechtmatige daad en/of onverschuldigde betaling voortvloeiende verbintenissen”. Voordat een dergelijke vordering kan worden toegewezen, moet dus vaststaan dat en welke verbintenissen uit onrechtmatige daad en/of onverschuldigde betaling zijn ontstaan ten aanzien waarvan [gedaagde sub 1] in verzuim is. Voor zover al voldoende duidelijk is welke verbintenissen eiseressen hier bedoelen, is in elk geval niet duidelijk welk verzuim ter zake is gepleegd door [gedaagde sub 1] . Dat deel van de vordering wordt dus afgewezen. Voor de duidelijkheid voegt de rechtbank daaraan nog toe dat niet is gevorderd een verklaring voor recht dat [gedaagde sub 1] met bepaalde handelingen een onrechtmatige daad heeft gepleegd.
berechtigt ist, Zahlungen für [bedrijf 1] in Empang zu nehmen. Dabei handelt es sich um Zahlungen zur Durchführung von diversen instandsetzungsarbeiten an den Objekten [adres 1] und [adres 2] in [plaats 1] sowie [adres 3] in [plaats 3] und [adres 4] in [plaats 4]." Daar waar [gedaagde sub 2] stelt dat bij hem de indruk was ontstaan “
dat de bestuurlijke verantwoordelijken binnen de [vennootschap 3] -groep alle financiële aangelegenheden als “één pot nat” beschouwden. Zo heeft [bedrijf 1] aan [gedaagde sub 2] meegedeeld, dat de facturen, die [bedrijf 1] telkens voor werkzaamheden van een van de opdrachtgevende [vennootschap 3] -vennootschappen opstelde en verzond, niet altijd ook door de geadresseerde van de factuur werden betaald” (3.14 conclusie tevens akte houdende producties d.d. 31 mei 2017) ontslaat dit hem niet van zijn advocatenplicht om, voordat hij met gelden van zijn derdenrekening facturen betaalt, goed te controleren of die facturen zijn gestuurd door de juiste entiteit en of met die facturen werkzaamheden in rekening zijn gebracht die inderdaad moeten worden betaald. Uit de door [gedaagde sub 2] verstrekte gegevens valt niet te halen dat hij deze zorg heeft betracht. [gedaagde sub 2] heeft evenmin verantwoording als vereist afgelegd met een stelling als “
[gedaagde sub 1] heeft telkens nadat een of meer bedragen op de rekeningen van [gedaagde sub 2] waren bijgeschreven aan [gedaagde sub 2] kenbaar gemaakt, dat er (door)betalingen aan resp. ten behoeve van [bedrijf 1] gedaan dienden te worden.” (3.20 conclusie tevens akte houdende producties d.d. 31 mei 2017). Met een dergelijke opmerking voldoet hij niet aan de maatstaf die wordt gelegd aan de door een advocaat af te leggen rekening en verantwoording van op zijn derdengeldrekening gestorte gelden. Al met al bevat de door [gedaagde sub 2] afgelegde verantwoording niet de benodigde informatie waaruit blijkt dat hij heeft gecontroleerd of de te betalen facturen door de juiste entiteit zijn gefactureerd noch geeft [gedaagde sub 2] gedetailleerde en voldoende feitelijke informatie waaruit blijkt dat hij heeft gecontroleerd of hetgeen is gefactureerd, ook werkelijk is gedaan. Daarmee voldoet zijn rekening en verantwoording in zijn totaliteit bezien dus niet aan de aan de rekening en verantwoording te stellen eisen. Met dit oordeel kan niet worden volstaan gelet op de door [gedaagde sub 2] overgelegde producties 25 (s), tot en met 32 (s). Die worden hierna beoordeeld.
in verzuim is geraakt ten aanzien van de nakoming van zijn uit onrechtmatige daad en/of onverschuldigde betaling voortvloeiende verbintenissen”. Voordat een dergelijke vordering kan worden toegewezen, moet dus vaststaan dat en welke verbintenissen uit onrechtmatige daad en/of onverschuldigde betaling zijn ontstaan ten aanzien waarvan [gedaagde sub 2] in verzuim is. Voor zover al voldoende duidelijk is welke verbintenissen eiseressen hier bedoelen, is in elk geval niet duidelijk welk verzuim ter zake is gepleegd door [gedaagde sub 2] . Dat deel van de vordering wordt dus afgewezen. Voor de duidelijkheid voegt de rechtbank daaraan nog toe dat niet is gevorderd een verklaring voor recht dat [gedaagde sub 2] met bepaalde handelingen een onrechtmatige daad heeft gepleegd.