8.1.1Digitek vordert, na wijziging eis, dat de rechtbank, bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Ia. voor recht verklaart dat Supplink te kort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst d.d. 19 december 2016 (overeenkomst 1), welke blijkt uit de inkooporder van Digitek en verkoopfactuur van Supplink die aangehecht zijn als respectievelijk productie 3E en productie 3F bij de dagvaarding en dat Supplink ter zake daarvan, voor zover vereist, in verzuim is sedert primair 19 december 2016, subsidiair sedert 31 maart 2017, meer subsidiair sedert 12 april 2017, nog meer subsidiair per 1 mei 2017, nog meer subsidiair per 6 juni 2017, nog meer subsidiair per 22 juni 2017, nog meer subsidiair per 27 juni 2017, althans
meest subsidiair per datum dagvaarding, althans per een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
Ib.voor recht verklaart dat Supplink te kort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst d.d. 9 januari 2017 (overeenkomst 2), welke blijkt uit de inkooporder van Digitek en verkoopfactuur van Supplink die aangehecht zijn als respectievelijk productie 4C en productie 4D bij de dagvaarding en dat zij ter zake daarvan, voor zover vereist, in verzuim is sedert primair 9 januari 2017, subsidiair sedert 10 februari 2017, meer subsidiair sedert 12 april 2017, nog meer subsidiair per 1 mei 2017, nog meer subsidiair per 6 juni 2017, nog meer subsidiair per 22 juni 2017, nog meer subsidiair per 27 juni 2017, althans meest subsidiair per datum dagvaarding, althans per een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
Ic. voor recht verklaart dat Supplink te kort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst d.d. 25 januari 2017 (overeenkomst 3), welke blijkt uit de inkooporder van Digitek en verkoopfactuur van Supplink die aangehecht zijn als respectievelijk productie 5C en productie 5D bij de dagvaarding en dat zij ter zake daarvan, voor zover vereist, in verzuim is sedert primair 25 januari 2017, subsidiair sedert 8 maart 2017, meer subsidiair per 12 april 2017, nog meer subsidiair per 1 mei 2017, nog meer subsidiair per 6 juni 2017, nog meer
subsidiair per 22 juni 2017, nog meer subsidiair per 27 juni 2017, althans meest subsidiair per datum dagvaarding, althans per een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
II.primair voor recht verklaart dat de drie overeenkomsten die gesloten zijn tussen Supplink en Digitek zoals die blijken uit productie 3E en productie 3F (overeenkomst 1 d.d. 19 december 2016), productie 4C en productie 4D (overeenkomst 2 d.d. 9 januari 2017) en productie 5C en productie 5D (overeenkomst 3 d.d. 25 januari 2017) per 27 juni 2017 buitengerechtelijk ontbonden zijn door Digitek, althans subsidiair deze overeenkomsten alsnog per
eerst mogelijke datum ontbindt;
III.Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] hoofdelijk veroordeelt, althans een of meerdere van hen, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om binnen drie dagen, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, na betekening van het in deze te wijzen vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting tot (terug) betaling van $ 1.723.149,85, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, aan Digitek, te vermeerderen met de daarover verschuldigde wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans subsidiair de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf:
- over $ 2.245.159,62 sedert primair vanaf 19 december 2016, subsidiair sedert 31 maart 2017, meer subsidiair sedert 12 april 2017, nog meer subsidiair per 1 mei 2017, nog meer subsidiair per 6 juni 2017, nog meer subsidiair per 22 juni 2017, nog meer subsidiair per 27 juni 2017, althans meest subsidiair per datum dagvaarding, althans per een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot 15 september 2017;
- over $ 1.723.149,85 sedert 15 september 2017 tot de algehele dag der voldoening;
- over $ 497.476,47 sedert primair vanaf 9 januari 2017, subsidiair sedert 10 februari 2017, meer subsidiair sedert 12 april 2017, nog meer subsidiair per 1 mei 2017, nog meer subsidiair per 6 juni 2017, nog meer subsidiair per 22 juni 2017, nog meer subsidiair per 27 juni 2017, althans meest subsidiair per datum dagvaarding, althans per een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot 15 september 2017;
- over $ 802.408,33 primair vanaf 25 januari 2017, subsidiair sedert 8 maart 2017, meer subsidiair per 12 april 2017, nog meer subsidiair per 1 mei 2017, nog meer subsidiair per 6 juni 2017, nog meer subsidiair per 22 juni 2017, nog meet subsidiair per 27 juni 2017, althans meest subsidiair per datum dagvaarding, althans per een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot 15 september 2017;
