Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
eiser, hierna te noemen: de man,
advocaat mr. A.J.E. Verschuren, gevestigd te Kerkrade,
gedaagde, hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. M.J.M.H. Nass, gevestigd te Simpelveld.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 23 juli 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een man en een vrouw over de uitvoering van een co-ouderschapregeling voor hun minderjarig kind. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J.E. Verschuren, vorderde dat de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J.M.H. Nass, zou worden verplicht om medewerking te verlenen aan de uitvoering van de omgangsregeling. De vrouw voerde verweer en betwistte de stelling van de man dat er een co-ouderschapregeling was overeengekomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen overeenstemming was bereikt over de zorgregeling, mede gezien de bijzondere omstandigheden van de zaak, waaronder de psychische gesteldheid van de man. De man had eerder in zijn leven psychische problemen gehad, wat door de vrouw werd aangekaart als een reden voor haar zorgen over de veiligheid en het welzijn van hun kind. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vordering van de man niet kon worden toegewezen, omdat er onvoldoende basis was voor de veronderstelling dat de man in staat was om voor het kind te zorgen. De vordering werd afgewezen en de proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.