ECLI:NL:RBLIM:2020:5506
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom op grond van de Opiumwet
Op 28 juli 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en de Burgemeester van de gemeente Weert. De zaak betreft een last onder dwangsom die aan de verzoeker was opgelegd op basis van artikel 13b van de Opiumwet, waarbij de sluiting van een perceel met schuur en woning werd geëist. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 13 juli 2020 is de verzoeker bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na de zitting heeft de verweerder een toezegging gedaan om de werking van het bestreden besluit op te schorten tot zes weken na de beslissing op bezwaar. Hierop heeft de verzoeker zijn verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken, maar verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting beoordeeld en geoordeeld dat de verzoeker recht heeft op proceskostenvergoeding, omdat de verweerder tegemoet is gekomen aan de verzoeker door de werking van het besluit op te schorten. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten vastgesteld op € 1.050,00, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Tevens is bepaald dat het griffierecht aan de verzoeker wordt terugbetaald, omdat de werking van het bestreden besluit is opgeschort. De uitspraak is gedaan in het kader van de maatregelen rondom het coronavirus, waardoor deze niet op een openbare zitting kon worden uitgesproken.