IVa. Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] hoofdelijk veroordeelt, althans een of meerdere van hen, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om binnen drie dagen, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, na betekening van het in deze te wijzen vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een rente van 10% over € 474.125,15 vanaf primair 27 februari 2017, althans subsidiair vanaf 1 mei 2017, althans meer subsidiair vanaf 27 juni 2017, althans nog meer subsidiair vanaf datum dagvaarding, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot 15 september 2017, dan wel subsidiair de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf de voornoemde data tot 15 september 2017, dan wel meest subsidiair de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW;
IVb. Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] hoofdelijk veroordeelt, althans een of meerdere van hen, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om binnen drie dagen, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, na betekening van het in deze te wijzen vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting tot betaling van € 94.825,03, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, wegens administratiekosten/juridische kosten conform de algemene voorwaarden van Digitek;
Va. voor recht verklaart dat Supplink jegens Digitek schadeplichtig is voor alle schade die voort is gevloeid en nog zal voortvloeien uit de tekortkomingen als bedoeld onder punt Ia t/m punt Ic (althans uit een of meerdere punten) van de akte wijziging eis, alsmede schadeplichtig is ter zake van het niet tijdig betalen van het bedrag als genoemd onder punt IV van deze akte;
Vb. voor recht verklaart dat [gedaagde sub 3] , HTN en [gedaagde sub 4] onrechtmatig, althans een of meerdere van hen, jegens Digitek hebben gehandeld en aansprakelijk zijn voor alle schade die voort is gevloeid en nog zal voortvloeien uit het onrechtmatige handelen hunnerzijds zoals omschreven in het lichaam van de dagvaarding;
VIa. Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] althans een of meerdere van hen hoofdelijk veroordeelt, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tot vergoeding van de door Digitek geleden en nog te lijden schade als gevolg van de tekortkomingen en/of het onrechtmatige handelen hunnerzijds, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
VIb.Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] althans een of meerdere van hen hoofdelijk veroordeelt, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tot betaling van de thans bekende valutaschade ad € 196.393,26, althans ter hoogte van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
VII.Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] hoofdelijk veroordeelt, althans een van hen, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om binnen drie dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, tegen bewijs van kwijting tot betaling van € 6.775,-, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
VIII.Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] hoofdelijk veroordeelt, althans een of meerdere van hen, om binnen drie dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, een afschrift/kopie te verstrekken aan Digitek van de stukken als genoemd onder punt 4.15 van de dagvaarding (Rb: (i) de bankafschriften waaruit blijkt dat de gelden die Digitek aan Supplink heeft voldaan zijn doorbetaald c.q. doorgestort aan een andere partij door Supplink, (ii) bankafschriften van Metac World FZE waaruit blijkt wat zij met deze gelden heeft gedaan, (iii) van het aandeelhoudersregister van Supplink en/of HTN en, (iv) indien en voor zover Supplink de goederen heeft ingekocht of zou inkopen via tussenkomst van Metac World FZE, de betreffende inkooporders, facturen en overeenkomsten) althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen deel van deze stukken, dan wel subsidiair Digitek daarin inzage te verschaffen, al het voorgaande op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,-. althans een door
de rechtbank in goede (justitie) te bepalen dwangsom, voor iedere dag of dagdeel dat gedaagden nalaten aan deze verplichting te voldoen;
IX.Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] hoofdelijk veroordeelt, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, althans een of meerdere van hen, in de kosten van dit geding (waaronder ook de kosten van de door Digitek ten laste van Supplink, [gedaagde sub 4] , [gedaagde sub 3] en HTN gelegde beslagen), te vermeerderen met de nakosten een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn.