ECLI:NL:RBLIM:2020:524

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 januari 2020
Publicatiedatum
23 januari 2020
Zaaknummer
C/03/244119 / HA ZA 17-650
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuurdersaansprakelijkheid en tekortkomingen in contractuele verplichtingen tussen Digitek Computer Products B.V. en Supplink B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 22 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Digitek Computer Products B.V. (eiseres) en Supplink B.V. (gedaagde). Digitek vorderde terugbetaling van vooruitbetaalde bedragen aan Supplink, die tekort zou zijn geschoten in de nakoming van drie overeenkomsten. De rechtbank oordeelde dat Supplink inderdaad tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomsten en dat de overeenkomsten buitengerechtelijk zijn ontbonden door Digitek. De rechtbank heeft Supplink veroordeeld tot terugbetaling van een bedrag van $ 1.723.149,85, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft ook schadevergoeding toegewezen voor administratiekosten en valutaschade. Daarnaast is HTN Holding B.V. en [gedaagde sub 3] hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor een bedrag van $ 497.476,47, dat voortvloeit uit hun onrechtmatige handelen. De rechtbank heeft de vorderingen tegen [gedaagde sub 4] afgewezen, omdat deze niet als partij bij de overeenkomsten kan worden beschouwd. De proceskosten zijn toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/244119 / HA ZA 17-650
Vonnis bij vervroeging van 22 januari 2020
in de zaak van
Digitek Computer Products B.V.,
gevestigd te Haarlem,
eiseres,
advocaat mr. J.J.C. Delahaye,
tegen:

1.Supplink B.V.,

gevestigd te Rijswijk,
2.
HTN Holding B.V.,
gevestigd te Rijswijk,
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats 1] ,
gedaagden sub 1 tot en met 3,
advocaat mr. G.A.M. Jansen,
4.
[gedaagde sub 4],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde sub 4,
advocaat mr. F.Th.P. van Voorst,
Eiseres in de hoofdzaak zal hierna Digitek genoemd worden. Gedaagde sub 1 in de hoofdzaak zal hierna Supplink worden genoemd, gedaagde sub 2 HTN en gedaagden 3 en 4 respectievelijk [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] . De gedaagden sub 1 tot en met 3 tezamen worden “Supplink c.s.” genoemd. De rechtbank zal de nummering van het tussenvonnis van 21 februari 2018 voortzetten.

6.Het verdere verloop van de procedure

6.1
Het verloop van de procedure na het vonnis van 21 februari 2018, in welk vonnis per abuis niet is vermeld dat Digitek op de rol van 20 december 2017 heeft genomen een akte houdende producties tevens houdende akte wijziging van eis met de producties 24A tot en met 34, blijkt uit:
  • de conclusie van antwoord zijdens [gedaagde sub 4] met een bijlage en twee producties;
  • de zijdens Digitek genomen akte houdende producties met de producties 35 tot en met 38;
  • de zijdens [gedaagde sub 4] genomen antwoordakte;
  • de zijdens Digitek genomen akte houdende producties met de producties 39 tot en met 46;
  • de zijdens Digitek genomen akte houdende producties met de producties 39 tot en met 46;
  • de zijdens Digitek genomen akte houdende producties met de producties 47 en 48;
  • het proces-verbaal van de comparitie na antwoord van 16 oktober 2018;
  • de conclusie van repliek met productie 49;
  • de door Supplink c.s. genomen conclusie van dupliek met producties 8 en 9;
  • de door [gedaagde sub 4] genomen conclusie van dupliek met productie 3;
  • de akte uitlaten zijdens Digitek;
  • het proces-verbaal van pleidooi van 29 oktober 2019.
6.2
Nadat vonnis is gevraagd, is bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

7.De feiten waarvan wordt uitgegaan

7.1
De volgende feiten staan als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of onvoldoende gemotiveerd betwist vast.
a. Digitek is een groothandel in computers, randapparatuur en software. [gedaagde sub 3] is bestuurder van HTN en HTN is bestuurder van Supplink. Supplink is onder meer een groothandel in computer- en kantoorbenodigdheden en printersupplies.
b. Digitek en Supplink doen al jarenlang zaken met elkaar, waarbij aan en van elkaar zaken worden gekocht en geleverd, inmiddels voor in totaal ongeveer $ 110 miljoen (nr. 34 conclusie van antwoord Supplink c.s. en derde alinea conclusie van repliek).
c. Supplink bestelde (een deel van) de zaken die bij haar werden besteld/gekocht door Digitek in elk geval bij Metac World FZE (hierna Metac). [gedaagde sub 4] is aandeelhouder van Metac (zie proces-verbaal van 16 oktober 2018 en nr. 19 van zijn conclusie van antwoord).
d. Bij overeenkomsten van 19 december 2016 (overeenkomst 1), 9 januari 2017 (overeenkomst 2) en 25 januari 2017 (overeenkomst 3, boven randnr. 3.7 dagvaarding staat abusievelijk “2016”) heeft Digitek drie bestellingen ter zake inkt- en tonercartridges geplaatst bij Supplink ter waarde van in totaal $ 5.055.529,91. [gedaagde sub 4] heeft bij het sluiten van deze overeenkomsten diensten verricht voor Supplink (nr. 6 van zijn antwoord in de incidenten, in de hoofdzaak ingelast gelet op B.1 conclusie van antwoord (in de hoofdzaak). Digitek heeft op deze drie bestellingen in totaal $ 3.545.044,42 betaald (3.8 dagvaarding (in 1.3 dagvaarding is vermeld “$ 3.545.044,12”). Op enig moment is duidelijk geworden dat Supplink die bestellingen niet zou leveren. Nadat dit duidelijk is geworden, heeft Supplink aan Digitek in of omstreeks september 2017 terugbetaald € 2.000.000,- (productie 32 Digitek).
e. Bij onderhandse akte van 12 januari 2017, ondertekend door [gedaagde sub 3] , draagt Supplink in eigendom over aan Digitek de goederen vermeld in factuur SFV6092, besteld bij overeenkomst 1, en in factuur SFV7003, besteld bij overeenkomst 2 vanaf het moment dat Digitek de facturen SFV6092 en SFV7003 volledig heeft betaald (productie 6 dagvaarding). De (herziene) factuur SFV6092 vermeldt een totaalbedrag van $ 2.265.458,21 (productie 3F dagvaarding). Op 16 januari 2017 had Digitek hiervan aan Supplink betaald $ 2.245.159,62 (pag. 19 dagvaarding). De factuur SFV7003 vermeldt een totaalbedrag van $ 497.476,47 (productie 4D dagvaarding). Op 16 januari 2017 had Digitek aan Supplink het volledige bedrag van factuur SFV7003 betaald. Van factuur SFV7007 groot $ 2.292.595,23, waarmee de op 25 januari 2017 bestelde goederen zijn gefactureerd, had Digitek aan Supplink op 30 januari 2017 $ 802.408,33 (35%) betaald. Digitek heeft geen andere betalingen op deze facturen verricht.
f. In januari 2017 heeft Digitek aan Supplink verkocht en in Oostenrijk afgeleverd zaken ter waarde van € 474.125,15. Deze zijn ondanks sommatie en in gebrekestelling niet door Supplink betaald. Supplink erkent dat zij dit bedrag moet terugbetalen aan Digitek (nr. 27 antwoord Supplink c.s.).
g. het e-mailbericht van [gedaagde sub 4] van 12 mei 2017 (productie 9 dagvaarding) aan [naam] (van Digitek) houdt in:
“(…)
I signed this Wednesday a mortgage agreement which the bank has confirmed to be paid to me (…). As for the further payments, I expect 1.4 M USd + to become available as per May 25th. (…)”.
h. De als productie 17 bij dagvaarding overgelegde brief van Digitek aan Supplink, [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] van 19 juni 2017 (hierna “de ontbindingsbrief”) houdt in, voor zover relevant:
“(…)
Over the last few months we have communicated a lot about the delivery of the goods as
specified on the following invoices from Supplink:
- invoice of the 19th December 2016 (SVF6092);
- invoice of the 9th of January 2017 (SFV7003);
- invoice of the 25th of January 2017 (SFV7007).
Digitek Computer Products BV paid, according to what we agreed, advances of $ 3.545.044,42 in total. Nevertheless, we still haven’t received any goods. This while the
delivery dates for the goods have expired already a long time ago.
We discussed the above mentioned problem already many times (…). If you don’t deliver the goods as mentioned (…) within one week (…) we will rescind the purchase orders concerning the invoices as mentioned (…) by way of this letter. In that case you are obliged to pay everything back.
(…)”.
i. Het e-mailbericht van [gedaagde sub 4] aan [naam] van Digitek d.d. 19 juni 2017 (productie 18A dagvaarding) houdt in, voor zover van belang:
“(…)
Total amounts due, and recognized to be due, to Digitek (…) by Supplink (…) are USD 3.565.343,01 and EURO 474.125,15.
I have done everything possible to resolve this issue earliest. For instance by asking my bank to increase my private mortgage position. (…)
To guarantee the refund of the total money owed to you through Supplink, I am prepared to give my personal guarantee for the return of this money. To do so I am prepared to pledge my shares on my real estate company (…)”.
j. De als productie 18b bij dagvaarding overgelegde brief van Supplink aan Digitek van 22 juni 2017 houdt in, voor zover relevant:
“(…)
We confirm that Supplink has not paid Digitek the amount of € 474.125,15 of Digitek invoice 166641 and we have not delivered to Digitek the Canon goods from Supplink invoices SFV6092, SFV7003 and SFV7007 (total value USD 5.055.529,91 incl VAT). Digitek has prepaid on these invoices an amount of USD 3.545.044,42.
As we have indicated to Digitek and as done before, Supplink has prepaid a sum of money to its supplier Metac. Metac has not used these funds to pay for the Canon goods that should be delivered to Digitek. As a concequence Metac has not been able to transfer the property of the Canon goods to Supplink and Supplink has not been able to deliver the Canon goods to Digitek. In addition Metac has not repaid to Supplink the surplus of the payments from Supplink to Metac, as a consequence Supplink was not able to pay Digitek invoice 166641. (…)”.
k. op 15 september 2017 heeft Supplink van de door Digitek voorgeschoten bedragen betrekking hebbende op de drie in sub d genoemde overeenkomsten en op de door Supplink aan Digitek verschuldigde koopsom ter zake de zaken genoemd in sub f, € 2.000.000,- geretourneerd/betaald (pag. 5 akte houdende producties).

8.Het geschil

8.1.1
Digitek vordert, na wijziging eis, dat de rechtbank, bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Ia. voor recht verklaart dat Supplink te kort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst d.d. 19 december 2016 (overeenkomst 1), welke blijkt uit de inkooporder van Digitek en verkoopfactuur van Supplink die aangehecht zijn als respectievelijk productie 3E en productie 3F bij de dagvaarding en dat Supplink ter zake daarvan, voor zover vereist, in verzuim is sedert primair 19 december 2016, subsidiair sedert 31 maart 2017, meer subsidiair sedert 12 april 2017, nog meer subsidiair per 1 mei 2017, nog meer subsidiair per 6 juni 2017, nog meer subsidiair per 22 juni 2017, nog meer subsidiair per 27 juni 2017, althans
meest subsidiair per datum dagvaarding, althans per een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
Ib.voor recht verklaart dat Supplink te kort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst d.d. 9 januari 2017 (overeenkomst 2), welke blijkt uit de inkooporder van Digitek en verkoopfactuur van Supplink die aangehecht zijn als respectievelijk productie 4C en productie 4D bij de dagvaarding en dat zij ter zake daarvan, voor zover vereist, in verzuim is sedert primair 9 januari 2017, subsidiair sedert 10 februari 2017, meer subsidiair sedert 12 april 2017, nog meer subsidiair per 1 mei 2017, nog meer subsidiair per 6 juni 2017, nog meer subsidiair per 22 juni 2017, nog meer subsidiair per 27 juni 2017, althans meest subsidiair per datum dagvaarding, althans per een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
Ic. voor recht verklaart dat Supplink te kort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst d.d. 25 januari 2017 (overeenkomst 3), welke blijkt uit de inkooporder van Digitek en verkoopfactuur van Supplink die aangehecht zijn als respectievelijk productie 5C en productie 5D bij de dagvaarding en dat zij ter zake daarvan, voor zover vereist, in verzuim is sedert primair 25 januari 2017, subsidiair sedert 8 maart 2017, meer subsidiair per 12 april 2017, nog meer subsidiair per 1 mei 2017, nog meer subsidiair per 6 juni 2017, nog meer
subsidiair per 22 juni 2017, nog meer subsidiair per 27 juni 2017, althans meest subsidiair per datum dagvaarding, althans per een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
II.primair voor recht verklaart dat de drie overeenkomsten die gesloten zijn tussen Supplink en Digitek zoals die blijken uit productie 3E en productie 3F (overeenkomst 1 d.d. 19 december 2016), productie 4C en productie 4D (overeenkomst 2 d.d. 9 januari 2017) en productie 5C en productie 5D (overeenkomst 3 d.d. 25 januari 2017) per 27 juni 2017 buitengerechtelijk ontbonden zijn door Digitek, althans subsidiair deze overeenkomsten alsnog per
eerst mogelijke datum ontbindt;
III.Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] hoofdelijk veroordeelt, althans een of meerdere van hen, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om binnen drie dagen, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, na betekening van het in deze te wijzen vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting tot (terug) betaling van $ 1.723.149,85, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, aan Digitek, te vermeerderen met de daarover verschuldigde wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans subsidiair de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf:
- over $ 2.245.159,62 sedert primair vanaf 19 december 2016, subsidiair sedert 31 maart 2017, meer subsidiair sedert 12 april 2017, nog meer subsidiair per 1 mei 2017, nog meer subsidiair per 6 juni 2017, nog meer subsidiair per 22 juni 2017, nog meer subsidiair per 27 juni 2017, althans meest subsidiair per datum dagvaarding, althans per een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot 15 september 2017;
- over $ 1.723.149,85 sedert 15 september 2017 tot de algehele dag der voldoening;
- over $ 497.476,47 sedert primair vanaf 9 januari 2017, subsidiair sedert 10 februari 2017, meer subsidiair sedert 12 april 2017, nog meer subsidiair per 1 mei 2017, nog meer subsidiair per 6 juni 2017, nog meer subsidiair per 22 juni 2017, nog meer subsidiair per 27 juni 2017, althans meest subsidiair per datum dagvaarding, althans per een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot 15 september 2017;
- over $ 802.408,33 primair vanaf 25 januari 2017, subsidiair sedert 8 maart 2017, meer subsidiair per 12 april 2017, nog meer subsidiair per 1 mei 2017, nog meer subsidiair per 6 juni 2017, nog meer subsidiair per 22 juni 2017, nog meet subsidiair per 27 juni 2017, althans meest subsidiair per datum dagvaarding, althans per een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot 15 september 2017;
IVa. Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] hoofdelijk veroordeelt, althans een of meerdere van hen, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om binnen drie dagen, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, na betekening van het in deze te wijzen vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een rente van 10% over € 474.125,15 vanaf primair 27 februari 2017, althans subsidiair vanaf 1 mei 2017, althans meer subsidiair vanaf 27 juni 2017, althans nog meer subsidiair vanaf datum dagvaarding, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot 15 september 2017, dan wel subsidiair de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf de voornoemde data tot 15 september 2017, dan wel meest subsidiair de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW;
IVb. Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] hoofdelijk veroordeelt, althans een of meerdere van hen, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om binnen drie dagen, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, na betekening van het in deze te wijzen vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting tot betaling van € 94.825,03, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, wegens administratiekosten/juridische kosten conform de algemene voorwaarden van Digitek;
Va. voor recht verklaart dat Supplink jegens Digitek schadeplichtig is voor alle schade die voort is gevloeid en nog zal voortvloeien uit de tekortkomingen als bedoeld onder punt Ia t/m punt Ic (althans uit een of meerdere punten) van de akte wijziging eis, alsmede schadeplichtig is ter zake van het niet tijdig betalen van het bedrag als genoemd onder punt IV van deze akte;
Vb. voor recht verklaart dat [gedaagde sub 3] , HTN en [gedaagde sub 4] onrechtmatig, althans een of meerdere van hen, jegens Digitek hebben gehandeld en aansprakelijk zijn voor alle schade die voort is gevloeid en nog zal voortvloeien uit het onrechtmatige handelen hunnerzijds zoals omschreven in het lichaam van de dagvaarding;
VIa. Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] althans een of meerdere van hen hoofdelijk veroordeelt, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tot vergoeding van de door Digitek geleden en nog te lijden schade als gevolg van de tekortkomingen en/of het onrechtmatige handelen hunnerzijds, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
VIb.Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] althans een of meerdere van hen hoofdelijk veroordeelt, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tot betaling van de thans bekende valutaschade ad € 196.393,26, althans ter hoogte van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
VII.Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] hoofdelijk veroordeelt, althans een van hen, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om binnen drie dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, tegen bewijs van kwijting tot betaling van € 6.775,-, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
VIII.Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] hoofdelijk veroordeelt, althans een of meerdere van hen, om binnen drie dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, een afschrift/kopie te verstrekken aan Digitek van de stukken als genoemd onder punt 4.15 van de dagvaarding (Rb: (i) de bankafschriften waaruit blijkt dat de gelden die Digitek aan Supplink heeft voldaan zijn doorbetaald c.q. doorgestort aan een andere partij door Supplink, (ii) bankafschriften van Metac World FZE waaruit blijkt wat zij met deze gelden heeft gedaan, (iii) van het aandeelhoudersregister van Supplink en/of HTN en, (iv) indien en voor zover Supplink de goederen heeft ingekocht of zou inkopen via tussenkomst van Metac World FZE, de betreffende inkooporders, facturen en overeenkomsten) althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen deel van deze stukken, dan wel subsidiair Digitek daarin inzage te verschaffen, al het voorgaande op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,-. althans een door
de rechtbank in goede (justitie) te bepalen dwangsom, voor iedere dag of dagdeel dat gedaagden nalaten aan deze verplichting te voldoen;
IX.Supplink, [gedaagde sub 4] , HTN en [gedaagde sub 3] hoofdelijk veroordeelt, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, althans een of meerdere van hen, in de kosten van dit geding (waaronder ook de kosten van de door Digitek ten laste van Supplink, [gedaagde sub 4] , [gedaagde sub 3] en HTN gelegde beslagen), te vermeerderen met de nakosten een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn.
8.1.2
Digitek legt aan de vordering tegen Supplink ten grondslag dat de overeenkomsten 1, 2 en 3 die zij heeft gesloten met Supplink, zijn ontbonden en dat Supplink daarom de door Digitek aan Supplink vooruitbetaalde gelden moet terugbetalen. Digitek volgt de wijze van toerekenen van de betaling van € 2.000.000,- door Supplink zoals Supplink dit heeft voorgesteld. Dit betekent dat de door Digitek aan Supplink afgeleverde zaken (rov. 7.1 sub e) zijn betaald. Na koersomzettingen blijft over dat Supplink nog aan Digitek moet terugbetalen in totaal $ 1.723.149,85. Supplink is verder verplicht om alle door Digitek geleden schade, veroorzaakt door de betaling waartegen niet is geleverd, te vergoeden.
Aan de vordering voor zover gericht tegen HTN en [gedaagde sub 3] legt Digitek ten grondslag dat zij de betalingen of hebben aangewend voor andere doelen dan betaling van de door Digitek bestelde zaken of die zaken vooruit hebben betaald aan de (tussen)leverancier zonder dat zij voldoende zekerheid hebben gevraagd. Gelet hierop hadden zij de overboekingen van de door Supplink van Digitek ontvangen gelden moeten voorkomen. Zij hebben Digitek laten betalen aan Supplink wetende dat Supplink haar verplichtingen niet kon nakomen (pag. 43 dagvaarding). Digitek is verder van mening dat HTN en [gedaagde sub 3] wisten van de beschikkingsonbevoegdheid van Supplink en ten onrechte hebben meegewerkt aan de in 7.1 sub e genoemde eigendomsoverdracht.
Ten aanzien van [gedaagde sub 4] heeft te gelden dat deze als bestuurder en/of aandeelhouder van de (tussen)leverancier Metac deze gelden voor een ander doel heeft aangewend dan waarvoor zij zijn betaald. Wetenschap van de (bestel)verhouding tussen Digitek en Supplink blijkt uit het feit dat juist [gedaagde sub 4] vaak de contactpersoon voor Digitek was. Volgens Digitek is [gedaagde sub 4] de uiteindelijk belanghebbende (UBO, Ultimate Beneficial Owner) van Supplink (pag. 14 dagvaarding). Wetenschap bij [gedaagde sub 4] moet verder worden afgeleid uit de bestaande zakelijke verwevenheid. [gedaagde sub 3] is namelijk via HTN directeur/grootaandeelhouder van Swiss Led Benelux B.V. en [gedaagde sub 4] is aandeelhouder en bestuurder van het in Zwitserland gevestigde Swiss Led terwijl [gedaagde sub 4] de schoonbroer is van [gedaagde sub 3] . [gedaagde sub 4] heeft verder onjuiste uitlatingen gedaan. Zo heeft hij gezegd dat de betalingen rechtstreeks zouden worden doorgezet naar de leverancier van Supplink. [gedaagde sub 4] heeft verder niet vermeld dat sprake was van een tussenleverancier, maar heeft juist vermeld dat de vooruitbetalingen direct werden doorgestuurd naar de leverancier (pag. 15 en 18 dagvaarding). Ook [gedaagde sub 4] wist van meet af aan, althans had moeten weten, dat Supplink de overeenkomsten 1 en/of 2 en/of 3, gesloten mede dankzij zijn inspanningen, niet zou kunnen nakomen. De vordering tegen [gedaagde sub 4] moet ook worden toegewezen omdat hij heeft aangegeven de vooruitbetaling zelf terug te betalen indien Supplink niet in staat zou zijn tot terugbetaling (pag. 23 dagvaarding).
De vordering sub VIII is gegrond op de stelling dat Digitek het recht heeft te weten naar wie de door haar betaalde voorschotten zijn doorgestort en het recht heeft om de waarheid te achterhalen.
8.2
Supplink erkent het gevorderde grotendeels. HTN, [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] voeren verweer.

9.De beoordeling van de zaak met zaaknummer C/03/244119

De door Digitek aan Supplink verkochte zaken

9.1
Digitek heeft gesteld de door Supplink voorgestelde imputatie te volgen (pag. 7, tweede alinea akte 20 december 2017 van Digitek). Dit betekent dat de door Digitek aan Supplink verkochte zaken voor € 474.125,15 inmiddels zijn betaald (zie “(b)” op pag. 7 van de net genoemde akte van Digitek), zodat voorbij kan worden gegaan aan de gang van zaken omtrent deze transactie. Wel moet worden beoordeeld de schadevordering van Digitek voor zover gegrond op de stelling dat Supplink de factuur te laat heeft betaald.
De onder VIII gevorderde inzage
9.2
Onder VIII vordert Digitek inzage in:
(i) de bankafschriften waaruit blijkt dat de gelden die Digitek aan Supplink heeft voldaan zijn doorbetaald c.q. doorgestort aan een andere partij door Supplink;
(ii) bankafschriften van Metac World FZE waaruit blijkt wat zij met deze gelden heeft gedaan;
(iii) het aandeelhoudersregister van Supplink en/of HTN;
(iv) de inkooporders, facturen en overeenkomsten indien en voor zover Supplink de goederen heeft ingekocht of zou inkopen via tussenkomst van Metac World FZE.
9.3.1
Aan subvordering (i) is voldaan, zodat hierover niet hoeft te worden geoordeeld. Bij conclusie van antwoord heeft Supplink als productie 2 overgelegd rekeningafschriften van haar Euro- en Dollar rekening-courant [rekeningnummer] vanaf 30 december 2016 tot en met 31 maart 2027. Hierop zijn alle betalingen van Digitek aan Supplink te zien, behalve de betaling van 28 december 2016 van $ 335.808,87. Het beginsaldo van de dollarrekening van Supplink bedraagt echter $ 409.658,29 credit, een aanzienlijk hoger bedrag dan de betaling door Digitek. Wat dat betreft wordt het ervoor gehouden dat het op 28 december 2016 door Digitek betaalde bedrag op 30 december 2016 de rekening nog niet had verlaten.
9.3.2
Gesteld noch gebleken is dat Supplink c.s. in een positie verkeren dat zij rechtens in staat zijn aan subvordering (ii) te voldoen. Deze wordt dus afgewezen voor zover tegen hun ingesteld.
Digitek heeft evenmin voldoende onderbouwd dat [gedaagde sub 4] in staat is en in een positie verkeert dat hij gehouden is aan de inzagevordering van (ii) te voldoen. Zijn aandeelhouderschap van Metac geeft hem in elk geval niet de mogelijkheid om aan deze subvordering te voldoen. De enkele stelling dat [gedaagde sub 4] UBO zou zijn van Supplink is onvoldoende om de vordering wat dit betreft toe te wijzen alleen al omdat Digitek aard en inhoud van dit begrip onvoldoende heeft vermeld (zie overigens wat de UBO betreft wv 34808).
9.3.3
Aan subvordering (iii) is voldaan, zodat hierover niet hoeft te worden geoordeeld.
9.3.4
Aan subvordering (iv) is voldaan gelet op de door Supplink bij antwoord overgelegde productie 1, zodat hierover niet hoeft te worden geoordeeld.
De vorderingen I tot en met IV, Va, VI en VII tegen Supplink
9.4
Digitek en Supplink zijn het erover eens dat hun rechtsverhouding moet worden beoordeeld aan de hand van materieel Nederlands recht. Aldus zal recht worden gedaan.
9.5
De woorden “
rescind the purchase”in de ontbindingsbrief (rov. 7.1 sub h) worden door de rechtbank gelet op de context vertaald als “ontbindt de overeenkomsten”. Gelet daarop zijn door Digitek met deze brief de drie overeenkomsten ontbonden indien aan de daarin gestelde voorwaarde(n) niet wordt voldaan. Een dergelijke voorwaarde is in elk geval indien het bestelde niet wordt geleverd. Supplink heeft niet geleverd, zodat sprake is van een tekortkoming die de ontbinding rechtvaardigt. Terecht is die ontbinding dus door Digitek uitgesproken bij brief van 19 juni 2017. Daarmee liggen de vorderingen Ia, b en c, II, III, IVa, Va, VIa en b en VII als verder niet voldoende weersproken voor toewijzing gereed als nader zal worden bepaald in het dictum. De verzuimdata volgen uit hetgeen over en weer is aangevoerd. Het dictum zal (telkens) dienovereenkomstig luiden.
Vordering IVb vindt haar grondslag in de algemene voorwaarden van Digitek. Supplink heeft wat dat betreft aangevoerd dat die vordering naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Het enige wat zij ter onderbouwing daarvan heeft aangevoerd zijn de abstracte woorden dat dit zo is gelet op de verhouding met het bedrag van de oorspronkelijke vordering (randnr. 31 antwoord). Een dergelijke onderbouwing is onvoldoende om te kunnen leiden tot de conclusie dat dit gevorderde naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Ook vordering IVb zal dus worden toegewezen.
De vorderingen I tot en met IV, Vb, VI en VII tegen HTN en [gedaagde sub 3]
9.6
Digitek, HTN en [gedaagde sub 3] zijn het er kennelijk ook over eens dat hun rechtsverhouding moet worden beoordeeld aan de hand van materieel Nederlands recht. Aldus zal recht worden gedaan.
9.7
Voorop wordt gesteld dat Digitek kocht van een groothandel, Supplink. Digitek moet dus hebben geweten althans had moeten weten dat Supplink de zaken weer van een ander betrok. Er is door Digitek geen overtuigende reden aangevoerd op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat in het kader van de drie overeenkomsten Supplink op straffe van wanprestatie rechtstreeks bij de fabrikant moest bestellen. Evenmin blijkt dat Digitek en Supplink hebben afgesproken dat Supplink aan Digitek moest vertellen op welke wijze Supplink de zaken verwierf. Vaststaat verder dat Supplink de zaken die Digitek bij de onderhavige drie overeenkomsten bij haar bestelde, zelf weer bestelde/wilde bestellen bij Metac, een zelf niet fabricerende leverancier.
9.8
De juistheid van de stelling van Digitek dat HTN en [gedaagde sub 3] als (middellijk) bestuurder aansprakelijk zijn omdat zij Digitek hebben laten betalen aan Supplink wetende dat Supplink haar verplichtingen niet kon nakomen (pag. 43 dagvaarding), is onvoldoende aannemelijk. Digitek en Supplink doen kennelijk al jaren zaken met elkaar waarbij Digitek telkens 35% vooruitbetaalt en het restant ook al betaalt voordat zij eigenaar wordt van de bestelde zaken. Partijen hebben op deze wijze een omzet gehad van zo’n 110 miljoen dollar, waarbij kennelijk nooit een kink in de kabel is gekomen. Gesteld noch gebleken is dat de gang van zaken bij de onderhavige drie overeenkomsten juridisch relevant afweek van de wijze waarop Digitek en Supplink al jarenlang (zie nr. 3.3, pag. 22 conclusie van repliek) zaken deden. Digitek betaalde vooruit zonder dat zij enige vorm van zekerheid eiste. Dit betekent dat voorbij moet worden gegaan aan de stelling van Digitek dat haar betalingen moesten worden aangemerkt als “geoormerkt geld” of iets dergelijks. Digitek stortte geld op de rekening-courant van Supplink, en daarmee eindigde elke rechtstreekse band die Digitek
met dat geld had, ook als Supplink die gelden telkens zou hebben doorgestort op de rekening van de partij waar zij, Supplink, de zaken bestelde. Supplink handelde net zo als Digitek en deed aanbetalingen aan Metac, haar leverancier. Wat dat betreft berust veel van het in dit kader nu door Digitek aangevoerde op kennis en/of wijsheid achteraf. Daar moet juist bij bestuurdersaansprakelijkheid zoveel mogelijk afstand van worden gehouden. De vraag die in het kader van de vordering van Digitek positief moet worden beantwoord is of de bestuurders bij elke betaling van Digitek aan Supplink wisten dat Supplink de zaken die gedeeltelijk door Digitek vooruit waren betaald, niet zou kunnen leveren aan Digitek. Voor die wetenschap bij de bestuurders heeft Digitek te weinig harde feiten aangevoerd. Zij haalt een complot uit de familieband tussen [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] , maar dat die twee hebben gecomplotteerd wordt alleen maar gebaseerd op die familieband. Digitek maakt verder van [gedaagde sub 4] , omdat hij vaak en veel betrokken was, een soort contractspartij, maar dat miskent dat Digitek zaken deed met Supplink, een rechtspersoon die alleen maar feitelijk kan handelen bij woord en daad door natuurlijke personen. De stelling van Digitek dat Supplink nooit de intentie heeft gehad de goederen besteld bij overeenkomst 3 te bestellen (zie slot 3.10 conclusie van repliek) wordt onvoldoende ondersteund door feiten. Het enkele feit dat die goederen nog niet waren besteld toen de eerste problemen zich voordeden, is onvoldoende om zo’n zware conclusie te dragen.
Al met al is wat dit betreft de conclusie dat Digitek onvoldoende harde feiten heeft gesteld waaruit kan worden afgeleid dat de bestuurders bij enige (vooruit)betaling van Digitek aan Supplink betrekking hebbende op de drie overeenkomsten, en overigens ook bij de doorbetalingen van die bedragen door Supplink aan Metac, wisten of hadden moeten weten dat Supplink niet zou leveren aan Digitek. Voor zover de vordering op deze Beklamelachtige norm is gegrond, wordt hij afgewezen. Bij gebreke aan voldoende onderbouwd gestelde feiten die zouden kunnen leiden tot deze aansprakelijkheid, wordt niet toegekomen aan bewijslevering wat dit betreft.
9.9.1
Digitek voert verder aan dat de financiële gang van zaken met inachtneming van de bestellingen door Supplink bij Metac, zo onzorgvuldig is dat de bestuurders een zodanig ernstig verwijt kan worden gemaakt, dat zij persoonlijk aansprakelijk zijn. Die gang van zaken is als volgt geweest:
a.
Digitek is terzake overeenkomst 1 door Supplink gefactureerd voor $ 2.265.458,21 en Digitek heeft hierop betaald $ 335.808,87 op 28 december 2016, $ 450.000,- op 4 januari 2017 en $ 1.459.353,75 op 12 januari 2017, dus in totaal $ 2.245.159,62. Resteert door Digitek te betalen $ 20.298,59.
Digitek is terzake overeenkomst 2 door Supplink gefactureerd voor $ 497.476,47 en Digitek heeft hierop betaald $ 174.116,76 op 9 januari 2017 en $ 323.359,71 op 16 januari 2017. Hiermee is de factuur volledig betaald.
Digitek is terzake overeenkomst 3 door Supplink gefactureerd voor $ 2.292.595,23 en Digitek heeft hierop betaald $ 602.408,33 op 27 januari 2017 en $ 200.000,- op 30 januari 2017. In totaal is dus terzake overeenkomst 3 $ 802.408,33, dus de gebruikelijke 35%, vooruitbetaald. Digitek heeft terzake de drie overeenkomsten in totaal $ 3.545.044,42 vooruit betaald.
b.
Uit het Dollarrekening-courantoverzicht (productie 2 antwoord Supplink c.s.) blijkt dat Supplink aan Metac heeft overgemaakt:
$ 400.000,- op 3 januari 2017;
$ 400.000,- op 4 januari 2017;
$ 550.000,- op 6 januari 2017;
$ 150.000,- op 9 januari 2017;
$ 1.100.000,- op 17 januari 2017.
In totaal heeft Supplink in de bestelperiode 19 december 2016 tot en met 25 januari 2017 (zie rov. 7.1 sub d) van haar dollarrekening aan Metac dus overgemaakt $ 2.600.000,-.
Uit het overzicht van de Eurorekening-courant (productie 2 antwoord Supplink c.s.) blijkt dat Supplink aan Metac heeft overgemaakt:
€ 70.000,- op 31 januari 2017;
€ 200.000,- op 1 februari 2017;
€ 50.000,- op 10 februari 2017;
€ 50.000,- op 23 februari 2017.
In totaal heeft Supplink tussen 31 januari 2017 tot en met 23 februari 2017 van haar eurorekening aan Metac dus overgemaakt € 370.000,-. Naar boven afgerond (zie ook 3.16 repliek) heeft Supplink in totaal overgemaakt naar Metac $ 3.000.000,-. Daarmee heeft Digitek dus, afgerond, $ 545.044,- meer aan Supplink overgemaakt dan Supplink aan Metac heeft overgemaakt.
Supplink is blijkens de door haar zelf overgelegde facturen die Metac aan haar heeft gestuurd, gefactureerd voor in totaal $ 2.290.848,36.
Samengevat: Digitek heeft tussen 19 december 2016 tot en met 25 januari 2017 voor $ 5.055529,91 zaken besteld bij Supplink. Digitek heeft hiervan tot en met 30 januari 2017 betaald $ 3.545.044,42. Supplink heeft de zaken besteld bij Metac en in de periode tussen 19 december 2016 tot en met 23 februari 2017 heeft Supplink aan Metac overgemaakt ongeveer $ 3.000.000,- terwijl Metac in diezelfde periode aan Supplink heeft gefactureerd voor in totaal $ 2.290.848,36.
9.9.2
Bezien in het licht van het feit dat de betalingen genoemd in rov. 9.9.1 zijn gedaan in rekening-courant en dat partijen veelvuldig zaken met elkaar hebben gedaan die tot de drie overeenkomsten van 19 december 2016 en 9 en 25 januari 2017 normaal verliepen, zijn de verschillen in de bedragen tussen het door Digitek aan Supplink betaalde, het door Supplink aan Metac betaalde en de door Metac aan Supplink gefactureerde bedragen in het vrij korte tijdsbestek waarbinnen zich dit alles heeft afgespeeld, niet zodanig dat tot het oordeel kan worden gekomen dat HTN en/of [gedaagde sub 3] een ernstig verwijt kan worden gemaakt dat Digitek tot op heden niet de volledige vooruitbetaling heeft terugontvangen noch dat het door Digitek bestelde niet aan haar is geleverd. Bij dit oordeel weegt mee dat met name gelet op het feit dat de betalingen in rekening-courant zijn en partijen de nodige zaken met elkaar deden, de betalingen niet één op één tegen elkaar moeten kunnen worden weggestreept of tegen elkaar kunnen worden gezet. Anders gezegd: er is geen sprake van “geoormerkte betalingen”. Daarmee is ook niet relevant de rekensom van Digitek waarvan de uitkomst is dat Supplink in elk geval zou moeten beschikken over het bedrag aan teruggave BTW, dat zij zou moeten kunnen terugbetalen. Ook dat geld is niet geoormerkt en ook daarvoor geldt dat het in beginsel aan (het bestuur van) Supplink is om binnengekomen gelden te besteden. Gesteld noch gebleken is dat de wijze waarop die gelden zijn besteed, dermate onrechtmatig/paulianeus is, dat de bestuurders in persoon kunnen worden aangesproken.
9.10.1
[gedaagde sub 3] , bestuurder van HTN en middellijk bestuurder van Supplink, heeft ondertekend de akte van 12 januari 2017 waarbij Supplink aan Digitek in eigendom overdraagt de goederen vermeld in factuur SFV6092, besteld bij overeenkomst 1 en de goederen vermeld in de factuur SFV7003, besteld bij overeenkomst 2 vanaf het moment dat Digitek de facturen SFV6092 en SFV7003 volledig heeft betaald. Factuur SFV6092 is nooit volledig betaald. Het is in het kader van de vraag of de eigendom is overgegaan van geen belang of Digitek hierbij een vergissing heeft gemaakt of dat Supplink nooit heeft gereclameerd; de eigendom gaat alleen over bij volledige betaling en er is niet volledig betaald. Bij de beoordeling van de gevolgen die de ondertekening van de akte door [gedaagde sub 3] heeft, blijft daarom buiten beschouwing factuur SVF6092 en de daarbij in rekening gebrachte goederen.
9.10.2
Op 16 januari 2017 had Digitek factuur SVF7003 van $ 497.476,47 volledig betaald en was de gestelde voorwaarde in vervulling gegaan. Anders dan in de akte van 12 januari 2017 is vermeld, is de eigendom niet overgegaan op Digitek omdat Supplink geen eigenaar van die goederen was. [gedaagde sub 3] die als middellijk bestuurder van Supplink een akte ondertekent waarin is vermeld dat de eigendom overgaat na betaling, terwijl na betaling die eigendom niet overgaat omdat Supplink die goederen niet in eigendom heeft, handelt met die onware verklaring dermate ernstig verwijtbaar dat hij hiermee persoonlijk aansprakelijk is. De vordering uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid tegen HTN en [gedaagde sub 3] is daarmee toewijsbaar voor $ 497.476,47. De reeds terugbetaalde $ 2 miljoen ziet niet op dit vooruitbetaalde bedrag, zodat HTN en [gedaagde sub 3] zullen worden veroordeeld tot betaling hiervan aan Digitek, te vermeerderen met de gevorderde schade voor zover voortvloeiende uit de niet-terugbetaling van dit bedrag.
9.11
Voor zover de hiervoor in rov. 9.8, 9.9 en 9.10 behandelde verwijten vaststaan, leveren zij ook in onderling verband en samenhang bezien, niet op een zodanig ernstig verwijt dat HTN en/of [gedaagde sub 3] persoonlijk uit onrechtmatige daad aansprakelijk zijn ten opzichte van Digitek.
9.12
Een en ander betekent dat van de vorderingen I tot en met IV, Vb, VI en VII tegen HTN en [gedaagde sub 3] alleen wordt toegewezen hetgeen voortvloeit uit het hiervoor in rov. 9.10.2 gegeven oordeel. Voor zover er incassokosten zijn gemaakt zijn, deze van kleur verschoten en vallen deze onder proceskosten en/of zijn deze nodeloos gemaakt, omdat aanstonds duidelijk was dat HTN noch [gedaagde sub 3] enig bedrag wilde betalen.
De vorderingen I tot en met IV, Vb, VI en VII tegen [gedaagde sub 4]
9.13.1
Voor zover enige vordering tegen [gedaagde sub 4] is gebaseerd op de stelling dat [gedaagde sub 4] is tekortgeschoten in de nakoming van enige verbintenis uit overeenkomst 1, en/of 2 en/of 3 en/of op zijn “garantstelling”, is de Nederlandse rechter bevoegd en Nederlands recht van toepassing omdat de drie overeenkomsten in Nederland zijn gesloten tussen in Nederland gevestigde partijen en de gekochte goederen moeten worden afgeleverd in Nederland. [gedaagde sub 4] is vrijwillig in de procedure verschenen en heeft niet aangevoerd dat hij had moeten worden gedagvaard voor de rechter van zijn woonplaats.
9.13.2
Voor zover enige vordering tegen [gedaagde sub 4] is gegrond op onrechtmatige daad, is de Nederlandse rechter bevoegd en Nederlands recht van toepassing omdat de schade is ingetreden in de plaats van vestiging van Digitek, Haarlem (art. 6 aanhef en sub e Rv). Digitek houdt kantoor te Beek, zodat deze rechtbank en locatie bevoegd is.
9.14.1
Voor zover Digitek vorderingen tegen [gedaagde sub 4] heeft gebaseerd op de stelling dat hij moet worden beschouwd als partij bij overeenkomst 1 en/of 2 en/of 3 moeten deze vorderingen worden afgewezen. [gedaagde sub 4] is bij geen van deze drie overeenkomsten als partij betrokken noch heeft hij als partij enige van die overeenkomsten gesloten. Bij al hetgeen Digitek hieromtrent anders heeft aangevoerd, heeft zij miskend dat rechtspersonen slechts kunnen praten, schrijven, luisteren, enz. bij monde, hand of oor van een natuurlijke persoon. Supplink heeft er kennelijk voor gekozen om alle of bijna alle interacties met Digitek te (laten) doen
bij monde van [gedaagde sub 4] . Dat maakt hem echter op geen enkele manier contractspartij, ook niet met een aanduiding zoals Digitek heeft gedaan (nr. 2.6, pag. 14 conclusie van repliek) dat [gedaagde sub 4] “de spil (spin, volgens 4.8 conclusie van repliek) in het web” is geweest. Digitek heeft gecontracteerd met Supplink.
9.14.2
Voor zover enige vordering tegen [gedaagde sub 4] is gegrond op de stelling dat hij altijd heeft doen voorkomen dat de aanbetalingen steeds rechtstreeks doorgezet zullen worden aan de leverancier van Supplink en dat nimmer over een tussenhandelaar is gesproken, wordt deze afgewezen omdat ook deze gedragingen vallen binnen het kader van de overeenkomst(en) gesloten tussen Digitek en Supplink. Verder is gesteld noch gebleken dat partijen in het kader van de overeenkomst 1, 2 en/of 3 rechtens verplichtend zijn overeengekomen dat de aanbetalingen steeds rechtstreeks doorgezet zullen worden aan de leverancier van Supplink en dat geen tussenhandelaars zouden mogen worden gebruikt. Zo [gedaagde sub 4] dit allemaal al heeft beweerd, is een dergelijke bewering niet een rechtens afdwingbare verplichting waarin op straffe van wanprestatie kan worden tekortgeschoten noch is het feit dat de betreffende rechtspersoon niet conform die bewering heeft gehandeld te kwalificeren als onrechtmatige daad gepleegd door, in dit geval, een woordvoerder als [gedaagde sub 4] . Ook hier heeft te gelden dat dergelijke rekening-courantbetalingen niet individualiseerbaar zijn en blijven.
9.15
Voor zover Digitek heeft willen stellen dat Metac de door haar ontvangen gelden zodanig onrechtmatig heeft besteed dat [gedaagde sub 4] daarvoor als bestuurder aansprakelijk is, heeft Digitek onvoldoende onderbouwde feiten aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat [gedaagde sub 4] als regulier bestuurder dan wel als feitelijk bestuurder achter de schermen zodanig bij één en ander is betrokken dat hij in persoon kan worden aangesproken. Hierbij wordt meegewogen dat Digitek niet heeft weersproken de stelling van [gedaagde sub 4] (nrs. 14-16 conclusie van antwoord) dat Metac participeert in vastgoedprojecten (zie bijvoorbeeld pag. 14 conclusie van repliek). Kennelijk heeft Metac in de in deze zaak van belang zijnde periode door haar ontvangen gelden in dergelijke projecten gestoken. Uit de ondertekening van de als productie 20a overgelegde brief door Golzt valt niet zonder meer af te leiden dat hij bestuurder was. Daarvoor hebben de enkele woorden “Metac World FZW Represented by [gedaagde sub 4] ” onvoldoende gewicht. Die laten zich immers ook uitleggen dat [gedaagde sub 4] Metac mag vertegenwoordigen in deze; het houdt niet zonder meer in dat hij ook bestuurder van Metac is.
9.16
Digitek heeft de aansprakelijkheid van [gedaagde sub 4] verder gegrond op de stelling dat hij in persoon heeft toegezegd dat er zal worden terugbetaald. Voor zover dergelijke toezeggingen in een kader als het onderhavige al als zodanig serieus kunnen worden betiteld dat zij rechtens afdwingbaar zijn, zijn die toezeggingen niet meer dan aanbiedingen geweest, die niet tijdig door Digitek zijn aanvaard. Van een afdwingbare hoofdelijke aansprakelijkheid is daarmee geen sprake.
Dit alles betekent dat de vordering tegen [gedaagde sub 4] wordt afgewezen.
De proceskosten
9.17
Supplink heeft te gelden als de in het ongelijk gestelde partij, en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten in het geding tussen haar en Digitek. Die kosten worden aan de zijde van Digitek begroot op € 3.894,- aan griffierecht, € 80,42 kosten betekening dagvaarding, € 11.568,- salaris advocaat (3 pnt. tarief VIII). De beslagkosten worden begroot op € 3.856,- (verzoekschrift) en € 555,48 (exploten productie 25A, B en C). Supplink zal verder worden veroordeeld in de kosten van het vrijwaringsincident, begroot op € 543,- (1 pnt. tarief II).
HTN en [gedaagde sub 4] hebben te gelden als overwegend in het ongelijk gestelde partij omdat zij in het geheel niets wilden betalen. Zij zullen daarom worden veroordeeld in de proceskosten in
het geding tussen hun en Digitek. Die kosten worden aan de zijde van Digitek begroot op € 3.894,- aan griffierecht, € 80,42 kosten betekening dagvaarding, € 9.297,- salaris advocaat (3 pnt. tarief toegewezen bedrag, VII). De beslagkosten worden begroot op € 3.099,- (verzoekschrift, eveneens tarief VII) en € 2.301,86 (exploten productie 26A, B en 27A, B, C, D, E, F, G en H).
Digitek heeft te gelden als in het ongelijk gestelde partij ten opzichte van [gedaagde sub 4] en zal daarom in de proceskosten van het geding tussen haar en [gedaagde sub 4] worden veroordeeld. Aan de zijde van [gedaagde sub 4] worden die begroot op € 1.565,- griffierecht en € 11.568,- salaris advocaat (3 pnt. tarief VIII).

10.De beslissing

De rechtbank:
ten aanzien van Supplink
10.1
Ia. verklaart voor recht dat Supplink te kort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst d.d. 19 december 2016 (overeenkomst 1), welke blijkt uit de inkooporder van Digitek en verkoopfactuur van Supplink die aangehecht zijn als respectievelijk productie 3E en productie 3F bij de dagvaarding en dat Supplink ter zake daarvan, voor zover vereist, in verzuim is sedert 31 maart 2017;
Ib. verklaart voor recht dat Supplink te kort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst d.d. 9 januari 2017 (overeenkomst 2), welke blijkt uit de inkooporder van Digitek en verkoopfactuur van Supplink die aangehecht zijn als respectievelijk productie 4C en productie 4D bij de dagvaarding en dat zij ter zake daarvan, voor zover vereist, in verzuim is sedert 10 februari 2017;
Ic. verklaart voor recht dat Supplink te kort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst d.d. 25 januari 2017 (overeenkomst 3), welke blijkt uit de inkooporder van Digitek en verkoopfactuur van Supplink die aangehecht zijn als respectievelijk productie 5C en productie 5D bij de dagvaarding en dat zij ter zake daarvan, voor zover vereist, in verzuim is sedert 8 maart 2017;
II. verklaart voor recht dat de drie overeenkomsten die gesloten zijn tussen Supplink en Digitek zoals die blijken uit productie 3E en productie 3F (overeenkomst 1 d.d. 19 december 2016), productie 4C en productie 4D (overeenkomst 2 d.d. 9 januari 2017) en productie 5C en productie 5D (overeenkomst 3 d.d. 25 januari 2017) per 27 juni 2017 buitengerechtelijk ontbonden zijn door Digitek;
III. veroordeelt Supplink om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting (terug) te betalen aan Digitek $ 1.723.149,85, te vermeerderen met de daarover verschuldigde wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, vanaf:
- over $ 2.245.159,62 sedert 31 maart 2017 tot 15 september 2017;
- over $ 1.723.149,85 sedert 15 september 2017 tot de algehele dag der voldoening;
- over $ 497.476,47 sedert 10 februari 2017 tot 15 september 2017;
- over $ 802.408,33 sedert 8 maart 2017 tot 15 september 2017;
IVa. veroordeelt Supplink om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Digitek te betalen een rente van 10% over € 474.125,15 vanaf 27 februari 2017 tot 15 september 2017;
IVb. veroordeelt Supplink om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Digitek te betalen € 94.825,03, wegens administratiekosten/juridische kosten conform de algemene voorwaarden van Digitek;
Va. verklaart voor recht dat Supplink jegens Digitek schadeplichtig is voor alle schade die voort is gevloeid en nog zal voortvloeien uit de tekortkomingen als bedoeld onder punt Ia t/m punt Ic hiervoor alsmede schadeplichtig is ter zake van het niet tijdig betalen van het bedrag als genoemd onder punt IVa hiervoor;
VIa. veroordeelt Supplink tot vergoeding van de door Digitek geleden en nog te lijden schade als gevolg van de tekortkomingen zijdens Supplink, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
VIb. veroordeelt Supplink aan Digitek te betalen als valutaschade € 196.393,26;
VII. veroordeelt Supplink om binnen drie dagen na dagtekening van dit vonnis tegen bewijs van kwijting aan Digitek te betalen € 6.775,-;
10.2
veroordeelt Supplink in de kosten van de procedure tussen haar en Digitek, tot op heden aan de zijde van Digitek begroot op € 16.085,42 en € 4.411,48 aan kosten beslag, te vermeerderen met de nakosten, een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis;
10.3
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
10.4
wijst af het meer of anders gevorderde;
ten aanzien van HTN Holding B.V. en [gedaagde sub 3]
10.5
verklaart voor recht dat overeenkomst 2 die is gesloten tussen Supplink en Digitek zoals die blijkt uit productie 4C en productie 4D (overeenkomst 2 d.d. 9 januari 2017) per 27 juni 2017 buitengerechtelijk is ontbonden door Digitek;
10.6
veroordeelt HTN Holding B.V. en [gedaagde sub 3] hoofdelijk des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan Digitek $ 497.476,47 te vermeerderen met de wettelijke rente sedert 10 februari 2017 tot de dag van volledige betaling;
10.7
verklaart voor recht dat HTN Holding B.V. en [gedaagde sub 3] onrechtmatig jegens Digitek hebben gehandeld en aansprakelijk zijn voor alle schade die voort is gevloeid en nog zal voortvloeien uit het onrechtmatige handelen hunnerzijds zoals omschreven in rov. 9.10.2 van dit vonnis;
10.8
veroordeelt HTN Holding B.V. en [gedaagde sub 3] hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tot vergoeding van de door Digitek geleden en nog te lijden schade als
gevolg van de tekortkoming en/of het onrechtmatige handelen zoals vermeld in 10.7 hunnerzijds, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
10.9
veroordeelt HTN Holding B.V. en [gedaagde sub 3] , hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van de procedure tussen hun en Digitek, tot op heden aan de zijde van Digitek begroot op € 13.271,42 en € 5.400,86 aan kosten beslag, te vermeerderen met de nakosten, een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis;
10.1
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
10.11
wijst af het meer of anders gevorderde;
ten aanzien van Supplink, HTN Holding B.V. en [gedaagde sub 3]
10.12
bepaalt dat Digitek slechts recht heeft op 1 x betaling van het hiervoor genoemde bedrag van $ 497.476,47, haar griffierecht en haar kosten betekening dagvaarding;
ten aanzien van [gedaagde sub 4] :
10.13
wijst het gevorderde af;
10.14
veroordeelt Digitek uitvoerbaar bij voorraad in de proceskosten, voor zover gerezen aan de zijde van [gedaagde sub 4] begroot op € 13.133,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2020.